Miljardentegenvaller voor kabinet

Het begrotingstekort en de overheidsschuld zijn groter dan een half jaar geleden werd verwacht. Dat komt onder meer door de tegenvallende economie en de extra afdracht aan Brussel die Nederland verschuldigd is. Dat blijkt uit de Voorjaarsnota waar het kabinet vrijdag mee heeft ingestemd.

Bij de start van het kabinet werd nog rekening gehouden met een begrotingstekort van 2,6 procent. Na een prognose van het Centraal Planbureau werd deze in maart bijgesteld naar 3,3 procent. Jeroen Dijsselbloem, minister van Financiën, noemde de raming van het CPB destijds ‘een tussenstand’, maar komt bij deze nota zelf nog niet met een prognose van het begrotingstekort.

In de Voorjaarsnota staat dat de overheidsschuld eind dit jaar naar verwachting 73,6 procent van het bbp bedraagt. Hoewel dat drie procentpunt hoger is dan bij de Startnota in december werd geraamd, komt het voor Dijsselbloem niet als een verrassing. De minister:

Dit is in lijn met de jongste raming van het Centraal Planbureau. Het economische beeld is het afgelopen half jaar verslechterd en dat vertaalt zich direct naar lagere inkomsten.

De slechte cijfers komen onder meer doordat de belastinginkomsten over de hele linie lager uitvallen. Belasting- en premieontvangsten liggen dit jaar 8,3 miljard euro lager dan in de prognose van de Startnota voorspeld werd. Verder was er een tegenvaller van een half miljard euro bij de belasting op personenauto’s en werd zeshonderd miljoen euro minder aan accijnzen binnen gehaald. Daarbovenop komt ook nog eens de tegenvaller van een half miljard die Nederland nog verschuldigd is aan Brussel.

Meevallers zijn er ook, al wegen ze nauwelijks op tegen de tegenvallers. NRC schrijft hierover:

Meevallers zijn er bij de kinderopvangtoeslag (0,2 miljard) en in de zorg. Het kabinet gaf 0,4 miljard minder uit aan geneesmiddelen. Verder was sprake van een restitutie van het Havenbedrijf Rotterdam die goed was voor 0,3 miljard.

NOS: Miljardentegenvallers voor kabinet