BP gaat voor de kust van Alaska nieuw riskant boorproject aan

Terwijl BP’s olie in de Golf van Mexico een ecologische ramp veroorzaakt, is het bedrijf alweer op zoek naar aan een nieuwe horizon om te vervuilen. Deze keer is het oog van de oliereus gevallen op de kust van Alaska. Hier boren brengt volgens deskundigen grote risico’s met zich mee voor milieu en veiligheid.

BP wil vijf kilometer uit de kust van Alaska boren tot op twee kilometer diepte en dan nog een tien tot 12 kilometer horizontaal. Het concern verwacht hier , onder de federale wateren van de VS, een olievoorraad aan te treffen van 100 miljoen vaten. Dat meldt de Amerikaanse krant The New York Times.

Alle andere nieuwe projecten in het gebied rond de Noordpool zijn voorlopig stopgezet onder het moratorium voor olieboringen op zee dat de regering Obama heeft ingesteld. Het project van BP, Liberty genaamd, is hiervan echter vrijgesteld. Het is weliswaar vijf kilometer uit de kust is, maar is toch aangemerkt als project op land. Het staat namelijk op een kunstmatig eiland, aangelegd door BP.

Wetenschappers en milieuactivisten denken echter dat er nog andere redenen zijn, waardoor het project doorgang heeft kunnen hebben. De federale toezichthouder heeft BP namelijk in 2007 toegestaan om zelf het onderzoek te doen naar de gevolgen voor het milieu van het Project.

Het milieu-onderzoek werd weggehaald bij de afdeling die dat soort onderzoeken gewoonlijk verricht en overgedragen aan een andere afdeling, die meer voorstander van boren is. Dat hebben wetenschapper van de toezichthouder tegen de New York Times gezegd.

De wetenschappers en andere critici vrezen nu herhaling van de ramp in de Golf van Mexico, omdat een boormethode wordt gebruikt die nog gevoeliger is voor het type storing dat de explosie op de Deepwater Horizon heeft veroorzaakt.

Lees hier verder