Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Bekende en onbekende links tussen Saoedi-Arabië en Al-Qaeda

  •  
15-09-2013
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
RTEmagicC_df1cd740a6.jpg
De verhoudingen, vijandschappen en allianties in het Midden-Oosten zijn lang niet zo eenduidig als sommigen ze willen voorstellen
Van het rapport dat het U.S. Congress liet opstellen over de 911-aanslagen bleef een deel geheim. Wat over deze 28 pagina’s uitlekte suggereert dat ze over uit Saoedi-Arabië afkomstige personen gaan op wie de kapers in de VS konden rekenen voorafgaand aan hun terreurdaden op 11 september 2001. Familieleden van slachtoffers begonnen procedures, maar onder George W. Bush bleven de 28 pagina’s Top Secret.
Abdulaziz al-Hijji Voordat hij president werd beloofde Barack Obama een einde aan de geheimhouding, maar eenmaal in het Witte Huis voelde hij daar niets meer voor. Met de kwestie Abdulaziz al-Hijji werd de doofpot onder Obama zelfs nog iets voller. Verleden jaar bleek dat de uit Saoedi Arabië afkomstige al-Hijji een maand voor de aanslagen in 2001 uit de VS vertrok, richting Saoedi Arabië. Hals over kop, want hij liet ‘een riante villa, drie auto’s, kleding, een gevulde koelkast en een nog werkende zwembadpomp’ achter. Later dook al-Hijji op in Londen, waar hij werkt voor de Saoedische staatsoliemaatschappij Aramco.   Al-Hijji had een illustere kennissenkring. Mohammed Atta en Marwan al-Shehhi, die zich op 9/11 te pletter vlogen tegen de torens van het World Trade Center, bezochten zijn huis in Sarasota, Florida. Ook Ziad Jarrah, de kaper van het vliegtuig dat in Pennsylvania crashte, kwam langs. Dit beruchte drietal leerde een vliegtuig besturen op Venice Airport, gelegen op 30 kilometer afstand van het huis waaruit al-Hijji zo overhaast vertrok.   Esam Ghazawi Dat huis was eigendom van Esam Ghazawi, de financieel adviseur van prins Fahd Bin Salman, een neef van de voormalige Saoedische koning. Fahd Bin Salmans jongere broer, prins Ahmed Bin Salman, liet op 16 september 2001 met al even grote haast als al-Hijji de VS achter zich. Dat deden er toen meer. In totaal 140 Saoedi’s vertrokken kort na 9/11, met volledige medewerking van de Amerikaanse autoriteiten. Hun identiteit bleef veelal onbekend, omdat Washington ook daarover geheimhouding in acht neemt.   In het geval van Ahmed Bin Salman lag de reden voor de hand, want hij was een van de drie Saoedische prinsen waarover Osama Bin Ladens luitenant Abu Zubaydeh verklapte dat zij tot de financiers van de 9/11-aanslagen behoorden. In de zomer van 2002 kwamen deze drie prinsen plotseling te overlijden.   Omar al-Bayoumi Verschillende Amerikaanse en Britse media hadden aandacht voor kwestie al-Hijji en er kwam een procedure onder de Freedom of Information Act op gang. De FBI bleef glashard ontkennen, maar sprak zich vervolgens een tikkeltje tegen: “Het openbaar maken van bepaalde geheime informatie over de koninklijke familie van Saoedi-Arabië zou specifieke onderzoeksdoelwitten onthullen in verband met nationale veiligheid.”   Met zoiets had de FBI misschien nog kunnen wegkomen als er niet zoveel andere verdachte gedragingen van Saoedi’s rond 9/11 waren opgevallen. Dat de aan de inlichtingendienst van Saoedi Arabië verbonden Omar al-Bayoumi financiële middelen ontving van de dochter van de Saoedische prins Bandar, om vervolgens ten behoeve van 9/11-kapers een bankrekening te openen (bij een bank waar een oom van George W. Bush directeur was), is maar een voorbeeld.   Dwars Met dergelijke informatie in het achterhoofd moet je goed je best doen om te ontkennen dat de Saoedische machtselite dikke maten was met de 9/11-kapers. Mede gezien de vriendschap tussen George W. Bush en de verdachte prins Bandar is het minstens even moeilijk om te negeren dat daar in de hoogste regionen van de VS op zijn minst kennis over bestond. Op zijn minst, want onverklaarde omstandigheden als 7 World Trade Center, het gebouw dat instortte zonder dat er een vliegtuig aan te pas kwam, laat ik hier nog buiten beschouwing.   De gemeenschappelijke afkeer van Iran vormt in de betrekkingen tussen Washington en Riyad uiteraard een belangrijk hoofdstuk. Daar komt ook Israël om de hoek kijken. Voor de Saoedi’s is ondertussen niet Israël, maar Iran de primaire vijand. Omgekeerd geldt iets soortgelijks en dan blijkt veel mogelijk. Zo kocht Saoedi-Arabië Israëlische wapens in voor Syrische rebellen die vechten tegen Irans partner al-Assad. Rebellen die voor een deel behoren tot het aan al-Qaeda verwant geachte al-Nusra.   Israël Nu we bij het lijntje VS/Israël/Saoedi Arabië/al-Qaeda zijn beland moet me van het hart dat me iets dwars zit. In het artikel, Fijne jongens toch, die vijanden van al-Assad , schreef ik dat al-Qaeda nimmer aanslagen pleegt op Israëlische doelen. Het artikel was nog maar net online of ik begreep dat met al-Qaeda in verband gebrachte salafisten vorige maand vanuit Libanon een raketaanval op Israël ondernamen. Althans, dat bleek uit een tweet waarin de verantwoordelijkheid werd opgeëist.   Bij dergelijke aanvallen op Israël, zonder doden of gewonden, lijkt de intentie soms bijna symbolisch. Vergeleken met de aan al-Qaeda toegeschreven aanslagen in Irak, waarvan duizenden sjiieten het slachtoffer werden, was het in ieder geval geen erg in het oog springende actie. Maar hoe dan ook, er ligt hier een tegenstrijdigheid en dat is irritant. Er zijn echter verklaringen denkbaar die van de tegenstelling een paradox maken.   Consensus Volgens de consensus is al-Qaeda een eenduidige organisatie met vastomlijnde doelstellingen. Logisch, want al-Qaeda moet (samen met Iran) het vijandbeeld opvullen dat de Sovjet Unie achterliet en dan wil je geen meerduidige definities. BBC-documentairemaker Adam Curtis dacht daar anders over. Hij behoort tot degenen die menen dat al-Qaeda een doelbewust gecreëerde mythe is en in werkelijkheid niet bestaat.   Ik ga hier niet vaststellen of Curtis gelijk heeft, maar zijn argumenten plaatsten sowieso serieuze vraagtekens bij het beeld van al-Qaeda als centraal geleide organisatie. Wat dan overblijft is een verzamelnaam, voor soennitisch jihadistische groeperingen met geweld in het repertoire, waarvan doelstellingen, doelwitten en allianties niet noodzakelijkerwijs overeen hoeven te komen. Anders gezegd, iedere soennitische fundamentalist met een setje wapens kan zich al-Qaeda noemen.   Hezbollah Een andere mogelijkheid is dat de aanslag als presentje was bedoeld voor de fundamentalistische achterban van al-Qaeda. Dat die bij voorkeur in de waan moet worden gelaten dat het al-Qaeda in de eerste plaats om Israël te doen is, bespeurde ik al in de anti-Israëlische retoriek van wijlen Osama Bin Laden. Aangezien Israëlische doelen hoogst sporadisch door al-Qaeda worden aangevallen, was de gewenste indruk mogelijk aan een poetsbeurt toe.
Evenmin valt uit te sluiten dat de raketaanval op Israël in werkelijkheid door de sjiietische Hezbollah werd gepleegd. Israël ontkende stellig dat Hezbollah verantwoordelijk was. Voor een land dat er geen gebruik van maakt om Hezbollah vrij te pleiten naar mijn smaak net even te stellig. Bekruipt je toch de gedachte dat Israël het gênant vindt om in Syrië vergelijkbare ambities als al-Nusra te hebben. Benadrukken dat al-Qaeda het toch wel degelijk op Israël heeft voorzien is dan een logische volgende stap. De timing van de raketaanval door de vermeende Libanese tak van al-Qaeda op Israël blijft daarom speciaal.       Ach ik weet het, Israël houdt vol geen partij te willen zijn in Syrië. Maar vorige week nog eiste de pro-Israëlische lobbyorganisatie AIPAC (u weet wel van de spionageschandalen) instemming van congresleden met een Amerikaanse afstraffing van al-Assad. AIPAC wenst natuurlijk dat de VS maatregelen tegen de Syrische dictator onderneemt omdat hij zulke vreselijke dingen doet tegen zijn bevolking, maar en passant zou Iran zo een door Israël ondertekende boodschap over massavernietigingswapens krijgen. Dat wil zeggen, de wapens die het land van de Ayatollahs begeert in antwoord op het arsenaal massavernietigingswapens waar Israël al vele decennia over beschikt en waarover het geen verdragen wil ondertekenen.   Rusland stak er voorlopig een erg slim stokje voor en dat is maar goed ook, want het spreekt voor zich dat met een Amerikaanse aanval op Syrië de spanning in de regio nogal onpraktische vormen had kunnen aannemen. Nu vooral goed oppassen dat al-Qaeda-achtigen, neocons, AIPAC, Saoedi Arabië en andere oorlogshitsers zoals de Turkse regering, niet alsnog hun zin krijgen.   
Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012).   Volg Peter Edel ook op Twitter.

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.