Sybrand Buma: 'Wij in een links kabinet? Keep on dreaming'

Partijen op links die hopen dat ze met het CDA een progressief kabinet kunnen vormen, moeten waarschijnlijk hun verlanglijst drastisch bijstellen. Sybrand Buma is namelijk niet van plan ‘een linkse agenda uit te voeren’. Dat zegt de CDA-leider in een interview met het AD.

Het CDA wordt door zowel linkse als rechtse partijen als de partij die een coalitie over links óf rechts mogelijk moet maken. De partij van Sybrand Buma steeg deze week in de peilingen. Buma zelf weigert vooralsnog terug te flirten met welke andere partij dan ook. Die weigering, in combinatie met een groeiende populariteit, leidt ertoe dat andere partijen Buma niet alleen voor zich proberen te winnen, maar ook aanvallen.

PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher deed dat bijvoorbeeld. Na eerder te hebben gezegd graag samen met het CDA op te willen trekken, verweet hij Buma afgelopen week ‘een grote bek’ te hebben. ‘Dat verrast mij ook,’ laat Buma weten.

‘Dan wil hij vrijen, dan weer slaan. Hij wilde verbinden, noemde mij ‘ook een man van waarden’. En nu krijg ik hem vol in het gezicht. Ik denk dat Asscher zelf vooral even moet nadenken wat zijn positie ten opzichte van mij is.’

Volgens Buma zijn de aanvallen van Asscher ook nergens op gebaseerd. Hij was immers de laatste jaren geen beleidsmaker, verduidelijkt Buma, maar zat met zijn CDA in de oppositie:

‘Ik zou zeggen: val niet de boodschapper aan, maar kijk wat je er zelf van gemaakt hebt. Die arbeidsmarkt zit nu niet goed in elkaar. En wie was er minister? Dat was Lodewijk Asscher zelf.’

Ook van rechts moet Buma het ontgelden. Volgens de CDA-leider is de code om het qua taalgebruik netjes te houden ‘aan alle kanten met voeten getreden’. Onder meer door de vraag van VVD-staatssecretaris Wiebes die vroeg wat het CDA ‘in jezusnaam heeft bijgedragen’ de afgelopen jaren.

Buma snapt overigens wel waar die sneer vandaan komt:

‘Ik heb benoemd dat diens (Wiebes, red.) reorganisatie van de Belastingdienst een puinhoop was. Niet zo gek dat daar aanmerkingen op worden gemaakt. Tegen Rutte zeg ik: kijk hoe je het ministerie van Justitie hebt geleid. Twee ministers en een staatssecretaris zijn afgetreden. En dan gek staan te kijken dat er kritiek is. Dat is toch de arrogantie van de macht?’

De kritiek die Buma op de andere partijen levert is niet nieuw, de persoonlijke aanvallen op hem wel. Dat partijen als PvdA en VVD hun toon hebben gewijzigd ligt er volgens Buma aan dat de campagne van die partijen niet loopt als verwacht: ‘Kennelijk zijn Rutte en Asscher in paniek.’

Hoewel Buma stevige kritiek heeft op de VVD, sluit hij niet uit dat hij plaatsneemt in een volgend kabinet samen met die partij:

‘Het is afwachten wat er gebeurt na de verkiezingen. Maar één van de kerndingen is dat de politiek ook een morele taak heeft. Kijk naar de uitspraken die Rutte deed in Zomergasten. Die vond ik gewoon premier-onwaardig. Maar je moet ook bereid zijn samen te werken. Dit is een coalitieland.’

Zich uitspreken voor een gedroomde coalitie doet Buma, die ook herhaalt premier te willen worden, echter niet. ‘We zijn een middenpartij, dus wij streven altijd naar een middencoalitie.’

Waar Buma wel stellig in is, is het niet willen uitvoeren van een ‘linkse agenda’. Zoals bijvoorbeeld het afkondigen van een nieuw kinderpardon, iets waar de meeste linkse partijen zich sterk voor maken:

‘Ja, en wij gaan dat dus niet uitvoeren. Daarom is die vrijage van links ook zo gek. Zij willen een progressief kabinet dat het CDA mogelijk moet maken. Het CDA gaat géén progressief kabinet mogelijk maken. No way, dan kennen ze mij nog niet.’

Op de vraag of het dan toch een nieuwe samenwerking met de VVD wordt, antwoordt Buma:

‘We moeten streng zijn. Een links kabinet begint met een kinderpardon. En met taallessen vanaf dag één. En met uitgeprocedeerden die hier mogen blijven. Dat is een agenda die ik niet uit ga voeren. Dus keep on dreaming allemaal.’

Dat Buma met zijn CDA naar de gunsten van de rechtse kiezer hengelt blijkt ook uit een interview met de Telegraaf. Daarin pleit hij er onder meer voor dat schoolkinderen voortaan weer ‘staand’ in de klas het Wilhelmus gaan opdreunen. Ook moet er ‘respect voor de koning en koningin’ worden bijgebracht, aldus Buma.