Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Demagogie of het ethisch onderscheid van de besten

  •  
05-03-2018
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
149 keer bekeken
  •  
5224729457_1b391a60b6_o

© CC-foto: Mark Morgan

Voor iedereen die onze democratie een warm hart toedraagt is het maken van een ethisch onderscheid, of zoals Aristoteles het al noemde: het probleem van de beste in de democratie, belangrijk.
Of het nu Jakobijnen, nazi’s, fanatiek religieuzen, nationalisten, neoliberalen, alt right-types, neo-fascisten of oikofielen zijn, met al die verschillende clubjes probeert de conservatieve fanaticus een neerdrukkend systeem te misbruiken om macht te verkrijgen. Vaak met een combinatie van xenofobie, monomaan rendementsdenken en leugens als enige leidraad.
De conservatieve fanaticus wil houden wat hij heeft en is bang voor de enge, want sterkere, Ander. Deze twee hoofdlijnen in de psyche van de conservatieve fanaticus zijn stevig gefundeerd op het misverstand dat beschaving iets zou zijn dat stilstaat.
Dat misverstand heeft te maken met zijn slechte intenties. Die intenties zijn het overtuigen van een publiek zonder enige interesse in de relatie tussen zijn woorden en zijn waarheid. De conservatieve fanaticus in de politiek is een demagoog; hij spreekt niet transparant zijn eigen waarheid uit, maar zegt wat hij denkt dat zijn publiek wil horen, met als enige doel macht door zoveel mogelijk volgers.
Conservatieve fanatici die fanatiek conservatieve gedachten van hun achterban duidelijk weten te benoemen worden op handen gedragen – zolang hun retoriek niet tot minder volgers voor het xenofobe clubje van dienst leidt. Het hogere doel; het verkrijgen van macht om minderheden neer te drukken mag niet lijden onder de toch zo prettig xenofobe retoriek die het inferieure kuddedier op de golven van de haat doet denken dat hij beter is dan de Enge Ander.
Ook in onze versie van democratie geldt voor een groot deel van de volksvertegenwoordigers dat ze zich niets gelegen laten liggen aan de waarheid zodra er volgers en dus macht te verdienen zijn. Dat onze democratie suboptimaal is heeft precies daar mee te maken. De op macht gebaseerde ‘visie’ heeft geen interesse in waarheid en dus ook niet in het nemen van op inzicht gebaseerde besluiten voor de vooruitgang van individuen.
Het ‘draagvlak’ is heilig geworden in een democratie die draait op het idee dat het aantal mensen dat iets vind belangrijker is dan wat die mensen vinden. De kwaliteit is in onze democratie vaak ondergeschikt aan de kwantiteit en het populisme, met alle gevaarlijke gevolgen van dien.
Het zijn bijvoorbeeld eens in de zoveel tijd altijd politici die na de nodige demagogie met een meerderheid van partijen besluiten om oorlog te gaan voeren. De individuele  burger  wordt zo via de parlementaire democratie misbruikt om de xenofobe bloeddorst van regeringsleiders democratische legitimatie te geven.
In werkelijkheid is oorlog namelijk altijd een heel persoonlijk ego-project van de baas van een land. Niet burgers met een bepaalde nationaliteit voeren oorlog, maar een regeringsleider die persoonlijk belang heeft bij het onderdrukken van de Enge Ander; degene die bestaande machtsstructuren bedreigt. Dit is de kern van het probleem Staat: om de staat in stand te houden worden degenen waar staten voor bedoeld zouden moeten zijn in veel gevallen onderdrukt en in het geval van oorlog zelfs gedood.
Voordat een oorlog wordt gestart wordt op retorische wijze door politici snel ‘bewijs’ gevonden voor iets dat die oorlog ‘rechtvaardigt’, waarna het afslachten van onschuldige burgers kan beginnen. Uiteraard wel netjes conform de conventie van Genève.
Tijdens de oorlog laat men dan weten dat er allerlei positief nieuws te melden is over het bloedvergieten: ‘precisie’ bombardementen bijvoorbeeld waardoor ‘zoveel mogelijk’ burgerslachtoffers worden voorkomen. Terwijl diezelfde bombardementen desondanks altijd weer resulteren in vele dode burgers. Wat vooral preciezer lijkt te worden is de dodelijkheid van het wapentuig.
Maar er is ook goed nieuws. Het gaat in onze tijd haast ongemerkt steeds meer om wat je zegt dan om vanuit welke machtspositie je iets zegt. De belangrijke taak die de media nu vervolgens heeft is te zorgen dat ze het goede voorbeeld gaat geven aan onze democratie door een ethisch onderscheid te gaan maken in welke woorden wel en welke geen podium verdienen.
Op die manier kan de media partij-politici namelijk misschien doen inzien dat onze democratie door hen verbetert kan worden door kiezers in de toekomst te laten stemmen op onafhankelijke kandidaten; die door hun goede inzicht hebben aangetoond de besten te zijn – oftewel het meest geschikt te zijn als democratisch vertegenwoordiger.
Hiermee samenhangend zou het goed zijn als dat stemmen op democratische vertegenwoordigers laagdrempeliger gemaakt werd. Kiezers zouden bijvoorbeeld in de toekomst bij alle verkiezingen via een digid-achtig account online hun stem kunnen uitbrengen naar aanleiding van een transparante online presentatie door diegenen die hen democratisch willen vertegenwoordigen.
Dat het hierbij de bestaande volksvertegenwoordigers zelf zijn die zullen moeten besluiten tot het verbeteren van die democratie door zichzelf aan een transparante, kwalitatieve selectie bloot te stellen, met de kans dat de besten hun plaats innemen, maakt de kans op een snelle verbetering van onze democratie er echter niet groter op.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.