Nu ons land de waarschijnlijk zwaarste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog moet doorstaan, zien we dat een gemeenschappelijk maatschappelijk belang zonder terughoudendheid boven komt drijven
Brengt het coronavirus de door velen zo gewenste ommekeer in onze samenleving teweeg? Zo zijn de eerste effecten van de Green Deal van Frans Timmermans onbedoeld nu al merkbaar. En laten we hopen dat er ook een einde komt aan de heftige polarisatie in ons land.
Want kijk eens naar de mensen die Nederland draaiende houden. Onder hen bevinden zich bovengemiddeld veel biculturele Nederlanders. Zij werken als verpleegkundigen en artsen in onze ziekenhuizen; zitten achter de kassa’s in de supermarkten of zorgen voor het razendsnel opvullen van de lege schappen. Daarnaast besturen ze onze trams en bussen, maar runnen ook zo’n 45 procent van de Rotterdamse apotheken.
Begin deze eeuw: dienstbaarheid werd ondergeschikt aan politieke dogma’s De opkomst van het politiek populisme in Nederland, begin deze eeuw, heeft ook in de marketing- en communicatiesector de nodige impact gehad, zo schreef ik twee jaar geleden op ons toenmalige blog over wat we vroeger etnomarketing noemden.
Twintig jaar geleden publiceerde de gemeente Rotterdam de lokale stadskrant in vier verschillende talen: Nederlands, Turks, Arabisch en Portugees. Ook andere organisaties en commerciële bedrijven probeerden hun relaties zo goed mogelijk te bedienen. Verzekeringsmaatschappij RVS drukte Turkstalige brochures, postorderaar Neckermann en verzekeraar Centraal Beheer ontwikkelden direct mailcampagnes in dezelfde taal. Zorgverzekeraar Agis bracht eveneens meertalige informatie uit, terwijl De Lotto probeerde deelnemers in de Arabische taal te werven. De publieke omroep zond niet alleen het meertalige voorlichtingsprogramma Paspoort uit, ook de kinderserie Circus Kiekeboe werd in het Turks, Tamazight en Papiamento geprogrammeerd.
Maar in de eerste vijf jaar van deze eeuw kwam de omslag. Want wat begon met de Fortuyn-revolutie, groeide stap voor stap uit naar een samenleving waarin dienstbaarheid binnen onze multiculturele samenleving ondergeschikt werd gemaakt aan politieke dogma’s. In de gemeente Gouda werd op straat een lichtkrant geplaatst met de ‘normen en waarden’ waar elke inwoner van de stad zich aan diende te houden, waaronder “Op straat spreken we Nederlands”.
Onder druk van populistische politici werden wetenschappelijke studies soms genegeerd. Zo lagen ook aan het hiervoor genoemde Circus Kiekeboe gedegen onderzoeken ten grondslag: want kinderen die van jongs af aan twee talen onder de knie krijgen (zoals Nederlands en Turks, of Nederlands en Mandarijn), maken volgens verschillende wetenschappers meer kans om op termijn beide talen beter te beheersen dan die ene taal die ééntalig opgevoede kinderen zich eigen hebben gemaakt. De oorzaak ligt waarschijnlijk in de parallellen die meertaligen onbewust tussen verschillende talen leren trekken. Hun bewustzijn over taal is eenvoudigweg groter.
Overheidsvoorlichting in buitenlandse talen werd grotendeels stopgezet De Fortuyn-revolutie leidde tot het grotendeels stopzetten van overheidsvoorlichting in andere talen dan het Nederlands. Daar waar Engelstalige informatie soms nog werd gegeven, werd het gebruik van talen als Turks, Arabisch en Papiamento bijna geheel in de ban gedaan. Let wel: zelfs onder het presidentschap van Donald Trump zijn veel websites van de Amerikaanse overheid nog steeds tweetalig (Engels en Spaans).
Nu pleit ik zeker niet voor een ongebreideld gebruik door de Nederlandse overheid van talloze buitenlandse talen. Maar om er voor te zorgen dat statushouders en andere recente immigranten snel hun plek in de Nederlandse samenleving weten te vinden, kan het ontwikkelen van overheidsinformatie in talen als het Arabisch en Tigrinya zonder meer nuttig zijn.
Bij het al of niet kiezen voor het gebruik van buitenlandse talen, zouden politieke overwegingen eigenlijk geen rol mogen spelen: het maatschappelijk belang hoort altijd centraal te staan.
Nu ons land de waarschijnlijk zwaarste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog moet doorstaan, zien we dat een gemeenschappelijk maatschappelijk belang zonder terughoudendheid boven komt drijven. Want de voorlichting over COVID-19, het corononavirus, wordt door het ministerie van VWS zeer terecht in meerdere buitenlandse talen gegeven. Zo geeft een abri aan de Rotterdamse Westzeedijk overheidsadviezen in het Arabisch, Turks, Spaans, Pools en Engels. En op de website van de rijksoverheid is ook informatie in het Papiamento te downloaden.
Het coronavirus zet ons dus niet alleen qua CO2-uitstoot wat terug in de tijd. In de wijze waarop we voorlichting geven aan recente immigranten, hebben we de klok zelfs twintig jaar terug gezet. En daar is niets mis mee.