De hoofddoek blijft een verboden kledingstuk voor politieagenten. Dat heeft korpschef van de Nationale Politie Erik Akerboom laten weten. Volgens hem is er op dit moment geen draagvlak voor. De afgelopen tijd was er veel te doen over het wel of niet toestaan van de hoofdbedekking, nadat de Amsterdamse politiechef zei dat het toestaan van de hoofddoek de diversiteit van het korps zou kunnen vergroten.
Akerboom deelde zijn besluit mee op het intranet van de politie. Dat bericht belandde bij het AD. De korpschef schreef:
"Op dit moment constateer ik dat er duidelijk geen draagvlak is voor dit idee. De discussie polariseert de gelederen binnen en ook buiten de politie."
Waar politiechef Pieter-Jaap Aaldersberg uit Amsterdam juist denkt dat het toestaan van de hoofddoek goed is voor de diversiteit, denkt Akerboom dat het tegenovergestelde het geval zal zijn. Dat Aaldersberg het voorstel deed, zorgt juist voor polarisatie zowel binnen als buiten de politieorganisatie, aldus Akerboom.
Het is de eerste keer sinds de discussie begon dat Akerboom zich over de kwestie heeft uitgelaten. Ook reageerde hij op de reacties die het Amsterdamse voorstel losmaakte. Die waren volgens Akerboom ‘ongekend omvangrijk, emotioneel en soms over de grens’. De Volkskrant meldt dat alleen al via sociale media de politie 43.000 berichten ontving.
De berichten, die dus ‘soms over de grens’ waren, kwamen niet alleen van buiten:
"Zowel binnen als buiten onze organisatie ging en gaat het er fel aan toe, bij voor- en tegenstanders. Dat begrijp ik, want het betreft een gevoelig onderwerp, waarover de meningen sterk uiteenlopen Maar soms, ook in ons korps, worden de normen van verdraagzaamheid en fatsoen overschreden."
Akerboom benadrukt dat er binnen het korps ‘geen plaats voor discriminatie en racisme’ is. Wel erkent hij dat niet alle burgers zich in de politie herkennen, vooral niet in de grote steden. Meer diversiteit is dus hard nodig, vindt de korpschef. Hoe die bredere diversiteit dan wel tot uiting moet komen, is iets waar Akerboom naar eigen zeggen over na blijft denken. Zijn doel is een korps ‘dat bijdraagt aan verdraagzaamheid in de samenleving en dat ook intern laat zien’:
"Onze samenleving verandert ingrijpend qua samenstelling. Wij veranderen mee om onze legitimiteit en vertrouwen te behouden. We hebben veel te verliezen."