Kamp in de knoei

Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft dinsdag drie gevoelige nederlagen geleden. De PvdA koos de kant van de oppositie bij het omdraaien van de bewijslast bij schade die Groningers hebben door gaswinning. Daarbij stemde de De Tweede Kamer dinsdag tegen gasboringen op het eiland Terschelling én de noordelijke kustgemeenten keerden zich tegen plannen voor windmolenpark voor de kust.

Dat schrijft onder andere Trouw woensdag.

Omgekeerde bewijslast Dinsdag stemde PvdA voor het omkeren van de bewijslast bij schade in Groningen. Op dit moment is het nog zo dat Groningers zelf moeten bewijzen dat de schade aan hun huis door gasbevingen komen. Maar dinsdag werd een amendement op de mijnbouwwet aangenomen in de Tweede Kamer met als gevolg dat het nu de NAM is die moet aantonen dat schade níet door aardbevingen is ontstaan.

Dagblad van het Noorden schrijft dat sommige Kamerleden vrezen dat Kamp nu de mijnbouwwet wil intrekken om de maatregel te blokkeren. De plannen om de bewijslast om te draaien druisen namelijk in tegen Kamps plannen. Kamp wilde de gesprekken over de bewijslast eerst voorleggen aan de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet. Maar de PvdA wilde daar, net als de oppositie, niet meer op wachten.

Volgens Kamp is het omdraaien van de bewijslast geen oplossing omdat er nog nooit een rechtszaak is aangespannen over schadeafhandeling. De tegenstanders van deze gedachte, de Kamermeerderheid dus, denken dat dat komt omdat het grote NAM ze ervan weerhoudt. Want probeer als eenvoudige burger maar eens aan te tonen bij zo’n machtig bedrijf dat het niet jouw schuld is dat je huis is beschadigd, maar dat het door gaswinning komt.

Naast het stemmen tegen de bewijslast, stemde de Tweede Kamer ook tegen de plannen voor gasboringen op het eiland Terschelling. Over die gasboringen zei Kamp: “We kunnen tegen een heleboel dingen zijn, maar we moeten mensen wel gas leveren”.

De derde tegenvaller kwam van de kustgemeenten Noordwijk, Katwijk en Zandvoort, die dinsdag lieten weten niets te voelen voor zijn plannen om windmolenparken voor de kust te bouwen.

Om de doelen uit het energieakkoord te halen (16 procent in 2023), heeft Kamp besloten windmolenparken aan te gaan leggen die dichter bij de kust liggen, 18,5 km ten opzichte van 22 kilometer. Maar politici uit deze gemeenten vrezen banenverlies en teruglopend toerisme, vanwege het uitzicht. Volgens berekeningen en tekeningen van het rijk zijn de windmolens op 18,5 kilometer van de kust nog te zien.

Liesbeth van Tongeren (GroeLinks), vertelt in Trouw dat de angst voor banenverlies onterecht is en dat de nieuwe parken juist tot meer banen gaat leiden.

Lees het verhaal in Trouw.