Ministeries mopperen over tijdverspilling Vragenuur

Vijf van de zes vragen die worden ingediend voor het Vragenuur in de Tweede Kamer, worden uiteindelijk niet behandeld. Vragen die wel door ambtenaren worden voorbereid en die per vraag toch al snel een volledige werkdag in beslag nemen. Dat schrijft de Volkskrant woensdag.

Volgens de Volkskrant vallen echter van de 24 onderwerpen die ambtenaren gemiddeld per week voorbereiden, er twintig vlak voor het Vragenuur alsnog af. Dat houdt in dat rijksambtenaren wekelijks tien tot twintig werkdagen weggooien aan loze voorbereiding. Tot grote frustratie van de ambtenaren die voor niets een hoop tijd en werk in de vragen steken. Als het aan de ministeries ligt, wordt de selectie van de vragen voortaan al een dag eerder gedaan, om zo kostbare tijd te besparen.

Kamervoorzitter Arib ziet dat niet zetten. Volgens Arib wordt met het vervroegen van de beoordelingstermijn het actuele karakter van het Vragenuur aangetast. ‘Het is inherent aan het Kamerwerk dat ambtenaren daar voorwerk voor doen,’ aldus Arib. Uit een brief die de voorzitter half maart naar de Kamer stuurde, blijkt zelfs dat Arib vindt dat ambtenaren wel een tandje bij mogen zetten. In die brief schrijft ze strenger toe te zullen zien op de beantwoording van schriftelijke vragen. De termijn van maximaal zes weken wordt nu geregeld door ministeries overschreden. Als verbetering uitblijft, wil Arib mogelijk zelfs een extra Vragenuur instellen.

Arib ziet zich gesteund door diverse Kamerleden. Volgens D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma zit er misschien wel veel werk in het voorbereiden van de vragen, echt onder de indruk van die voorbereiding is hij niet. ‘De kwaliteit van de antwoorden is soms zo algemeen dat ik niet goed begrijp dat er zoveel werk in zit.’ Volgens Sjoerdsma is ‘het duel met de minister’ evenwel een essentieel onderdeel van de democratie. Ook GroenLinks-Kamerlid Liesbeth van Tongeren ziet dat zo. Volgens haar is de kunst in dat duel door het ambtelijk voorwerk heen te prikken. Over de vele werkuren merkt ze op: ‘Democratie is niet goedkoop.’