Werelderfgoed wordt stortplek voor bagger

Australië heeft sinds vorig jaar een conservatieve regering en al zou je het uit de aanduiding niet afleiden in ‘conserveren’ zijn ze erg slecht. Althans als het gaat om natuur. De overheid heeft nu groen licht gegeven voor een omstreden project van de mijnbouwsector waarbij miljoenen tonnen bagger gestort gaan worden in een van de kwetsbaarste natuurgebieden te wereld.

De bagger wordt gedumpt in het gebied van het Groot Barrière Rif, een natuurgebied dat behoort tot het werelderfgoed. De North Queensland Bulk Ports Corporation heeft daartoe een vergunning gekregen van milieuminister Greg Hunt, een conservatief die eerder al maatregelen om co2-uitstoot tegen te gaan ongedaan maakte en klimaatwetenschappers trachtte tegen te spreken met informatie die hij van Wikipedia had gehaald.

De bagger is afkomstig van de uitbreiding van de haven van Abbott Point, die wordt verlangd door de mijnbouwbedrijven in het achterland. Critici stellen dat de bagger ook op het land kan worden opgeslagen maar die mogelijkheid is niet eens onderzocht. Dumpen van de bagger was de enige optie die het bedrijfsleven voorstelde. De toezichthouder van het gebied is akkoord omdat de bagger wordt gedumpt op een plek, 20 kilometer ten noorden van de haven, waar geen koraal groeit.

Een woordvoerder van het Wereldnatuurfonds spreekt van een ‘droevige dag’ voor het rif. De Verenigde Naties dreigen als reactie het gebied, dat op de werelderfgoedlijst staat, de status van ‘bedreigd’ toe te kennen.

The Age: Dredging dumping permitted within Great Barrier Reef waters