Europa's rijksten verdienen 9 keer zoveel als de armsten
De inkomensongelijkheid in Europa is toegenomen, blijkt uit onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het verschil tussen arm en rijk is is sinds 1985 gegroeid in het overgrote deel van de lidstaten van de OESO. Dat komt doordat er in deze landen steeds meer vraag is naar hoogopgeleid personeel. Daardoor blijft de groei van laagopgeleiden sterk achter bij die van hogeropgeleiden.
De kloof is niet alleen in Amerika en Groot-Brittannië toegenomen, maar ook in Europa. Gemiddeld verdient de rijkste 10 procent van de bevolking nu negen keer zoveel als de armste 10 procent. Duitsland piekt met een gemiddelde inkomensstijging van 0,1 procent van de armsten en 1,6 procent bij de rijkste 10 procent. Ook In Nederland, Denemarken en Zweden en een soortgelijke trend te zien, maar dan minder hevig, aldus het rapport.
Van de Europese landen zijn België en Frankrijk de enige landen die zich onderscheiden. De armste huishouders gingen er daar juist op vooruit. Secretaris-generaal van de OESO Angel Gurria benadrukt dat met de groter wordende kloof het sociale contact tussen de verschillende lagen van de bevolking onder druk staat.
Deze studie maakt korte metten met het idee dat de vruchten van economische groei door de gehele bevolking worden geplukt, en dat grotere ongelijkheid opwaartse sociale mobiliteit stimuleert.