'Soberder WW helpt werkloze niet sneller aan een baan'

Eén jaar WW, één jaar een uitkering op minimumniveau en dan de bijstand in. Dat staat werklozen te wachten als het regeerakkoord werkelijkheid wordt. Economen uiten dinsdag in Trouw kritiek op de maatregelen die VVD en PvdA voorstellen.

Mensen zouden sneller aan het werk gaan als ze niet, zoals nu, tot ruim drie jaar 70 procent van hun laatstverdiende loon op hun rekening krijgen bijgeschreven. Dat is de aanname die achter de plannen voor de ww schuilt. Maar of deze realistisch is?

“De vraag is niet alleen of dit werkt, de vraag is ook of het wenselijk is”, zegt Econoom Pieter Gautier van de Vrije Universiteit in Amsterdam: 

Je kunt de WW ook afschaffen, dan gaan er vast meer mensen aan het werk. Maar met die uitkering willen we ze beschermen tegen al te grote inkomensschokken. Al dreigt steeds wat economen ‘het moreel gevaar’ noemen: dat de WW werklozen kieskeurig maakt zodat ze niet hard zoeken naar iets nieuws. Tussen die bescherming en dat gevaar moet je het evenwicht vinden.

Voor Ronald Dekker, econoom aan de Universiteit van Tilburg, is het eenduidiger:

Er is echt een forse ingreep in de hoogte van de WW nodig om een minimaal effect te bereiken, dat is uitgebreid onderzocht. Stel, mensen zijn gemiddeld elf maanden werkloos. Halveer je de uitkering dan zijn ze nog 10,5 maanden werkloos. Logisch, want je beïnvloedt de individuele werkloze, maar niet de werkgever bijvoorbeeld; structureel verandert er al met al niets.

Veel effectiever dan morrelen aan de WW-uitkering, vindt Dekker, is om bestaande regels goed uit te voeren. “Het UWV, dat werklozen nu begeleidt, zit steeds minder ruim in zijn middelen. En dat is het understatement van het jaar. Steek daar geld in. Laat het UWV zijn werk goed doen.”

Gautier heeft zijn twijfels. “Veel trainingen van werklozen leiden niet tot een hogere baankans. Ik zou de effectiviteit goed testen, voor daar goed bedoeld geld aan uit te geven.”

Trouw, betaalde toegang: Sobere WW helpt werkloze niet aan een baan