Premier Erdogan biedt nabestaanden Armeense genocide condoleances

De Armeense genocide, of voor ontkenners: de Armeense kwestie, is al jaren een fel bediscussieerd onderwerp in Turkije. In 1915 werden respectievelijk tussen de 500.000 (dat zeggen de Turken) en 1,5 miljoen Armeniërs om het leven gebracht. Hoewel Turkije nog steeds weigert te spreken over ‘genocide’ is het de eerste keer dat een Turkse leider zijn medeleven aan de nabestaanden betuigt.

24 april is het 99 jaar geleden dat, in de nadagen van het Ottomaanse rijk, deportaties en later massamoorden begonnen die vele Armeniërs het leven kostten. In een statement op de overheidswebsite zegt premier Erdogan nu dat er sprake is van ‘een gezamenlijke pijn’. Hij doet een oproep aan alle verschillende volken om nader tot elkaar te komen. In zijn brief rept de premier zelf overigens met geen woord over genocide.

Erdogan:

Het gebruiken van de gebeurtenissen in 1915 als excuus voor vijandigheid tegen Turkije en het verdraaien van de zaken en van de kwestie een politiek conflict maken, is niet toelaatbaar. De incidenten van de Eerste Wereldoorlog zijn onze gedeelde pijn. Het evalueren van deze pijnlijke periode in de geschiedenis vanuit een juiste perspectief, is  een wetenschappelijke verantwoordelijkheid.”

Daarom kondigt de Turkse regering een commissie aan die de gebeurtenissen in 1915 op een wetenschappelijk niveau zal bekijken. Turkse, Armeense en ander internationale historici zijn aangetrokken om een grote rol te spelen in het uitzoeken van wat zich destijds exact heeft afgespeeld. Turkije erkent de genocide niet, maar diverse internationale organisaties en landen, waaronder Nederland sinds 2004, hebben de massamoord wel als genocide erkend.

Lees hier de brief van Erdogan

cc-foto: Fortum Sverige