Homoseksualiteit steeds meer geaccepteerd in Nederland

Steeds minder Nederlanders wijzen homoseksualiteit af. Vorig jaar stond nog maar 4 procent van de bevolking negatief tegenover homoseksualiteit. In 2006 was dat nog 16 procent. Dat staat in een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau.

Volgens het SCP-rapport heeft de Nederlander geen moeite met het homohuwelijk, of met homoseksuele leerkrachten. Er is wel verschil tussen bevolkingsgroepen. Van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders vindt driekwart het problematisch als hun zoon of dochter een relatie heeft met iemand van het eigen geslacht. Bij autochtone Nederlanders ligt dat percentage op 17.

Opvallend is dat ondanks de hoge acceptatiegraad ongeveer een vijfde van de Nederlanders moeite zegt te hebben met mannen die hand in hand lopen. Aan in het openbaar zoenende mannen storen zich nog meer mensen: 29 procent. Zoenende vrouwen ergeren 19 procent van de bevolking. Overigens noemt 14 procent ook zoenende hetero’s “onsmakelijk”.

In heel Europa is de acceptatie van homoseksualiteit de afgelopen 30 jaar volgens een tweede SCP-rapport toegenomen, maar die trend vlakt wel af. Met name in Oost-Europese landen is de houding tegenover homo’s uitgesproken negatief.

Belangenorganisatie COC toont zich in NRC Handelsblad kritisch over de cijfers over Nederland. Het COC acht het zorgwekkend dat slechts 5 procent van de middelbare scholieren vindt dat jongeren op school openlijk voor hun homoseksuele geaardheid uit kunnen komen.

NRC: Meer Nederlanders accepteren homoseksualiteit