Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De summer of love was een misselijkmakende zeikvertoning

  •  
28-06-2021
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
772 keer bekeken
  •  
hippiesvondelpark

© Foto: Hans Peters / Anefo

Als ik het woord hippie hoor, krijg ik nog steeds een weeë smaak in de mond. Wat een kwijlebabbels.
Half Nederland maakt zich – lijkt het wel – op voor de definitieve bevrijding. Het spiegelt zich aan de mythe van de summer of love die zich meer dan een halve eeuw geleden zou hebben afgespeeld. Het begon allemaal in 1967 te San Francisco en verspreidde zich van daar uit over de hele westerse wereld. Ook Nederland kwam aan de beurt.
Ik stond erbij en keek er naar. Ik heb het allemaal aan den lijve ervaren: die summer of love was een misselijkmakende zeikvertoning. Als ik het woord hippie hoor, krijg ik nog steeds een weeë smaak in de mond. Wat een kwijlebabbels.
In 1967 haalde ik mijn diploma gymnasium alfa, toen het gymnasium nog een echt gymnasium was met zeven uur Latijn en zes uur Grieks per week. Ik werd onder meer aan de tand gevoeld door professor Bomhoff, de vader van de rare Eduard Bomhoff, die tijdens Balkenende I nog een paar maanden minister is geweest. In die dagen werden de mondelinge examens aan de gymnasia namelijk afgenomen door rondreizende comités van hoogleraren.
Hierna bracht ik mijn persoonlijke bevrijding tot stand door me in te schrijven aan de Universiteit van Amsterdam. Daarvoor moest je nog persoonlijk verschijnen om langs allemaal tafeltjes te gaan. Ik was goed voorbereid: lid worden van de ASVA, de Algemene Studentenvereniging Amsterdam vanwege de kortingen en het abonnement op het weekblad Propria Cures , me aansluiten bij de Studenten Vak Beweging (SVB), bij de Universitaire Sportvereniging Amsterdam gaan, niet vanwege de sport maar vanwege ‘t Okshoofd , een van de weinige tenten die tot in de vroege ochtenduren open bleef en waar Mick Jagger wel werd gesignaleerd. Na ‘t Okshoofd probeerde ik dan toegang te krijgen tot de Witte Ballon op de Geldersekade vanwege de bruinebonensoep. De Amsterdamse grachten zijn onvergelijkelijk mooi als de zon net op is en er een beetje mist tussen de kademuren hangt.
Ik had voor al die lidmaatschappen pasfoto’s bij me. Uiteindelijk volgde de inschrijving tot student zelve, ten bewijze waarvan een collegekaart werd uitgereikt, correct gestempeld en ook van pasfoto voorzien. Het collegegeld bedroeg tweehonderd gulden en het inschrijfgeld twintig. Ik weet eigenlijk niet meer of je dat contant moest betalen. Wel dat je als student niet zonder een rekening kon bij de Gemeentegiro Amsterdam. Mijn rekeningnummer was H3420. Dat kan nu wel gezegd worden want deze voortreffelijke instelling is reeds lang geleden opgeslokt door de Postbank, die weer onderdeel is geworden van de voor Nederland zo schadelijk gebleken ING.
Aan deze bevrijding was veel vooraf gegaan. De moderniseringen van het Tweede Vaticaanse Concilie waren aan mijn Sint Franciscus College niet voorbijgegaan zodat de scherpe kantjes van het geloof er wel waren afgesleten. Eloy Everwijn schreef in onze schoolkrant, de Nieuwe Semafoor, opstandige stukjes met koppen als “Het verschil tussen een provo en een baron”.
Ik deed mijn huiswerk altijd met de radio aan. Naar Veronica luisterde ik al lang niet meer, behalve misschien naar Joost mag het weten tussen zeven en acht uur ‘s avonds. Ik stemde af op  de Britse piraten. Radio Caroline was te gelikt. Ik ging voor Radio London op 266 meter net als veel leeftijdsgenoten die hun ontsnapping verbeidden. Ik was ook niet voor de Beatles. Ik was voor de Stones.
Overigens voerde de Britse regering in mijn bevrijdingsjaar 1967 een strenge wet in die de zeezenders dwong de handdoek in de ring te gooien.
Ik ging dus studeren in de grote stad Amsterdam, waar de Provo’s zich wereldroem hadden verworven, waar rookbommen voor de Gouden Koets waren geworpen, waar alles kon en alles mocht, waar iedereen die durfde, zijn kans kreeg. Naar Amsterdam verhuisde je als de braafheid uit de jaren van de wederopbouw je de neus uit kwam. Je zocht vrijheid voor alles en iedereen. Ik vond op den duur een toevluchtsoord bij Koffiebar Roodmerk, waar de anarchisten dubbele boterhammen met kaas kwamen eten. Op een middag zag ik de vrijheid en het geluk in beeld gebracht aan de andere kant van de Oude Hoogstraat. Daar stapte een meisje op hoge hakken. Slecht een klein stukje van haar eindeloze dijen bleven onder een zwart minirokje verborgen. Er zijn van die dingen die een mens  waarschijnlijk tot het uur van zijn dood gedetailleerd blijft onthouden. Uit één ooghoek zag ik dat een lange jongen haar naderde. Hij stopte. Zij ging eerst door haar knieën en zette een plastic tas op het plaveisel. Daarna kwam ze in een vloeiende beweging als een ballerina overeind, sloeg haar armen om de schouders van die jongen, ging op haar tenen staan en gaf hem een lange kus. Dit wilde ik ook.
Willen en krijgen zijn echter verschillende zaken. Meestal kwam ik ‘s nachts alleen in het Okshoofd terecht, te midden van lotgenoten en paartjes die elkaar al gevonden hadden. Andere smaken bood het Okshoofd niet behalve eenarmige bandieten.
Het waren ruige tijden. We hadden lol. En we dachten dat we de maatschappij gingen veranderen. Daarover hielden wij urenlange vergaderingen. Ook gingen we massaal uit demonstreren waarbij we vaak onzacht in aanraking kwamen met de Amsterdamse politie.
Toen sijpelde die verdomde summer of love het land binnen. Het straatbeeld veranderde. De meisjes trokken wijde bloemetjesjurken aan tot op de enkels. Zij reden op omafietsen door de stad. De jongens lieten hun haar nog langer groeien. Martiale knevels maakten plaats voor slordige baarden. Ze trokken flodderige blouses aan met opdruk en gekleurde fluwelen broeken. Ze droegen sandalen. Ze liepen over straat met een wezenloze glimlach. Ze maakten een religie van de hasj en de overige middelen, vooral LSD. Ze prevelden dat ze tot een groter bewustzijn waren gekomen. Ze lieten zich een rad voor ogen draaien door nepgoeroes uit India. En hun volkslied was een van de slijmerigste hits waarmee de wereld ooit gestraft is: ScottMcKenzie’s San Francisco. Be sure to wear some flowers in your hair. Lul.
Kijk, bij mij op de verdieping in de studentenflat woonde een buurman samen met een hartsvriendin van Janis Joplin. Dat was andere koek!
De hippies waren uitsluitend met zichzelf bezig en niet met hun omgeving. Ik heb zelden in mijn leven zulke egocentrische uitvreters meegemaakt. Ze hadden één  uitgangspunt: het is zaliger te ontvangen dan te geven. Hun hits ontbeerden elke kracht. Hun muziek was slepend, net zo traag als hun bewegingen. “Peace, man”, zeiden ze om vervolgens te zien of er nog wat te vozen viel. Dat was de summer of love. Het was navelstaarderij van heb ik jou daar. Het was het wezenloos nabouwen van goedkope wijsheden. Slechts één ding kon die hippies wakker maken: als ze zich lieten verleiden tot een eerste shot heroïne werden ze de slaaf van hun dealer. Dan waren ze dag en nacht in de weer voor geld om te scoren: de jongens door diefstal, de meiden door te tippelen. Lees daar de eerste boeken van A.F. Th van der Heijden maar op na.
Ondertussen werd onze bevrijdingsbeweging ook van een andere kant aangevallen. Stalinistische en Maoïstische activisten kregen steeds meer greep op de gang van zaken. Ze preekten een vulgair marxisme. Ze haalden de lol uit hun eigen bestaan en dat van anderen. Ze hadden liever een kleine strak georganiseerde voorhoede dan een massale aanhang. Het bestuur van de ASVA beëindigde het collectief abonnement op Propria Cures omdat de redactie zich van niets of niemand iets aantrok, waarna het aantal leden van 15000 tot ongeveer 1000 terugviel. Je kon zulke activisten herkennen aan een soort sarcasme dat ze uit het werk van Marx en Lenin hadden opgepikt. Het waren enorme vergadertijgers. Ze stelden zich kandidaat voor bestuurlijke baantjes aan de universiteit en ze wisten die vaak ook voor zich en hun gelijken te monopoliseren.
Zo werd de weg geplaveid voor Lubbers, het neoliberalisme en alle andere kwalen die ons in de crisis van nu hebben gebracht. De vergadertijgers zag je later terug met diplomatenkoffertjes. Ze waren manager geworden. Als hippies niet ten onder gingen aan de middelen, kozen ze vaak dezelfde weg.
Summer of love. Me reet.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de kwestie rond het Groninger gas evenmin.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.