In een ingezonden brief komt Gerri Eickhof woensdag terug op een ontroerend interview dat het Volkskrant Magazine deze zomer met hem plaatste. Eickhof sprak daarin onder meer over het racisme waarvan hij het slachtoffer is geweest.
In zijn jeugd in Amsterdam-Noord werd de NOS-verslaggever veelvuldig gepest met zijn afkomst. “Elke dag, op weg van school naar huis, liep er een groep van vijf tot twintig kinderen aan de overkant van de straat met me mee. Bruine boon, nikker, zwarte, riepen ze, behalve in november en december, dan riepen ze Zwarte Piet. Ze bekogelden me met kiezelstenen en aardkluiten.”
Ondanks die ervaringen probeert Eickhof ‘als een gematigd mens’ naar de wereld te kijken. Hij moet niets hebben van ‘schreeuwende kletskousen’ als Akwasi en Gloria Wekker, en heeft ook weinig op met ‘de racistische hoogleraar Piet Emmer, die vindt dat de slavernij wel meeviel’, vertelde hij in het interview.
Die opmerking schoot Emmer in het verkeerde keelgat: hij deed begin deze maand aangifte van smaad. In een ingezonden brief schrijft Eickhof het nu te betreuren dat Emmer aanstoot neemt aan de term ‘racistische hoogleraar’. Die term had hij beter niet kunnen gebruiken, schrijft de NOS-journalist, die nog wel even haarfijn uitlegt waarom Emmers blik op de slavernijgeschiedenis van ‘blanke morele superioriteit’ getuigt.