Sander Dekker zet door: publieke omroep mag niet meer vermaken

De televisieprogramma’s die op de publieke omroep worden uitgezonden mogen niet meer louter vermaken. Dat maakte staatssecretaris Sander Dekker (OCW) afgelopen oktober al bekend. Ondanks veel kritiek vanuit de NPO en de omroepen, maakte hij dinsdag, tijdens een presentatie van de nieuwe mediawet, bekend vast te zullen houden aan zijn plannen.

De staatsecretaris vindt dat de publieke omroep zich meer zou moeten richten op informatie, educatie en cultuur en minder op entertainment in de programma’s. Volgens Dekker horen amusementsprogramma’s als Bananasplit , Ranking the Stars en de Slechtste Chauffeurs van Nederland niet bij het publieke bestel en zouden die dus ook niet met belastinggeld bekostigd moeten worden.

Vanuit Hilversum is er met verontwaardiging gereageerd op de plannen van de staatssecretaris. De NPO en de omroepen verklaren toch entertainment te willen blijven uitzenden. Dekker laat daarom weten niet volledig afwijzend tegenover amusement als middel te staan. “Amusement is een belangrijk vehikel om bij te dragen aan educatie. Maar amusement is geen doel op zich”, aldus de staatssecretaris. Daarbij noemt hij De Wereld Draait Door als goed voorbeeld voor de juiste balans tussen amusement en educatie.

Volgens de staatssecretaris moet de publieke omroep waakzaam blijven. Uit Amerikaans onderzoek blijkt namelijk dat jongeren televisie niet meer op traditionele wijze consumeren. “Als de omroepen blijven doen wat ze nu doen in Hilversum, bestaat de kans dat ze de boot missen en de nieuwe generatie afhaakt”, aldus Dekker.  

In de nieuwe mediawet  wordt ook de uitgangspositie van de NPO versterkt. Die moet als overkoepelende organisatie gaan toetsen of de omroepen zich aan de kerntaken houden. Omroepen die geen goede en creatieve ideen hebben zullen zendtijd verliezen. Daarnaast moet er meer ruimte gemaakt worden voor externe (maatschappelijke) organisaties die educatieve programma’s willen maken.

Dekker streeft ernaar de nieuwe mediawet vanaf januari 2016 in te laten gaan.