Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De sultan, de imam en de farao

  •  
02-12-2012
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
RTEmagicC_df1cd740a6.jpg
De Israëlische aanval op Gaza was aanleiding voor de Turkse premier Erdogan om alle vocale registers open te trekken tegen de zionistische staat. Omdat hij dat ook regelmatig doet tegen het regime van al-Assad in Syrië ontstaat de indruk van een regeringsleider die stelling neemt tegen onrecht en onderdrukking. Erdogan meet echter met twee maten, want hij ziet geen bezwaar in een goede relatie met de door het Internationaal Strafhof van genocide beschuldigde Omar al-Bashir, de president van Soedan. Erdogan ontving al-Bashir in Turkije en ging naar Soedan om hem te bezoeken. Dat deed hij op basis van de gevaarlijk naïeve redenering dat al-Bashir een moslim is en daarom per definitie niet schuldig kan zijn aan geweld, laat staan aan genocide.
Volgens de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Turkije, Morton Abramowitz, draagt Erdogan er met investeringen in Soedan toe bij dat al-Bashir in het zadel blijft (1). Zal zeker, maar Abramowitz heeft een dubbele agenda. Hij is namelijk een pleitbezorger van Fethullah Gülen, de in de VS woonachtige Turkse imam die op deze pagina vaker de revue is gepasseerd. Erdogan kan tegenwoordig moeilijk met Gülen door een deur en dat gegeven dringt zich uiteraard op wanneer hij kritiek van Abramowitz op zijn bord krijgt. 
Machtsstrijd  Nadat Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) in 2002 aan de macht kwam werd Erdogan door Gülen gesteund bij het verdrijven van het kemalistische establishment uit de Turkse staat. Nadat die klus was geklaard tekenden zich de inzichtelijke verschillen af tussen de premier en de imam, met sinds 2010 een serie conflicten als consequentie. Een machtsstrijd werd aanvankelijk door beide partijen ontkend, maar dat lukte steeds minder en de laatste tijd doet men daar niet eens meer moeite toe. Gülens media in Turkije transformeerden zo van regeringsgezind tot kritisch ten aanzien van Erdogan. De gevoerde argumenten zijn zeker niet irrelevant.
Abramowitz’ kritiek op zijn band met al-Bashir illustreert dat. Way to go Gülen-beweging, zou je zeggen. Het blijft echter een aartsconservatieve club, met volstrekt onduidelijke doelstellingen. Een griezelig geheel ook, met volgelingen die aan alle wensen van hun onbetwiste leider zullen voldoen. Bovendien hebben Gülens volgelingen binnen justitie talloze critici van de beweging in de Silivri-gevangenis opgeborgen, zonder uitzondering op basis van de meest idiote voorwendselen. 
Ahmet Sik  Een paar weken verscheen de journalist Ahmet Sik voor een interview op het televisiekanaal Skytürk 360. Eerder dit jaar kwam hij na een jaar voorarrest in afwachting van een proces vrij. Sik werd gearresteerd omdat hij een boek wilde publiceren over Gülens invloed op politie en justitie. Hij zei in het interview door vertegenwoordigers van Gülen te zijn benaderd na zijn vrijlating. De hoca efendi in Pennsylvania vond het vervelend wat hem gebeurd was. Sik moest er hartelijk om lachen. 
Sik en Erdogan zijn wat betreft Gülen op een merkwaardige manier aan dezelfde kant komen te staan, al ligt het daarmee nog niet voor de hand dat ze elkaar zullen mogen. Vast staat dat Erdogan terugslaat naar Gülen. Zo interpreteert de imam in ieder geval het voornemen van de premier om instituten te sluiten waar scholieren worden voorbereid op universitair onderwijs. Kwam hard aan bij Gülen; zijn beweging heeft een stevig aandeel in die markt. Hij reageerde als door een wesp gestoken en riep vanuit de Pocono-bergen zijn volgelingen op tot weerstand (2). 
Gaza  Terug naar Erdogans reactie op de Israëlische aanval op Gaza. Dat hij nagenoeg alle diplomatieke banden met Israël heeft verbroken breekt hem nu op. In Egypte is Mohammed Morsi net even slimmer geweest. Hij is evenmin fan van de zionistische staat, maar verbrandde niet alle schepen achter zich zoals Erdogan. Stelde hem in staat te bemiddelen tussen Israël en Hamas, met een wapenstilstand en een Amerikaanse pluim als resultaat. Erdogan stond met een klein bijrolletje beteuterd toe te kijken. Een groot verschil met twee jaar geleden toen de islamitische wereld nog zwaar onder de indruk was van zijn retoriek tegen Israël. Toen leek Turkije nog een leidende rol te krijgen binnen de regio, wat nauw aansloot bij de neo-Ottomaanse aspiraties van de AKP. Met de stunt van Morsi was die positie opeens voor Egypte weggelegd. 
De prachtvolle eeuw  Het gezichtsverlies dwong Erdogan tot een afleidingsmanoeuvre. Dit keer niet abortus, of de doodstraf, maar de televisieserie De prachtvolle eeuw (Muhtesem Yüzyil). Deze soap gaat losjes over de tijd van sultan Suleyman ‘de prachtvolle’, maar is verder zo onhistorisch als het Oude Testament. Twee jaar geleden was er al kritiek. Daar sloot Erdogan bij aan, waarbij zijn passie over het Ottomaanse verleden er duimendik bovenop lag.
Natuurlijk is het Erdogans goed recht om een mening te uiten, al zou je dat in dit geval eerder van cultuurminister Ertugrul Günay verwachten. Die zei pas iets nadat Erdogan justitie had opgeroepen om de producenten van De prachtvolle eeuw te vervolgen en hoongelach onder tegenstanders zijn deel werd. Maar goed, de afgang over Gaza stond er iets minder door in de schijnwerpers en daar ging het maar om. Overigens toonde columnist Koray Caliskan zich in de krant Radikal verbaasd dat Erdogan tijd heeft om naar een onbenullige televisieserie te kijken…
Morsi  Morsi kiest voor een andere benadering ten aanzien van Israël dan Erdogan, maar verder vallen vooral overeenkomsten tussen hen op. Die gaan verder dan de betrekkingen met de VS. De Milli Görüs-beweging waar Erdogan zijn politieke carrière begon is de Turkse variant van Morsi’s Moslim Broederschap. Beiden weten zich gesteund door vijftig procent van de stemmers. Die bevinden zich in het conservatieve deel van de bevolking, waar mensenrechten en democratische principes ondergeschikt zijn aan islamitische beginselen. Doet seculiere Turken en Egyptenaren in gelijke mate voor religieuze dwang vrezen.
De omstandigheden waar Morsi nu mee geconfronteerd wordt doen denken aan de situatie in Turkije toen de AKP aan de macht kwam. Erdogan zag zijn partij de verkiezingen van 2002 winnen, maar realiseerde zich dat de staat nog bemand werd door het kemalistische establishment. Precies zoals de overblijfselen van de Mubarak-periode nu door Morsi als sta-in-de-weg worden beschouwd. Het verschil is dat de AKP zich nu in een volgende fase bevindt. De kemalisten zijn de laatste tien jaar voor een belangrijk deel verdreven en zoals ik eerder al schreef deed Erdogan dat in samenwerking met Fethullah Gülen. Vooral omdat in diens beweging het intellectuele kader zat om de vacante posities op te vullen. Aanvankelijk geen probleem, maar naarmate de inzichtelijke verschillen met Gülen uit de schaduw kwamen van de gemeenschappelijke kemalistische vijand, werd Erdogan zich zo een nieuwe opponent binnen de staat gewaar. Heel goed mogelijk dat Morsi dit soort lessen in overweging neemt wanneer hij met het verdrijven van de Mubarak-kliek uit de Egyptische staat begint. 
Verder doet de recente onderneming van Morsi om zich boven de wet te plaatsen denken aan Erdogans ambitie om in 2014 president te worden met allerlei nieuwe volmachten. Vooralsnog is het volstrekt onduidelijk hoe en door wie hij gecontroleerd gaat worden als hij zijn zin krijgt. Eerder werd de introductie van het Amerikaanse presidentiële systeem gesuggereerd, maar Erdogan voelt er niets voor om op de vingers gekeken te worden zoals Obama door het Congres. Dat schiet niet op vindt de ‘sultan’; hij wil zijn handen vrij hebben. ‘Farao’ Morsi lijkt zoiets ook van zins.
Massale demonstraties tegen de regering, zoals momenteel in Egypte, zijn er de laatste jaren niet meer in Turkije. Wie zijn oor te luisteren legt bij seculiere Turken weet echter dat het ongenoegen geenszins verstomd is geraakt. Protesteren is echter een heikele bezigheid geworden. Talloze critici en demonstranten zijn de laatste jaren in het ‘concentratiekamp’ Silivri terechtgekomen. Niet alleen de massa, maar ook de media trekken daar lering uit: zelfcensuur is gemeengoed op Turkse redacties. Of het in Egypte onder Morsi tot een staat van angst naar Turks model komt zal de tijd leren, maar de tekenen beloven niet veel goeds. Natuurlijk, ik weet het, de kemalisten en de niet minder corrupte en ondemocratische Mubarak-kliek moesten verdwijnen. Hun tijd is voorbij. Maar wat is er voor in de plaats gekomen…
Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012).
Volg Peter ook op Twitter

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.