Franse boer krijgt voorwaardelijk vier maanden cel voor hulp aan vluchtelingen

Cédric Herrou, een Franse olijvenboer die woont aan de Frans-Italiaanse grens, is in hoger beroep veroordeeld tot vier maanden cel voorwaardelijk omdat hij minderjarige vluchtelingen zonder ouders onderdak heeft geboden. De kinderen zijn afkomstig uit Eritrea en Soedan. “De Eritreeërs vluchten voor een dictatuur, de Soedanezen voor oorlog. (…) Het is niet aan mij om te beoordelen wie er zwart of wit is, legaal of illegaal. Dat is niet mijn werk. Ik ben boer. Mijn werk is mensen te eten te geven” verklaarde hij eerder dit jaar tegenover de Australische zender SBS.

De officier van justitie had acht maanden voorwaardelijk geëist en betoogde dat Herrou geen aanspraak kan maken op een wet uit 2012 die immuniteit verleent aan hen die vluchtelingen helpen. Als de hulp georganiseerd is en niet spontaan dan gaat het om een daad die er op gericht is de wet structureel te overtreden en geldt de uitzonderingspositie niet. De Franse Liga voor de Rechten van de Mens bekritiseert het vonnis en stelt dat burgers die noodhulp verlenen als criminelen worden behandeld, terwijl de staat voortdurende de rechten van vluchtelingen met voeten treedt. Het bewuste departement Alpes-Maritimes is eerder veroordeeld wegens het schenden van de rechten van asielzoekers, schrijft Le Nouvel Observateur.

Herrou is drie keer beboet, tot 3000 euro, voor zijn hulp aan vluchtelingen die de grens weten over te steken. Hij is niet de enige die hulp geeft. Ook andere inwoners van de Vallée de la Roya zijn er toe overgegaan noodhulp te verlenen. In Italië zitten tienduizenden vluchtelingen vast omdat verder reizen naar andere landen onmogelijk wordt gemaakt. Een aantal van hen weet Frankrijk te bereiken. Het ‘vluchtelingenkamp’ van Herrou telde op een gegeven moment 60 bewoners.

Onderstaand een reportage van The Guardian uit april dit jaar over Cédric Herrou en zijn kompanen.