Slavernij en kinderarbeid bij kledingketen ZARA

Wie weer een nieuwe broek of een nieuwe schoenen bij de Spaanse kledingketen Zara wil kopen, kan zich beter even achter de oren krabben. Het bedrijf is namelijk – wederom – in opspraak gekomen vanwege slavernij en kinderarbeid. Nu in Argentinië.

La Alamada, de lokale arbeidsorganisatie, tipte de Argentijnse autoriteiten dat Boliviaanse immigranten – kinderen incluis – kleding voor de keten produceren in mensonwaardige omstandigheden. Een aantal arbeiders verklaarde meer dan 13 uur per dag te werken en de fabriek niet zonder toestemming te mogen verlaten. Inmiddels is een onderzoek ingesteld naar de vermeende illegale ateliers en kinderarbeid. In 2011 kwam de keten al, om dezelfde reden, in opspraak.

De Vlaamse krant De Standaard schrijft over de kwestie:

Juan Gomez Centurion, het hoofd van de gezondheids- en veiligheidswaakhond van het land, bezocht onverwachts drie fabrieken die onder meer kleding voor Zara produceren. Hij verklaart dat ‘hij er mannen en kinderen aantrof die op dezelfde plaats werken en leven. Ze waren niet ingeschreven en leefden er in verschrikkelijke omstandigheden. Geen van hen had officiële documenten bij zich. De arbeiders worden er tegen hun wil vastgehouden en mogen de fabriek niet verlaten zonder toestemming van hogerhand.'”

In november 2012 werd Zara nog door Greenpeace beschuldigd van het gebruik van giftige en kankerverwekkende stoffen in de kleding. In 2011 werden 14 Boliviaanse en Peruviaanse arbeiders uit een illegale fabriek in het Braziliaanse Sao Paulo gered. In die zaak is het bedrijf veroordeeld tot het betalen van een boete van 410.000 euro en moest het de arbeiders in kwestie vergoeden. In 2005 stortte Spectrum Sweater, een kledingfabriek in Savar in Bangladesh in, met als gevolg vele doden en gewonden. Spectrum produceerde onder meer voor Zara.