Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Als met Oud & Nieuw ineens de paniek over het leven toeslaat

  •  
15-12-2020
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
130 keer bekeken
  •  
IMG_12491
Je wilt niet weten Bram, wat voor psychedelische reis ik, in die luttele laatste seconden voor twaalf uur, in dat tijdloze zwarte gat, afleg. De geesten van heden, verleden en toekomst nemen me mee
Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen maandelijks over de geestelijke gezondheid. Dit is de vierde aflevering.
Ach, Bram…
Wat is het vroeg donker. En de kortste dag moet nog komen. Veel mensen hebben vroeger dan ooit de feestverlichting opgehangen dit jaar, ongetwijfeld om de coroniale lamlendigheid te bezweren. En zo bewegen we ons richting oudjaar…
Het lijkt haast een religieus ritueel, hoe wij die laatste seconden van het jaar beleven, vind je niet? Na een gezellige, ontspannen avond staan we opeens plechtig in een halve cirkel tegenover de beeldbuis. Eerst babbelen we nog opgewonden door elkaar. Iemand morrelt met de fles die straks lekker krachtig open moet ploppen, iemand geeft glazen door. Ergens midden in dit nerveuze geredder vallen we stil.
Ben ik de enige die in die stilte in een tomeloos diep gat in tijd en ruimte tuimelt? Je wilt niet weten Bram, wat voor psychedelische reis ik, in die luttele laatste seconden voor twaalf uur, in dat tijdloze zwarte gat, afleg. De geesten van heden, verleden en toekomst nemen me mee, net als ze met Scrooge deden, maar sneller, oh, sneller dan het licht.
Wat heb jij gedaan dit jaar, Mirjam Vriend? Wat heb jij neergezet?
Ik besefte vandaag dat ik dit nog nooit hardop heb gezegd: hoe nietig ik me voel als dit ontzagwekkende moment aanbreekt. Ik zou elk willekeurig moment in een jaar wel kunnen treuren om elk moment dat achter me ligt en nooit meer terugkomt, alsof je voortdurend achterwaarts de toekomst inloopt, maar ik kan dat gevoel doorgaans redelijk onderdrukken door flink aan de gang te blijven. Maar niet op 31 december, niet om één minuut voor twaalf.
Op de een of andere manier confronteert het me met mijn sterfelijkheid, met alle sterfelijkheid, met alles wat ik niet vast kan houden, met alles wat buiten mijn macht ligt; met mijn nietigheid. Ja, ik geloof zelfs dat ook de eindigheid van het leven van onze planeet voorbij komt in die desolate film die ik zie om één voor twaalf.
Ben ik hierin uitzonderlijk, Bram? Om één voor twaalf kan ik niet meer weglopen voor die akelige gedachte dat alles, inclusief ikzelf, ooit verdwijnt. Ik zie dat veel dingen die ik doe aangejaagd worden door deze angst. Ik wil voelen dat het ertoe doet dat ik hier ben, ik moet elke dag voelen dat die dag heel relevant was. Dat mijn handelen en denken heel relevant was. Een voetafdruk achterlaten, een nagalm… wat doe ik hier anders…
Na een paar glazen wijn roep ik graag dat we teveel doen in plaats van zijn. En dat we met dat doen ons bestaansrecht bestendigen. En dat dat onnodig is, omdat we dat bestaansrecht sowieso hebben. Dat vind ik ook echt. En de andere aangeschoten figuren aan tafel vinden dat steevast ook. Maar wie van ons brengt het in praktijk? Ik loop mezelf de hele dag te verwezenlijken. Ik probeer betekenis te geven. Ik breng kortom geen bal terecht van mijn eigen mooie theorietje. En anderen?
Het gevecht met die eeuwige vraag naar de zin van het bestaan. Daar gaat dit geloof ik over, Bram. Die vraag is een sluipmoordenaar, als je het mij vraagt. Een ophitser, een onruststoker. Gejaagd door het eindigheidsbesef ben ik stiekem doodsbang dat ik op een dag stil ga zitten en niets meer doe als ik ophoud met mezelf voortjagen. En dat dat stilvallen een soort van verdwijnen blijkt te zijn. Een soort sterven.
Ik denk ook niet dat het iets uitmaakt of je in God gelooft of niet. Ik geloof namelijk eigenlijk best wel, ik zeg dat met enige gêne, want ik kom uit een intellectueel milieu waar geloven gelijk staat aan domheid. Opmerkelijk is wel dat mijn atheïstische, intellectuele moeder op haar terminale ziekbed veel boeken over God begon te lezen, zij het uit een wat alternatievere hoek…
Maar ook het vooruitzicht dat er misschien een zeer vriendelijke God, met zeer sympathieke engelen en ook nog wat fijne oude bekenden, op me staan te wachten doet niets af aan het feit dat ik panisch aan het leven hang. Na mijn vijftigste alleen maar meer. En dat ik alles in het werk stel om straks niet met veel spijt mijn laatste adem uit te blazen, want stel dat ik me dan realiseer dat ik maar wat heb lopen lanterfanten…
Klopt mijn indruk dat de Nederlandse volksaard hier ook wel een beetje debet aan is? Zit het bestaansrecht verdienen door wat je doet niet ook een beetje in onze cultuur verankerd? Is het misschien zelfs een beetje een klimaatkwestie; het is hier meestal niet warm genoeg om ons te dwingen tot stilstand, zodat we samen voor ons huisje zouden gaan zitten, in de schaduw, met een kruikje wijn en goed gezelschap. En de Scandinavische mens schijnt juist weer bij elkaar te kruipen om samen donker en kou te bezweren. Wij zitten klimatologisch tussen wal en schip.
Ik wens jou en de jouwen een zeer ontspannen, vredige laatste minuut van dit jaar toe, Bram.
En alle lezers van dit stukje ook.
Warme groet,
Mirjam
Dag Mirjam,
Wat kun je het toch prachtig formuleren! Het is mijn vak, en ook wel mijn karakter als ik eerlijk ben, om het vervolgens toch weer terug te brengen tot de meest basale feiten. En wat blijft er dan bij mij hangen? Dat je de typisch menselijke vraag stelt naar ‘de zin van het leven’, en dat die vraag bij je naar boven komt naar aanleiding van de naderende jaarwisseling.
Ik zal je eerst maar even een algemeen betoogje geven: de mens is vrij zeker het enige zoogdier dat nadenkt over de zin van het leven. Onze huisdieren wekken ook niet echt de indruk daar ooit mee bezig te zijn, toch? De vraag naar de zin van het leven spookt rond in de hersenschors, het deel van ons brein waar het redeneervermogen zetelt. En zoals je waarschijnlijk weet: de mens onderscheidt zich vooral van de andere zoogdieren door het bezit van die neocortex. Want zo heet de buitenkant (cortex = schors) van onze hersenen in potjeslatijn. Zonder hersenschors verschillen we echt amper meer van bavianen…
Wat zou het nut zijn van het stellen van die vraag naar de zin van het leven? Waarom willen wij daar een antwoord op, terwijl de behoorlijk verwante mensapen zich er niet over opwinden? Zou het niet zijn dat we moeite hebben met de basale conclusie dat voortplanting de soort in stand houdt, niet meer of minder? Natuurlijk wil je het leven van meer betekenis voorzien als mens. We hebben allemaal de behoefte om meer te zijn dan een reproductie-machine…
Maar, en dan kom ik bij jou, waarom maakt de een zich er druk over, en de ander niet? Ik weet het antwoord ook niet, maar ik zie wel een overlap met psychische kwetsbaarheid: mensen die aan zichzelf twijfelen en zich kwetsbaar voelen, vragen zich ook vaker af wat het allemaal voor zin heeft, dat gedoe hier op aarde. De mensen die hun eigen leven beëindigen zijn vaak vastgelopen in de conclusie dat het leven voor hen geen zin meer heeft.
Het is interessant om ook een andere levenshouding eens nader te beschouwen: als het leven geen zin heeft, betekent dat niet dat je er niet van kunt genieten. En dat tref je bij de onverbeterlijke optimisten, de flierefluiters: ze plukken de dag, en laten hun humeur zelden ondermijnen door de minder leuke kanten van het leven. Er is oorlog en geweld, er gaan mensen dood, ook heel dierbare, maar helpt het om daar over te gaan somberen? Je kunt het leven omarmen zonder je druk te maken over de vraag of het wel zin heeft…
Wat zegt het over jou dat je op de drempel van het jaar wordt bevangen door existentiële twijfels? Ik heb werkelijk geen idee, en denk ook niet dat er een deskundige is die daar betrouwbare uitspraken over kan doen. De ervaring die ik met andere mensen heb is dat iedere twijfelaar zijn/haar piekmoment heeft. En dat die sterk verschillen: de dag dat je vader overleed, of de dag dat je oudste kind werd geboren, je eigen verjaardag of die van een dierbare: er zijn talloze persoonlijke hoogte- en dieptepunten in ons leven gekoppeld aan een bepaalde datum.
Mijn persoonlijke overtuiging is dat daar ook veel conditionering in mee speelt: als het spreekwoordelijke hondje van Pavlov raak jij in de eindejaarsdip. Onder invloed van allerlei factoren die jij je niet eens bewust bent. Misschien speelt de geur van oliebollen in deze tijd van het jaar wel een rol, weten wij veel. Mijn advies aan jou is om je er zo min mogelijk druk over te maken. De jaarwisseling is lastig, nou en? In therapieland wordt deze benadering ACT genoemd: Acceptance and Commitment Therapy. De centrale gedachte: juist door je er tegen te verzetten laat je het vaak groter worden.
Dus wat mij betreft sluiten we dit jaar af met de tip om dit tot een goed voornemen te verheffen: piekeren heeft geen zin, dus waarom zal ik dat nog doen? Er zijn gedurende een jaar altijd momenten dat het lastig wordt, maar waarom zal je je daar druk over maken? Oudejaarsavond vind je lastig, maar waarom zal je niet proberen te genieten van de mensen om je heen, een glas met bubbels en een oudejaarsconference? Zolang je zorgt dat het glas tenminste halfvol is kom je ook deze avond wel weer door…
Ik wens je nu al een feestelijk uiteinde!
Bram
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.