Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Zes betere oplossingen dan het subsidiëren van de individuele popmuzikant

  •  
14-11-2017
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
118 keer bekeken
  •  
9431319339_d8b593b9c7_k

© cc-foto: Vini

Allereerst acht ik de overheid niet bij machte te bepalen wat goeie muziek is en wat niet en ten tweede kan de overheid zich op andere manieren nuttiger maken
De argumenten van de VVD   zijn mij wat aan de simplistische kant maar ik ben het in principe met hen eens dat we popmusici niet meer direct zouden moeten subsidiëren. Allereerst acht ik de overheid niet bij machte te bepalen wat goeie popmuziek is en wat niet – wie verdient wel subsidie en wie niet? – en ten tweede kan de overheid zich op andere manieren véél nuttiger maken voor (pop) muziek. Om een aantal opties te noemen:
1) Live bands en DJ’s hebben behoefte aan laagdrempelige podia in kleine, gemakkelijk vol te krijgen etablissementen. Die hebben echter veel last van de geluidshinderwet. De overheid kan bepalen dat bepaalde gebieden een amusementsfunctie hebben waar ruimte is voor hardere muziek
2) De overheid kan een stop op nieuwe middelgrote concertzalen instellen en in plaats daarvan de geluidsisolatie van kleinere podia (café’s etc) subsidiëren
3) De (lokale) overheid kan cultuurgeld voor middelgrote podia ‘oormerken’: koppelen aan een plicht om lokale en regionale artiesten te boeken
4) De overheid kan budget voor de Publieke Omroep koppelen aan de plicht om Nederlandse musici een podium te bieden
5) De overheid kan in het middelbaar onderwijs meer aandacht creëren voor de geschiedenis van de popmuziek, niet alleen vanuit kunsthistorisch perspectief maar ook als een opvallend sociaal economisch en technologisch fenomeen. Popmuziek is een uitstekend handvat voor de geschiedenis van in ieder geval de eerste 45 naoorlogse jaren. Wie jongeren bewust maakt van de rol van popmuziek creëert ook een nieuwe markt voor popmuziek
6) De overheid kan investeren in de ontwikkeling van goedkoper, beter isolatiemateriaal, iets waar iedereen op termijn baat bij heeft als onze bevolkingsgroei niet wordt afgeremd.
Mijns inziens heeft het subsidiëren van individuele artiesten iets bedenkelijks omdat je over smaak nu eenmaal niet kunt twisten (nou ja dat kan dus wel, maar het eens worden is lastiger). Investeren in de infrastructuur voor popmuziek (kleine podia/café’s) en het wegnemen van barrières voor het tot bloei komen van de markt creëert echter een eerlijker speelveld voor álle artiesten.
Als de overheid geld steekt in artiesten die het al goed doen is dat vreemd, maar niet vreemder dan wanneer de overheid succesvolle artiesten negeert en in plaats daarvan een soort culturele nivelleringspolitiek begint. Het beste kan de overheid zich wat mij betreft überhaupt niet als Smaakpaus opstellen maar in plaats daarvan een visie presenteren en die financieren. Die visie zou moeten zijn: “wij in Nederland vinden popmuziek belangrijk en willen internationaal meetellen zoals we dat eerder ook deden. Wij zorgen voor de randvoorwaarden, vullen jullie het zelf verder maar in!”
Wie bang is dat zonder subsidie alle ‘goede’ muziek verdwijnt en Nederland compleet ‘verbauert’, maak je geen zorgen. Voor goede muziek is markt zat in Nederland. Alleen is er een gebrek aan plekken om de waar te verhandelen. Bij de klant leeft maar beperkt bewustzijn van wat er allemaal in omloop is omdat alleen DWDD er één minuut per uitzending aan wijdt. Maar die minuut is vaak voldoende om een carrière te lanceren. Méér van dat soort minuten dus, méér laagdrempelige podia, meer ‘musical awareness’. De rest is aan ons muzikanten zelf.

Meer over:

politiek, opinie, kunst
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.