'Muziek gaf me een stem. En die gebruik ik voor mijn volk'

De situatie in het Afrikaanse Mali is al jaren erbarmelijk en het wil maar niet beteren. Sinds begin vorig jaar zitten Nederlandse militairen er voor de VN-missie Minusma. En begin september stemde de Tweede Kamer in met een verlenging van de Nederlandse missie in Mali.

Het West Afrikaanse land bevindt zich al jaren in een staat van oorlog met  nationalistische en islamitische rebellen. Ook al werd er begin dit jaar een vredesakkoord getekend, het land is nog steeds verre van stabiel. Vooral Noord-Mali is een broedplaats voor terroristen en het land is een soort kruispunt van smokkelroutes voor wapens, drugs en vluchtelingen.

De positie van vrouwen in Mali is verre van ideaal. Ze leven vaak geïsoleerd en de meeste vrouwen worden nog steeds besneden. Ze hebben een achtergestelde positie ten opzichte van mannen, gaan niet of amper naar school en zijn vaak slachtoffer van seksueel geweld en verkrachting.

De Malinese zangeres Inna Modja hoopt met haar muziek bewustwording te creëren over en verandering teweeg te brengen voor de situatie van deze vrouwen. Haar nummer Tombouctou is een protestsong over de ellendige situatie waarin vrouwen moeten (over)leven in haar land van herkomst. Met scherpe woorden in haar eigen taal (Bambara) zingt ze over de onzekerheid die hen teistert en over het land woekert:

During times of war, women and girls are very vulnerable.
They are easy targets in the North of Mali. We want to be free. We want to be alive. We want to be strong. We want to dream.
We want more. Music gave me a voice. And I’m going to use it for My People.

De vertaling van de volledige songtekst staat onder andere op Facebook. Haar nieuwe album ‘Motel Bamako’ komt volgende week uit en in januari volgend jaar treedt Modja op in Brussel.