'Uitgezette kinderen moeten terug'

Sommige van de uitgezette kinderen kunnen en moeten terug naar Nederland worden gehaald. Dat is een van de belangrijkste conclusies van het VARA-debat Uitgezet dat afgelopen maandag in het Humanity House in Den Haag werd gehouden.

De afgelopen tien jaar zijn vele honderden kinderen uitgezet naar landen die ze zich niet of nauwelijks nog herinnerden. Hun ouders hadden in Nederland om politiek asiel gevraagd, maar raakten uitgeprocedeerd. Ze kregen de keuze om vrijwillig te vertrekken in ruil voor geld of onder dwang door de Nederlandse overheid te worden uitgezet. Politiek verantwoordelijke bestuurders verzekerden dat het goed zou komen met deze kinderen in het land van hun ouders. Maar hoe het ze daadwerkelijk verging na hun uitzetting, is nagenoeg onbekend.

Deze vraag is de aanleiding voor de vierdelige documentaireserie ‘Uitgezet’ van de VARA, waarin verslaggever Sinan Can samen met documentairemakers kinderen heeft opgezocht in Irak, Afghanistan, Angola, Armenië en Kosovo. De serie werd voorafgegaan door het debat in het Humanity House maandag.

SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen pleit in dat debat voor terugkeer van uitgezette kinderen in die in schrijnende situaties terecht zijn gekome:

“Als er kinderen zijn uitgezet, en dat heeft tot schrijnende situaties heeft geleid. (…) Hoezo zouden we dan niet nog een poging kunnen doen om in die gevallen te kijken of we de kinderen kunnen terug halen.”

Peter Rodrigues, hoogleraar immigratierecht aan de Leiden Universiteit, wijst erop dat dat in de praktijk heel ingewikkeld gaat worden. “Dan zou er sprake van moeten zijn dat het voorzienbaar was dat het belang van het kind zou worden geschonden door uitzetting. (..) Op grond van een aantal casussen en op grond van de kennis die toen aanwezig was, zou je dat zeker kunnen bepleiten. Dan zou herziening kunnen plaatsvinden.”

Fried Didden, veldonderzoeker Kosovo Health Foundation, reageert vanuit het publiek: 

“(…) Zodra er sprake is van een gedwongen ‘vrije’ keuze, ofwel forced repatriation , gaat het in bijna alle gevallen slecht met de kinderen en dat kan ik bewijzen.”

Op verzoek van het team van de VARA-serie Uitgezet zijn nu voor het eerst cijfers bekendgemaakt over het aantal asielkinderen dat de laatste jaren gedwongen of zelfstandig Nederland is uitgezet: 

Sinds 2007 hebben 2.665 kinderen het land moeten verlaten. 1.484 van hen (55,7%) zijn uitgezet in de bestuursperiode van minister Leers (CDA). Dat heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek van het ministerie van Justitie bekendgemaakt op verzoek van de makers van de VARA-documentaireserie ‘Uitgezet’. Die is vanaf 26 juni te zien op Nederland 2.

Opvallend is dat van deze groep 1.236 asielkinderen onder dwang zijn uitgezet. De overigen zijn zelfstandig vertrokken, dat wil zeggen onder begeleiding van het IOM (International Organization for Migration). Ze kregen een vliegticket en een geldbedrag mee.

2.316 kinderen (86,9%) zijn in gezinsverband uitgezet, van hen viel 42% (1.119 kinderen) in de groep van 0 tot 6 jaar. De groep kinderen die zich het moeilijkst aanpast aan repatriëring, de groep tussen 12 en 18 jaar, omvatte 877 kinderen (32,9%).

‘Uitgezet’, een vierdelige documentaireserie over het lot van uitgezette asielkinderen, op woensdag 26 juni en 3, 10 en 17 juli, om 21.15 uur bij de VARA op Nederland 2 . Meer informatie vindt u hier