Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De beleidspandemie

  •  
15-02-2021
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
61 keer bekeken
  •  
14313102574_18ba173d48_b

© cc-foto: Roel Wijnants

Beleid is bedoeld om uitvoering richting te geven. Het is zinloos om dat permanent te doen, beleidsvorming zou tijdelijk moeten zijn
De Nederlandse overheid is nodeloos ingewikkeld georganiseerd, hopeloos vastgelopen en kan niets meer uitvoeren. Het rijtje is bekend: Gronings gas, vaccinatie, toeslagen. Oorzaak is het scheiden van beleid en uitvoering. Andere landen doen het op hun manier wellicht beter. Dat is grofweg het betoog van Sander van Walsum zaterdag in de Volkskrant. Er passen enige aanvullingen.
De enige bron van Van Walsum constateert dat het in de jaren negentig fout is gegaan met het op afstand zetten van uitvoeringorganisaties. Echter, reeds in de jaren zeventig ging het mis. Toen raakte het in zwang beleid als een doel op zichzelf te zien. Uitvoering maakte plaats voor vergezichten over de maakbare samenleving. De klassieke wijsheid uit de politicologie dat beleid een ratio voor acties is, verdween uit beeld.
Een signaal dat het uit de rails begon te lopen, was in de jaren tachtig de puinhoop die het ministerie van Buitenlandse Zaken had gemaakt van het fabriceren van een paspoort. Terwijl het land verbijsterd toekeek, lukte dat maar niet. Waar gebeurd. Ik vroeg er wel eens naar als jonge ambtenaar in de kennismakingsrondes in het diplomatenklasje, maar niemand op het departement maakte zich daar echt druk over.
In de jaren negentig stond het beleidsprobleem al op de agenda. De agenda van allerlei deftige commissies en hooggeleerde praatgroepen. Zo lossen wij problemen rond de overheidscrisis altijd op, met commissies en praatgroepen. Die dan na afloop een dik boek met wijze beschouwingen laten uitgeven. Dat heet in mijn vakgebied de parallelle kwaal: dat wat dominant is in het primaire proces van een organisatie, beïnvloedt de cultuur. Na meer dan dertig jaar bij tientallen overheidsorganisaties over de vloer te zijn geweest, kan ik u verklappen dat het gebed zonder eind rond de beleidspandemie vooral veroorzaakt wordt doordat bij de Rijksoverheid veel mensen werken die alleen maar freischwebend intelligent zijn. Contact met de praktijk wordt niet gezocht.
Dat blijkt ook uit de volgende mijlpaal in het beleidsdrama in 2003, het rapport Tussen beleid en uitvoering van de Algemene Rekenkamer. De Rekenkamer had geen enkel voorbeeld kunnen vinden waar de Rijksoverheid de uitvoering in de hand had. De Rekenkamer pleitte er voor eens een tijdje niets te doen aan beleid, nog steeds een waardevol advies.
Het stuk van Van Walsum concentreert zich op het Rijk, maar de overheid kent vele vertakkingen. Vooral bij het meest omvangrijke overheidsonderdeel, de lokale overheid, gaat veel uitvoering goed. Maar ook daar heeft het dédain voor uitvoering her en der toegeslagen. Honderden kilometers Amsterdamse kade en tientallen bruggen staan op instorten, volgens de verantwoordelijke wethouder wegens gebrek aan aandacht voor onderhoud. Gaat naar schatting 2 miljard kosten.
Drie pagina’s na het grote artikel van Van Walsum, staat in de kantlijn een kort bericht dat gemeenten vanwege de transitie van de jeugdzorg in totaal 1,7 miljard schuld hebben. Weer iets dat de Rijksoverheid blind over de schutting heeft gegooid. Gemeenten luiden de noodklok. Openbare voorzieningen zijn de dupe.
Daar schuilt een groot gevaar. Kiezers willen snel gevaccineerd worden, wensen dat treinen op tijd rijden als het vriest en dat uitkeringen zonder gedoe worden uitgekeerd. Mensen denken dat ‘de politiek’ dat allemaal niet goed regelt en stemmen voor een deel om die reden op populisten. Misschien moeten we ons daarom eens wat minder druk maken over wie er voor wat moet aftreden. Staatsrechtelijk noodzakelijk, maar het leervermogen van de betrokken organisaties gaat er niet op vooruit. En dat is veel belangrijker. In plaats van aan de politiek met zijn inmiddels rituele enquêtes en de schijnbewegingen daarna veel aandacht te schenken, verdienen de grote dilemma’s in de uitvoering meer aandacht.
Daarvoor is een praktische insteek aan de orde. Beleid is bedoeld om uitvoering richting te geven. Het is zinloos om dat permanent te doen, beleidsvorming zou tijdelijk moeten zijn. Maar eenmaal aangestelde beleidsmedewerkers blijven beleid verzinnen. Maak van elke poging tot beleid in overheidsorganisaties een project dat de uitvoering dient en ondersteunt. Zet er iemand op die geen vakspecialist is, maar zodanige affiniteit met het (beleids)onderwerp heeft, dat die vanzelfsprekend geneigd is aanpalende beleidsterreinen te betrekken. Dat is van belang om snel tot de essentie te komen. En dat onderscheidt beleid dat werkt in de praktijk.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.