De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen
Formatiepartijen weten niet wat 'zwaar beroep' is, weigeren vervroegd pensioen
•
74 keer bekeken
• 
Mensen met een zwaar beroep kunnen een vervroegd pensioen wel vergeten. Tenminste, zo lang VVD, CDA, D66 samen een regering weten te vormen. Dat hebben de partijen, die samen met de CU onderhandelen over een formatie, woensdag tijdens een debat in de Tweede Kamer laten weten.
Nadat enkele jaren geleden de pensioenleeftijd is opgehoogd van 65 naar eerst 66 en vervolgens nog hoger, stak de vraag op: kunnen mensen met een zwaar beroep die extra arbeidsjaren wel aan, of moeten zij de kans krijgen eerder te stoppen. Een jaar geleden ging staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) daarom met vakbonden en werkgevers op zoek naar een definitie van ‘zwaar beroep’. Die werd niet gevonden, schreef Klijnsma afgelopen maandag aan de Tweede Kamer.
Omdat volgens Klijnsma die definitie niet valt af bakenen, besluiten de formerende partijen daarom om nu de discussie over een vervroegd pensioen van tafel te vegen. D66-Kamerlid Steven van Weyenberg zei daar woensdag over:
"Heeft de leraar een zwaar beroep? Wij hebben tien jaar geprobeerd om een goed onderscheid te bedenken en kunnen nu concluderen dat het een onmogelijke discussie is."
Volgens CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt moet voor mensen in een zwaar beroep ‘eerder nagedacht worden over omscholing’. VVD-Kamerlid Dennis Wiersma denkt dat oudere werknemers er wel met hun werkgever uit kunnen komen en een aangepast takenpakket kunnen krijgen.
De oppositiepartijen waren niet te spreken over het besluit van de partijen die nog steeds geen kabinet hebben weten te formeren. ‘Wat hebt u mensen te bieden die op en versleten zijn, die de pensioenleeftijd van 66 of 67 jaar gewoon niet halen?’ wilde SP-Kamerlid Bart van Kent weten. Volgens de PvdA is het een optie om mensen met lagere inkomens in de gelegenheid te stellen eerder met pensioen te gaan.
Jetta Klijnsma – ook PvdA – kon dan misschien geen definitie van een zwaar beroep vinden, het Economisch Instituut van de Bouw (EIB) kon dat wél: beroepen waar veel werknemers uitvallen, zoals tegelwerkers, betonijzervlechters, stukadoors, metselaars, schilders, dakdekkers, schoonmakers, vissers en ambulancemedewerkers. Wanneer mensen in deze beroepsgroepen vijf jaar eerder met pensioen gaan, kost dat de overheid jaarlijks 200 miljoen euro.
Daar wil de VVD niet aan. Wat de Liberalen betreft blijft iedereen die niet zelf genoeg kan sparen gewoon tot het eind doorwerken:
"Het is heel verleidelijk om bij dit probleem naar de overheid te kijken en te vragen om een oplossing. Maar die is er niet of het kost veel geld en wij willen de rekening niet bij toekomstige generaties neerleggen."
Bron: Trouw / cc-foto: peetiedijk
Praat mee
0/1500