Doorbreek de Boekenweek

De boekenweek 2013 is afgelopen. Hoogste tijd dus om voorbereidingen te treffen voor die van volgend jaar. Er is een hoop werk aan de winkel want de Nederlandse boekenweek bereikt voornamelijk ouderen, blijkt uit onderzoek. Slechts dertien procent van de jongeren weet dat er een boekenweek gaande is. Een slechte zaak. De jeugd heeft immers de toekomst.

In Vlaanderen weten uitgevers jongeren wel te bereiken. De Vlaamse Boekenbeurs is zeer populair. De beurs trok in 2012 ruim 170.000 mensen. Meer dan de helft van het publiek is jonger dan 34 jaar. En dat aantal stijgt ieder jaar. Het ei van Columbus? In Vlaanderen staan de lezers centraal.

In tegenstelling tot Vlaanderen krijgen de lezers in Nederland weinig aandacht. Neem bijvoorbeeld het fenomeen boekenbal, de traditionele opening van de boekenweek. Het enige feest dat zich nog ‘bal’ noemt. En nee, dat heeft niets te maken met ‘ballen’ zoals in het woord ‘corpsballen’. In tegendeel zelfs. Op het boekenbal komen leuke mensen. Schrijvers, uitgevers en hun groupies. Het Nederlandse boekenbal is traditiegetrouw een ondoordringbaar bastion. Lezers zijn in geen velden of wegen te bekennen.

Maar, innoverend als de boekenwereld is, gaat er het een en ander veranderen. Tenminste als het aan mij ligt. Picture this: boekenweek 2014 breekt met belegen tradities en bereikt veel jong publiek. Kortom: een boekenweek als nooit tevoren.

Ten eerste krijgt het boekenbal een andere identiteit. In plaats van een ons-kent-ons partijtje vindt er een gezellig open feest plaats waarvoor je gewoon een kaartje kunt kopen. Een feest bovendien waar lezers alle aandacht krijgen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld speeddaten met schrijvers en zelf passages voorlezen uit geliefde werken. Waarom moet het altijd de schrijver zijn die voorleest? Op deze zelfde wijze is de hele boekenweek 2014 afgestemd op wensen en behoeftes van de lezers.

Met andere woorden: boekenbranche waag u eens buiten de gebaande paden. Verlaat die ouderwetse grachtenpandmentaliteit en laat de lezers tot u komen. Waak ervoor om over enkele jaren met een klein clubje op het bordes van de Amsterdamse schouwburg te staan en op te merken: ‘Maar als ze niet lezen, waarom publiceren we die boeken dan eigenlijk nog?’