'Philip Morris gebruikt kinder- en dwangarbeid'
• 14-07-2010
• leestijd 2 minuten
Op tabakplantages in Kazachstan werken kinderen van tien jaar en worden mensen de papieren afgenomen, zodat ze niet weg kunnen
Tienjarigen met uitslag in hun nek van het dragen van de tabak en werknemers van wie de papieren worden afgepakt en die niet mogen vertrekken. Kinder- en dwangarbeid zijn een wijdverbreide praktijk op de plantages van tabakproducent Philip Morris in Kazachstan. Dit staat in een rapport dat mensenrechtenorganisatie Human Right Watch (HRW) woensdag publiceert.
Kinderarbeid moet op zich al scherp veroordeeld worden, zo stelt het rapport van HRW, maar het te werk stellen van kinderen op tabakplantages is bijzonder kwalijk, omdat de kinderen hier ook nog eens aan hoge doses nicotine worden blootgesteld. Dat schrijft de Amerikaanse krant
New York Times woensdag.
Slechts een klein deel van de tabak die Philip Morris inkoopt, komt van de plantages in Kazachstan. En de sigaretten die hiervan worden gemaakt, worden alleen in de voormalige Sovjet Unie verkocht. De fabrikant zegt dan ook op internationaal niveau tegen kinderarbeid te zijn en veranderingen te willen aanbrengen in zijn aankoopbeleid in het Centraal Aziatische land.
Tegelijkertijd is kinderarbeid op boerderijen en plantages in Centraal Azië niet ongebruikelijk. Toch moet in het geval van de tabaksproductie extra maatregelen worden getroffen, vindt HRW.
Volgens de rapportage van de mensenrechtenorganisatie zijn de omstandigheden op de Kazachse plantages voor volwassenen al gevaarlijk, laat staan voor kinderen. Het gebrek aan schoon drinkwater dwingt de arbeiders bijvoorbeeld om te drinken van het zwaar met pesticiden vervuilde irrigatiewater te drinken.
HRW ontdekte nog veel meer overtredingen op de plantages waar Philip Morris zijn tabak haalt en dringt er bij het concern op aan veranderingen aan te brengen. De sigarettenfabrikant zegt dat het beleid reeds is aangepast en dat niet wordt ingekocht bij plantages waar gebruik wordt gemaakt van kinderarbeid.