'Tot in de jaren zestig konden jongens lekker baldadig zijn, nu noemen we dat agressief '
Jongens zijn van nature baldadig, lawaaiig en beweeglijk. In onze gefeminiseerde samenleving is hier echter geen ruimte meer voor en noemen we zulk gedrag al snel agressief. Dat schrijft historica Angela Crott in haar proefschrift ‘Van hoop des vaderlands naar adhd-er – Het beeld van de jongen in opvoedingsliteratuur (1882 – 2005), waarmee ze 21 december promoveert.
Volgens Crott werd baldadigheid rond 1900 veel meer geaccepteerd. Jongens schopten nu eenmaal tegen de orde aan door te stelen of dingen te vernielen. Vanaf de jaren zestig veranderde het woord ‘baldadigheid’ echter in ‘agressiviteit’. Volgens Crott is dit een gevolg van vrouwenemancipatie.
Naast de vrouwenemancipatie nam de verstedelijking in de tweede helft van de 20e eeuw ook toe: Op het platteland ongestoord je gang gaan zat er niet meer in. Bovendien leefden de jongens dichter bij hun ouders, die continu een oogje in het zeil konden houden en nadrukkelijker hun oordeel over grensoverschrijdend gedrag konden uitspreken.
Crott schrijft dat de afkeuring van agressiviteit, beweeglijkheid en lawaaiigheid van jongens de afgelopen decennia alleen maar sterker is geworden. Dit terwijl ze er dus eigenlijk helemaal niets aan kunnen doen.