'James Bond verloor humor vanwege Aziatische markt'

Sinds Daniel Craig de legendarisch Britse geheim agent 007 vertolkt valt er weinig tot niets meer te lachen in James Bond-films. Volgens John Cleese, die in twee films de gadget expert Q speelde, komt dat door de invloed van de Aziatische markt. De held mag dan onsterfelijk zijn maar zijn humor is kapot gemaakt door de globalisering.

Cleese doet zijn uitspraken in een interview met de Radio Times. Volgens de komiek, bekend van onder meer Fawlty Towers en Monty Python, willen de makers de films meer doen lijken op die van de Amerikaanse tegenhanger Jason Bourne. Die Hollywood-producties worden vooral gekenmerkt door veel actie. De subtiele Britse humor zou commercieel niet interessant genoeg zijn.

Ik deed twee James Bond Films en toen hebben ze geloof ik besloten dat ze de toon van de Bourne actiefilms nodig hadden, die heel hard en humorloos zijn. Bovendien komt het grote geld uit Azië, van de Filipijnen, Vietnam, Indonesië, waar het publiek komt voor de actiescènes en dat is naar mijn mening waarom de actiescènes te lang duren en dat is fundamenteel verkeerd. Het publiek in Azië komt niet voor de subtiele Britse humor of de grappen over rangen en standen.

Cleese vertelt niet of hij uit zichzelf is opgestapt of dat de producers hem aan de kant hebben gezet. Anders dan zijn voorgangers Roger Moore en Timothy Dalton die van Bond een volwassen kostschooljongen met een droombaan maakten, zet Daniel Craig de geheim agent neer als een getormenteerde rijksambtenaar die niet alleen worstelt met het schuim der aarde maar ook met verleden en geweten. Daarentegen heeft hij wel weer het lichaam van een Griekse halfgod.

Video: 30 hoogtepunten van Q uit de Bond-collectie