Erdogan lijdt gevoelige nederlagen bij lokale verkiezingen

Bij lokale verkiezingen in Turkije heeft de zittende president Recep Tayyip Erdoğan een zeer gevoelige nederlaag geleden. In Ankara, hoofdstad, regeringszetel en al 25 jaar onder AKP-bestuur, verloor zijn partij van de CHP-kandidaat Mansur Yavas. Vijf jaar geleden stond Yavas ook op voorsprong toen door een elektriciteitsstoring het stemmen moest worden stopgezet. De oppositie zag dit toen als een vorm van stemfraude, een verwijt dat aan dovemansoren was gericht.

Landelijk gezien blijft de coalitie van de AKP met de ultra-nationalistische MHP (Grijze Wolven) voorlopig wel de grootste, maar kiezers laten steeds vaker openlijk merken niet blij te zijn met de huidige economische malaise. Met werkloosheidscijfers boven de 13 procent en een al tijden aanhoudende hevige inflatie heeft Erdogan op dat vlak nog een hoop werk te verrichten. Hij heeft beloofd dit ook te zullen doen, maar of het vruchten af zal werpen moet worden bezien, aangezien hij het al langer zegt. De hoogtijdagen van de president lijken electoraal gezien wel voorbij. Al enige jaren brokkelt zijn gezag langzaam af.

In Istanbul, met 15 miljoen inwoners de grootste stad van het land, hangt het er nog om.  AKP’er Benali Yildirim, voormalig premier, is in een hevige strijd verwikkeld met Ekrem Imamoglu van de CHP. Yildirim eiste de overwinning op terwijl de stemmen nog werden geteld. Hierop stopte staatspersbureau Anadolu Ajanci met het omroepen van uitslagen. Zijn tegenstrever  zei juist met 50,3 procent van de stemmen tegenover 46,7 procent te hebben gewonnen. Istanbul is de stad waar Erdogan groot werd. Een bekende politieke leus in Turkije is ‘Wie Istanbul wint, wint Turkije.’