Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Een fusie van GroenLinks en PvdA gaat de ideologische leegte op links niet opvullen

  •  
09-02-2022
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
2782 keer bekeken
  •  
42013240494_d722049b42_k

© cc-foto: Marco Verch

Verbreding, en niet de pietluttige blokvorming van twee marginale partijen, is uiteindelijk wat nodig is om de rechtse status quo weerstand te kunnen bieden
De grote maatschappelijke problemen smachten naar linkse oplossingen. Uit onderzoek blijkt dat kiezers relatief links en progressief zijn. Maar links slaagt er niet in om hun stemmen te verzilveren. In een poging om nog enigszins relevant te blijven tegenover het neoliberaal rechtse kabinet klampen GroenLinks en PvdA zich krampachtig aan elkaar vast. Maar strategisch zetelgesprokkel pakt de kern van het probleem niet aan.
De complete marginalisering van links is het resultaat van jarenlange ideologische teloorgang. PvdA probeert de in 1995 afgeschudde ideologische veren weer op te naaien, GroenLinks is nog steeds aan het herstellen van het linksliberalisme van Femke Halsema uit 2005. PvdA’ers hebben op pijnlijke wijze ondervonden dat het verloochenen van de idealen in kabinet-Rutte II geen goed idee was, GroenLinks moest in afgelopen campagne-evaluatie toegeven dat zij niet in staat was haar ‘verhaal’ over te brengen. Maar in plaats van een links alternatief op het neoliberaal rechtse beleid te presenteren, heeft links met jarenlang passen-en-meten geprobeerd om wat broodkruimels los te peuteren. Constructieve oppositie, antiscorebordpolitiek. De rechtse technocratisering van de politiek heeft links praktisch onschadelijk gemaakt.
Het is evident dat het tij gekeerd moet worden. Maar het gesprek over de neergang van ideologisch links dreigt al snel te verzanden in een discussie over fuseren. Ledeninitiatief RoodGroen – bestaande uit voornamelijk PvdA-leden en een enkele GroenLinks-prominent uit de vorige eeuw – greep het verkiezingsverlies met beide handen aan om haar evangelie van de verregaande linkse samenwerking te propageren. Peilingonderzoeker en fusiefanaat Peter Kanne kwam direct op de proppen met allerlei peilingen waaruit blijkt dat een hypothetische fusiepartij het fabeltastisch zou doen. En ook GroenLinks en PvdA zelf zwemmen hard de fusiefuik in: de inzet van de partijtoppen om alsmaar inniger met elkaar samen te werken, zonder dat daar substantiële zeggenschap van hun leden aan te pas komt, dreigt een van bovenaf geregisseerde selffulfilling prophecy te worden.
Maar een fusie gaat de ideologische leegte op links niet opvullen. Fuseren is een kunstmatige oplossing, het geeft de schijn van vernieuwing maar is in feite meer-van-hetzelfde en staat iedere serieuze poging om het gebrek aan ideologische ontwikkeling tegen te gaan in de weg. Daarmee is het ook een liberale oplossing, het faciliteert enkel de status quo. Een nieuwe linkse partij gaat niet op magische wijze twee ideologisch uitgeholde verhalen synthetiseren tot één sterk verhaal. Het is een illusie dat in een fusiepartij het geheel groter is dan som der delen. Alsof een nieuwe linkse partij een soort nieuwe linkse ideologie kan baren, die niet simpelweg neerkomt op een compromis tussen twee ongeveer even grote partijen. Het is onvermijdelijk dat een linkse eenheidspartij idealen gaat afzwakken om te veralgemeniseren, in de veronderstelling dat zo het electoraat verbreed kan worden.
Daar komt bij dat die hele fusiefantasie gebaseerd is op de aanname dat de verschillen tussen PvdA en GroenLinks verwaarloosbaar zijn. Qua stemgedrag verschilt GroenLinks zelfs niet veel meer met PvdA dan met bijvoorbeeld Volt. Bijzonder alarmerend, maar gelukkig betoogt nog niemand dat een fusie tussen Volt en GroenLinks een goed idee is. Dat de verschillen tussen GroenLinks en PvdA in concrete standpunten kleiner zijn geworden ten opzichte van voorheen is waar, en dat is precies het probleem. Het is niet alleen het gevolg van die ideologische verloedering en technocratisering van de politiek, maar ook van het doelbewust afstemmen van stemgedrag en verkiezingsprogramma’s. Ook het gezamenlijke progressief oppositieakkoord dat PvdA en GroenLinks afgelopen november presenteerde is niets meer dan samenvatting van de overeenkomsten tussen beide verkiezingsprogramma’s om verschillen verder uit te wissen.
De verschillen die er bestaan zijn juist allerminst verwaarloosbaar: met ieder een eigen ideologische basis (ecologisme met een libertair socialistische traditie versus de sociaaldemocratie) en politieke stijl (activistisch versus bestuurlijk) kunnen GroenLinks en PvdA beide een legitieme plek op het politieke spectrum innemen. PvdA kan de rol van gematigd links vervullen, terwijl GroenLinks vanuit radicale idealen een constructieve brugfunctie vervult tussen radicaallinks en het politieke midden. PvdA zoekt dan naar oplossingen binnen de kaders van het huidige systeem, terwijl GroenLinks die kaders an sich bevraagt en bekritiseert. Symptoombestrijding versus systeemverandering. Bad cop, good cop. Het is geen harde scheidslijn en beide zijn belangrijk om de wereld op korte en lange termijn te verbeteren, maar het geeft wel een fundamenteel ander wereld- en mensbeeld weer.
En dat heeft gevolgen voor de keuzes in de dagelijkse politiek. Waar GroenLinks vaker kiest voor duurzaamheid als het gaat om Lelystad Airport of het Beusebos, vindt PvdA de werkgelegenheid vaak belangrijker. En GroenLinks staat er vaak alleen voor als zij zich principieel uitspreekt – met het risico dat mensen daarop afhaken – op progressieve thema’s, zoals het boerkaverbod. Beide partijen zijn aan te merken als pragmatisch-idealistisch en regeringsbereid, maar ook daar bestaan belangrijke verschillen in de uitvoering. GroenLinks verliest ook als bestuurderspartij de wilde haren niet.
Dankzij deze verschillen, maar ook die in partijgeschiedenis, cultuur en uitstraling, weten beide partijen ieder een eigen doelgroep aan te spreken. Dat blijkt het sterkst uit het verschil in de gemiddelde leeftijd van de achterban. Het is dus zeer twijfelachtig dat een fusiepartij electorale winst zou opleveren. Veel huidige GroenLinks- en PvdA-kiezers zullen zich niet herkennen in de fusiepartij, om dezelfde redenen dat zij zich nu niet in de respectievelijke andere linkse partij herkennen. De gemiddelde PvdA’er vindt bestaanszekerheid belangrijker dan klimaat en moet niets weten van de ‘woke identiteitspolitiek’ van GroenLinks.
De kans is dus aanwezig dat PvdA en GroenLinks afzonderlijk bij elkaar opgeteld de potentie heeft om een grotere groep mensen aan zich te binden dan een fusiepartij heeft. Zeker als het new kid on the block -effect ervan af is, zullen er onvermijdelijk kiezers uitstromen naar andere linkse partijen, voor zover het electoraat van PvdA dan niet al uitgestorven is. Het gevolg: een nieuwe linkse partij doet weinig voor de wederopstanding van links.
Uiteraard is het nodig om (electorale) macht op te bouwen om een stevig tegengeluid tegen rechts te laten horen, maar de ironie wil dat al dat strategisch geneuzel over linkse samenwerking daar in geen enkel opzicht aan bijdraagt. Paradoxaal genoeg krijg je de macht pas als je erin slaagt om de huidige macht uit te dagen – of die indruk te wekken, zoals D66 gewiekst heeft gedaan in de verkiezingscampagne van 2021. GroenLinks, daarentegen, bewees wat er gebeurt als je je richt op de twijfelende, strategische kiezer. Hierdoor verloor zij haar idealistische kiezer aan partijen aan haar linkerzijde, terwijl de zwevende kiezer op de bandwagon van D66 sprong. Bovendien is dit verwaarlozen van linkse idealen wat er in de eerste plaats toe heeft geleid dat links meer versplinterd is geraakt: met name GroenLinks heeft die ruimte aan haar linkerzijde zelf laten ontstaan, en een fusiepartij zal die ruimte alleen maar vergroten.
Gelukkig is er nog een ander alternatief dan naar elkaar toe bewegen om links te redden. Namelijk: de verschillen uitdiepen. In de praktijk betekent dat vooral dat GroenLinks een radicalere en activistische koers moet gaan varen. Waar PvdA al aardig aan de weg timmert om haar ideologisch fundament weer eer aan te doen, is GroenLinks blijven steken in een soort groene versie van de PvdA. GroenLinks staat nu voor de uitdaging om weer terug te gaan naar haar ideologische basis en deze aan te scherpen waar nodig, om haar eigen verhaal vervolgens weer met passie en overtuiging te kunnen uitdragen. Want haar eigen oorspronkelijke verhaal is al enorm sterk: het biedt systeemkritische antwoorden op de grote vraagstukken van onze tijd en spreekt een jong, alsmaar groeiend, potentieel electoraat aan. Kortom: GroenLinks moet weer een ruk naar links maken om weer te scoren in de linkerbovenhoek.
Een sterk GroenLinks maakt bovendien de weg vrij voor échte, brede linkse samenwerking met alle linkse partijen en maatschappelijke bewegingen op straat. Juist een sterk en zelfstandig GroenLinks bevindt zich in de ideale positie om een voortrekkersrol in die samenwerking te spelen, omdat zij met alle linkse bondgenoten sterke raakvlakken vertoont. Door per thema bondgenootschappen te smeden kunnen we erin slagen de linkse samenwerking te verbreden én versterken we de linkse beweging als geheel door ruimte te bewaren om elkaar scherp te houden.
Verbreding, en niet de pietluttige blokvorming van twee marginale partijen, is uiteindelijk wat nodig is om de rechtse status quo weerstand te kunnen bieden. Maar zolang de leus “niet groen, niet links, maar neoliberaal” niet alleen heel catchy maar ook nog eens terecht klinkt, zullen andere linkse partners logischerwijs niet openstaan voor echte gezamenlijke machtsopbouw. Want waarom zou je macht opbouwen met een partij die nauwelijks linkse, en dus antikapitalistische systeemkritiek laat horen? Die bekend staat om opportunistisch dralen om maar door de VVD serieus genomen te worden als gesprekspartner?
Als GroenLinks echt voor brede linkse samenwerking staat, moet zij haar lot niet verbinden aan de gematigdere, uitstervende PvdA, maar definitief afscheid nemen van haar liberale koers. Dan zou GroenLinks bovendien zomaar de leider van de oppositie kunnen worden.
Sommige fusisten zullen zeggen dat één grote linkse partij alleen kan slagen als een fusie hand in hand gaat met een ideologische herziening. Daniël Boomsma prefereert daarom de term ‘doorbraakpartij’ boven ‘fusiepartij’. Maar een ideologische herziening gaat onvermijdelijk leiden tot een soort super-GroenLinks. Want aangezien GroenLinks en PvdA momenteel op geen enkel thema een echt links alternatief weten te bieden, zal een nieuwe linkse partij op elk vlak scherper uit de hoek moeten komen om uit het ideologische slop te geraken. En scherp op iedere dimensie – groen, links en progressief – is precies waarom GroenLinks ooit is opgericht. Als links alternatief op de PvdA, in de linkerbovenhoek van het links-progressieve kwadrant. GroenLinks is daar in de loop der jaren flink vanaf gedreven, maar om daar ooit weer in de buurt te komen heeft PvdA GroenLinks niets te bieden. PvdA zou zichzelf hoogstens kunnen opheffen om meer ruimte voor GroenLinks op het sociaaleconomische vlak te creëren. Dan ís GroenLinks de nieuw linkse fusiedoorbraakpartij.
Kortom: een fusie met PvdA zou voor GroenLinks politieke zelfmoord zijn, een doorbraakpartij zou het einde van PvdA ten behoeve van een super-GroenLinks betekenen. Beide is zonde en onnodig. Wanneer GroenLinks en PvdA de obsessieve focus op enkel elkaar loslaten, beide hun eigen ideologische koers gaan herijken en beide hun respectievelijke radicale versus gematigde rol in het politieke speelveld gaan vervullen, ontstaat er ruimte voor brede linkse samenwerking en voor de groei van links als geheel. De fusiediscussie kan dan voorlopig weer in de ijskast.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.