'Leger stelt weinig meer voor'

Van de Nederlandse krijgsmacht is maar weinig over. ”De bodem van het bezuinigen op defensie is bereikt”, zegt Christ Klep bij de NOS. Minister Hennis moet keuzes gaan maken.

De Koninklijke Landmacht viert haar 200ste verjaardag met een vaandelgroet aan koning Willem-Alexander. Volgens Klep is het ministerie van Defensie nog niet de helft van wat het vroeger was. De begroting loopt ieder jaar terug en er werken steeds minder mensen.

Klep uit kritiek op de minister Hennis van Defensie, omdat zij volhoudt dat ze een multifunctionele krijgsmacht handhaaft en de zelfstandigheid garandeert. Klep bij de NOS :

”Er is van onze krijgsmacht weinig meer over. De eeuwenoude uitdrukking dat de landmacht de drager is van het gevecht, is nog slechts theoretisch. Als de VN ons zou vragen om met 5000 man naar Syrië te gaan, krijgen we dat niet voor elkaar. We zijn zo tevreden over onze deelname aan de missie naar Mali, maar meer zit er ook niet in.”

Volgens Klep is de landmacht verworden tot een publiek nuttige organisatie, waarvan we hopen dat we die nooit nodig hebben, maar die er wel moet staan. Het leger word steeds vaker ingeroepen bij binnenlandse aangelegenheden: in 2012 140 keer, onder meer voor de ontmanteling van een bom uit de Tweede Wereldoorlog, een zoektocht naar een jongen onder water met speciale apparatuur en het inzetten van een sleepboot als ijsbreker, aldus de NOS.

Kiezen Defensie keuzes moet maken, zegt Klep.

”De infanterie, de voetsoldaten, ze zijn onderbemand. Ze kunnen nog geen goed uniform betalen. En intussen schaffen we de JSF aan en liggen er dure onderzeeboten te wachten op hun taak.”

De minister moet kiezen voor goed opgeleide militairen. Want voor de landmacht telt maar één ding: een buitenlandse missie! Daar trek je jonge mannen mee, aldus de militair historicus.

NOS: “Van onze krijgsmacht is weinig over”

Foto-cc: Looking Glass