Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Een nieuwe machtstrijd in Turkije

  •  
23-02-2012
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
58 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Groeit er een conflict tussen de AKP en de Fethullah Gülenbeweging?
In Turkije wisselen geruchtmakende affaires elkaar snel af. In de laatste speelt de nationale inlichtingendienst MIT de hoofdrol. Op 7 februari bleek dat aanklager Sadrettin Sarikaya daags eerder opdracht gaf tot de aanhouding van MIT-directeur Hakan Fidan, zijn voorganger Emre Taner en twee andere (voormalige) MIT-medewerkers. Aanleiding was het onderzoek naar de KCK, de vermeende stedelijke arm van de Koerdische onafhankelijkheidsbeweging PKK. In dat onderzoek kwam informatie naar voren over contacten tussen MIT en PKK.
Op zich is het goed wanneer de Turkse overheid de PKK als gesprekspartner accepteert. Dat kan een belangrijke stap zijn naar een oplossing van de problemen tussen Koerden en Turken. Het bleef echter niet bij gesprekken, want MIT-infiltranten binnen PKK en KCK zouden verder zijn gegaan dan het verzamelen van informatie en zo de wet hebben overtreden. Aanklager Sarikaya wilde meer weten en ontbood Fidan en de anderen. Toen zij niet kwamen opdagen, liet hij hen aanhouden, wat in Ankara insloeg als een bom. De regerende Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) vertaalde Sarikaya’s manoeuvre als een directe aanval. Mede omdat Hakan Fidan tot zijn vertrouwelingen behoort, ligt het immers voor de hand dat premier Erdogan van de hoed en de rand wist over MIT-operaties. Kortom, het was de AKP duidelijk dat Sarikaya op ramkoers lag met Erdogan.
De AKP lanceerde snel een nieuwe wet, waardoor MIT-medewerkers niet meer vervolgd kunnen worden zonder toestemming van de premier. De oppositie reageerde verbolgen, omdat Erdogan zo een erg machtig middel in handen kreeg, dat Turkije er niet democratischer op maakt. Met de nieuwe wet geeft de regering daarnaast blijk van een dubbele standaard. Want terwijl de regering in andere zaken volhield niet te kunnen tornen aan justitiële onafhankelijkheid, lag dat opeens anders nu justitie bij Erdogan in de buurt kwam. 
In de vorm van geluidsopnamen op Internet, lekten geheime ontmoetingen tussen MIT en PKK in Oslo verleden jaar al uit. Het kon niet uitblijven dat de beweging rond de in de VS verblijvende imam Fethullah Gülen daarmee in verband zou worden gebracht. Dat werd niet alleen in de hand gewerkt door aanwijzingen over een driehoek tussen politie, justitie en rechters onder supervisie van de Gülenbeweging. Daarnaast verschenen de laatste maanden steeds vaker berichten over een groeiend conflict tussen Gülen en de AKP.
Fethullah Gülen zegt niets met politiek van doen te willen hebben, maar trok die uitspraak zelf in twijfel toen hij in 2002 zijn steun uitsprak aan de AKP. Die alliantie was op zich niet uitzonderlijk, want Gülen en de AKP vonden elkaar in zaken als meer religieuze invloed op de samenleving en het terugdringen van het kemalistische establishment. Bovendien staan de AKP en Gülen voor een uitbreiding van Turkse invloed in het buitenland, een beleid dat vaak wordt samengevat onder de term neo-Ottomanisme. De AKP en de Gülenbeweging zijn echter niet identiek. Premier Erdogan is geen volgeling van Gülen en verschilt op essentiële punten van mening met hem. Zo voert Erdogan campagne tegen Israël, terwijl Gülen het goed kan vinden met vertegenwoordigers van dat land. Dat verklaart waarom Gülen in 2010 de Turkse activisten bekritiseerde die hulpgoederen wilden brengen naar het door Israël omsingelde Gaza. Erdogan, die de activisten de hemel in prees, kreeg zo indirect ook een veeg uit de pan. Het zou niet de laatste aanvaring zijn, want de ergernissen stapelden zich op. Zo is er het verschijnsel dat de loyaliteit van Gülens volgelingen in de richting van Erdogan verschuift als zij zich in de omgeving van de premier bevinden. MIT-directeur Hakan Fidan, die aanvankelijk ook richting Gülen werd gesitueerd, is daar een voorbeeld van.
De volgende fase was het schandaal rond match fixing in de voetballerij. Dat de Gülenbeweging er geen probleem mee had wanneer Fehnerbahce-directeur Aziz Yildirim levenslang kreeg, volgde uit overwegingen die verder gingen dan voetbal. Yildirim voert als aannemer namelijk grote opdrachten uit, zoals voor de NAVO. Bij zijn vertrek konden dergelijke lucratieve klussen naar Gülens topondernemer Ahmet Calik gaan. De AKP vreesde echter stemmenverlies wanneer een aantal immens populaire voetballers langdurig in de gevangenis zou belanden. Daarom stelde Erdogans partij voor om de maximale straf voor dergelijke fraudegevallen te beperken. Dit wetsvoorstel werd vervolgens getorpedeerd door het veto van president Abdullah Gül, met wie de Gülenbeweging nauwere banden kent dan met Erdogan. Gül stuurde de kwestie naar het parlement terug, waar de wet nogmaals werd aangenomen. De Erdoganfractie binnen de AKP kreeg zo alsnog haar zin, maar de barst in de verstandhouding met Gülen werd ondertussen steeds duidelijker. Aanvallen van columnisten in Gülens krant Todays Zaman op Erdogan en de AKP, lieten wat dat betreft weinig te raden over. 
Het volgende geschilpunt was de arrestatie van oud-opperbevelhebber Ilker Basbug, op verdenking van betrokkenheid bij Ergenekon, de vermeende samenzwering tegen de AKP. Basbug had zijn proces in vrijheid af kunnen wachten als het aan Erdogan lag, maar Gülenvolgelingen binnen justitie stonden op arrestatie van de generaal. Erdogan herkende daarin geen reden tot ingrijpen, maar na de aanhouding van Hakan Fidan trok hij aan de noodrem. De Koerdische politicus Zübeynir Aydar, die deel uitmaakte van het met MIT onderhandelende PKK-team, begreep wat er gebeurde. Volgens Aydar tracht de regering om de politie te zuiveren van Gülenvolgelingen en sloegen die vervolgens terug door MIT-documenten aan justitie te geven. Sarikaya’s onderzoek was het gevolg. Dat kort na de aanhouding van Hakan Fidan twee politiefunctionarissen, die de contacten tussen MIT en PKK onderzochten, van hun taak werden ontheven, illustreert Aydars versie van de toedracht.
Gülens druk laat de AKP weinig keuze, maar verder heeft die partij niets te winnen bij een machtstrijd. Helemaal niet als de media daarbij de arena worden. Daarom ontkent de regering het conflict. Volgens premier Erdogan is de staat zelfs volledig in harmonie. Alsof hij niet kort geleden een wet uitvaardigde die voor alles wantrouwen ten opzichte van politie en justitie uitstraalt. Volgens vicepremier Bozdag is de indruk van een conflict opzettelijk gecreëerd door vijanden. Daar heeft hij een beetje een punt, want tegenstanders zullen dit gerollebol zeker waarderen. Dat de ontstane situatie door tegenstanders werd bewerkstelligd, is echter weer iets anders. Bovendien blijft het vaag wie die vijanden zijn. De seculiere nationalisten komen er niet voor in aanmerking, want hun greep op de staat behoort ondertussen tot het verleden. Bovendien had aanklager Sarikaya in dat geval waarschijnlijk nu al in de Ergenekonhoek gestaan. In plaats daarvan lijkt hij ogenschijnlijk nauwelijks een rol in het geheel te spelen. Opvallend, maar verklaarbaar. Want als nader onderzoek zijn banden met de Gülenbeweging aantoont, zal niemand nog twijfelen over de realiteit van het conflict. Daardoor kon ook Israël nog genoemd worden als mogelijke booswicht. Niet eens zo gek, want de zionistische staat keurde eerder de benoeming af van Hakan Fidan tot MIT-baas. Maar als Israël iets tegen Fidan had willen ondernemen, was het eenvoudiger geweest om op diens  goede betrekkingen met Iran te wijzen. Verder zijn de banden van Gülen met Israël natuurlijk een curieus punt in deze lezing, al bewijzen die de betrokkenheid van de zionistische staat zeker niet.
Begreep de regering dat haar argumenten niet krachtig waren? Wellicht gooide AKP-parlementslid Yalcin Akdogan er daarom de verklaring achteraan dat Gülen, na Erdogans laatste operatie aan zijn geplaagde ingewanden, een bericht aan de premier stuurde om hem beterschap te wensen. Erg vriendelijk natuurlijk, maar wat zegt het over de kwaliteit van de betrekkingen? Ook oppositieleider Kemal Kilicdaroglu stuurt Erdogan dergelijke berichten. Daarom is het interessanter waarom Gülen niets van zich liet horen nadat Erdogan afgelopen november zijn eerste operatie onderging. 
Tegenover de ontkenningen blijft staan dat de AKP en de Gülenbeweging beiden macht en invloed ambiëren. De een via de regering, de ander via de staat. Dat is de ideale voedingsbodem voor een conflict. Weinig waarnemers twijfelen nog aan het bestaan daarvan. Niet alleen columnisten als Rusen Cakir (Vatan) en Semih Idiz (Milliyet) schrijven erover, want ook Ali Bayramolu doet dat in de religieuze en regeringsgezinde krant Yeni Safak. Dat het conflict lang sluimerde, komt omdat tijdens de machtstrijd met de kemalisten de neuzen nog dezelfde kant op stonden. Naarmate ideologische tegenstanders in het gevang verdwenen, of zich uit vrees voor arrestatie verdekt opstelden, viel de gemeenschappelijke vijand echter weg. En dat opende de weg naar een nieuwe machtstrijd in Turkije. De controverse rond MIT is daar zoals beschreven niet de eerste manifestatie van, maar vooralsnog wel de meest ingrijpende. Columniste Rusen Cakir ziet de nabije toekomst als volgt: “Op dit moment acht ik de kans groot dat de Gülenbeweging een stap terug doet. Het is echter niet realistisch dat men de posities, waar de laatste jaren hard voor is gewerkt, zal verlaten zonder daar iets voor terug te krijgen.”

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.