Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De bank is een tegenpartij. Altijd

  •  
17-04-2018
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
173 keer bekeken
  •  
9930783516_c8a48d1649_z

© cc-foto: Bankenverband

Tel je vingers na als een bankier je een hand heeft gegeven
Maandagavond belichtte Radar het gevaar van aflossingsvrije hypotheken. Je betaalt dan wel rente maar lost de hoofdsom niet af. Als ze eindigen staat de bank op de stoep om te incasseren. Geen geld, dan wordt je huis geveild want dat is onderpand voor de lening. Zo heeft de bank alle risico op het bordje van de klant geschoven. De laatste tijd komen steeds meer mensen daar achter. Zij proberen over te stappen naar een hypotheek waarbij wél wordt afgelost. In dat geval leggen de banken een boete op omdat ze dan vergeleken bij de oorspronkelijke aflossingsvrije hypotheek er aan rente-inkomsten bij inschieten. Opnieuw weten ze het risico bij de klanten te leggen.
Aflossingsvrije hypotheken waren in de wilde jaren voor de crisis van 2008 heel populair. Tussenpersonen kregen hoge provisies als ze huizenkopers er een wisten aan te smeren want ze zijn voor banken zeer lucratief. De klant kreeg te horen dat ze maximale hypotheekaftrek opleverden. Zo kon hij “de fiscus mooi een poot uitdraaien”. De term “aflossingsvrij” klinkt  heel positief. Net zoiets als “rookvrij”, “verkeersvrij” of “risicovrij”. Zelden werd de klant op het hart gedrukt toch vooral zélf te sparen om aan het eind van de hypotheek de hoofdsom af te kunnen betalen. Of om te beseffen dat hij zijn huis tijdig verkocht moest hebben om aan de hoge verplichtingen te kunnen voldoen. Een met een aflossingsvrije hypotheek gefinancierde woning kan in de meeste gevallen niets anders zijn dan een tijdelijk bezit. “Vrij” wijst in dit geval niet op vrijheid of ruimte maar op een last. Het komt in de buurt van misleidende reclame. Net als “spaarbeleg”, ook zo’n term uit die jaren. De aflossingsvrije hypotheek is een verre verwant van de woekerpolis.
Wat leren wij hieruit? Een bank is per definitie géén dienstverlenende instelling. Het is een bedrijf dat beter van je wil worden. Het primaire doel is niet je te helpen maar je lichter te maken. In principe is daar natuurlijk niets tegen. Elke winkelier probeert zoveel mogelijk te verkopen. Alles wat er in de supermarkt te lezen valt met betrekking tot “voordeel”, “prijsverlaging” en “korting” is bedoeld om jouw portemonnee niet te vullen maar te legen. Vroeger had je in Rotterdam op de Jonker Fransstraat  de zaak van Crazy Hans, die de indruk gaf gek genoeg te zijn om computers tegen te lage prijzen te verkopen. Hans was helemaal niet gek. Die was reteslim. En de internetbank KNAB, een onderdeel van Aegon, gebruikt de slogan “Werkt in jouw voordeel”. Aegon, is dat bedrijf niet juist berucht om de woekerpolissen?
Een bank is een tegenpartij, altijd. Een bank is op eigen voordeel uit. Niet op het jouwe. Dat is niet erg maar besef het wel. Tel je vingers na als een bankier je een hand heeft gegeven.
Toch is er één groot verschil tussen banken en gewone bedrijven. Een supermarkt of een aannemer kan failliet gaan. Onderdeel van het spel. Maar banken zijn too big to fail. Met hun ondergang tasten ze de fundamenten van de hele samenleving aan. Daarom moeten de belastingbetalers ze wel redden als het mis gaat. Dat hebben we de afgelopen tien jaar geleerd. Banken zijn eigenlijk maar in één ding echt goed: een ander laten opdraaien voor het risico. Het is daarom altijd grappig om te zien hoe bankiers proberen zich als ondernemers voor te doen. Wees alert als je afspraken met ze maakt. Verlies geen moment je concentratie. Denk dagen na over de deal en lees alle kleine lettertjes. Anders ben je nog meer de klos.

Meer over:

banken, opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.