Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Wie zwijgt, stemt toe

  •  
10-12-2009
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
huis
Uit financiële overwegingen doen Nederlandse media geen onderzoek naar burgerslachtoffers in Uruzgan. Door deze laakbare houding zijn ze medeverantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen.
Donderdag 10 december is de dag van de Rechten van de Mens. Dus tijd voor een statement…. De laatste veertig maanden reisden zo’n 500 Nederlandse en buitenlandse journalisten op kosten van Defensie naar Uruzgan. Ze verbleven en aten daar op kosten van Defensie. Ze maakten gebruik van vertalers en reden rond in peperdure voertuigen, ook op kosten van Defensie.
Nuchter gezien is de houding van deze collega’s een schending van artikel 8 van de Code van Bordeaux. Deze Geboden voor Journalisten zegt dat ‘het aanvaarden van steekpenningen, in welke vorm ook, tot het verrichten of het achterwege laten van enige publicatie,’ een ernstig journalistiek vergrijp is.
Welnu: Niemand vroeg bij vertrek de rekening. Een retourtje Amsterdam-Tarin Kowt kost normaliter zo’n 1200 euro. Het enige hotel vraagt 140 dollar voor een kamer. En reken voor een vertaler honderd euro. Autohuur buiten de stad kost een veelvoud. Let wel: per dag. Tel uit je winst!
Als tegenprestatie voor de gratis service moeten de media het werk dat ze vanuit Uruzgan sturen voorleggen aan de censor. Die kijkt of de reportages geen militair gevoelige gegevens bevatten, of informatie die de missie compromitteert. Vanuit voorlichtingsoogpunt een slimme zet. Eenmaal thuis blijven je gasten loyaal. Je spuugt niet in de bron waaruit je hebt gedronken.
Sinds het begin van de missie in Uruzgan op 1 augustus 2006 is het daarom stil gebleven over de honderden burgerdoden in de strijd tegen het terrorisme. De laatste slachting op 11 juni, waarbij Nederlandse helikopters twee auto’s met totaal veertien inzittenden beschoten en 8 mensen stierven en vier gewond raakten, bleef nagenoeg onvermeld. Onder de slachtoffers bevonden zich de moeder, de zoon, de schoondochter en een kleinkind van één familie. En verder? Opnamen van verwoeste of opgeblazen huizen zijn taboe. Over excessen als het gebruik van stroomstokken en verdwijningen in de provincie waarbij militairen zijn betrokken hoor je zo goed als niks.
Uit financieel oogpunt je mond houden is schandalig. Want ook voor journalisten geldt het adagium: wie zwijgt stemt toe. De Nederlandse media mag men na ruim drie jaar Nederlandse militaire aanwezigheid in Uruzgan schuldig verzuim verwijten. Vergelijkbaar met de nalatige houding tijdens de Atjeh-oorlogen (1873-1910) en de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949). Het melden en onderzoeken van mensenrechtenschendingen is een plicht, zeker als eigen militairen daarvoor mogelijk verantwoordelijkheid dragen. Dus trek uw mond open!
De foto toont alledaagse terreur in Uruzgan zoals dat niet mag worden getoond door collega’s. Het woonhuis van Mohammed Anwar in het dorp Markese Kana in het district Deh Rawod werd vorig jaar augustus door Amerikaanse militairen en lokale politiemensen verwoest. In de straat vlakbij zijn huis werd een gat gevonden waarin -zo was volgens hen de vrees- een bermbom zou worden begraven. Anwar ontkent iedere betrokkenheid. ‘Ze waren uit op mijn geld en bezittingen. Ze hebben eerst het huis leeg gehaald en toen opgeblazen. Ik werk voor de regering.’ De schade bedraagt zo’n 68.000 dollar. Hij protesteerde zelfs bij president Hamid Karzai. Anwar is niet het enige geval. Lees mijn website er maar op na. Voor wie het niet weet: Het humanitair oorlogsrecht definieert plundering en het vernietigen van woonhuizen zonder militaire noodzaak als een oorlogsmisdrijf.
Prettige dag verder.
Dit stuk staat ook op arnoldkarskens.com

Meer over:

wereld, nieuws
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.