Foto
• 21-10-2017
• leestijd 2 minuten
© cc-foto: J Lippold
Elk weekend hebben wij foto-stress. We moeten laten zien dat we vet leuke dingen doen met ons gehandicapte kind.
Job – dertien – is door een chromosoomafwijking verstandelijk en lichamelijk gehandicapt.
‘Snel, de foto voor school!’ Rob trekt Job recht op zijn schoot, duwt hem mijn ijsje in de hand en zegt dat hij moet lachen.
Op het terras maak ik de foto. ‘Hebben we dat ook weer gehad’, zegt Rob.
Ik: ‘Maar het is toch vakantie? Job hoeft maandag helemaal geen foto te laten zien.’
O nee. Rob laat zijn zoon onderuit zakken en geeft mij mijn ijsje terug. Da’s een opluchting.
Elk weekend hebben wij foto-stress. We moeten laten zien dat we vet leuke dingen doen met ons gehandicapte kind. Die plaatjes worden maandagochtend vertoond in de klas zodat de kinderen er iets bij kunnen vertellen.
Alles wat ook maar een beetje actief lijkt, leggen wij vast. Dat geeft een vertekend beeld, want in werkelijkheid zijn onze weekends meestal saai. Vaak ligt Job uren voor de tv. Of hij speelt veel te lang op de Playstation. Vindt hij fijn. Wij ook.
Op het terras likken we aan onze ijsjes. Job heeft een kartonnen bakje met één bolletje. Hoorntjes (hoewel veel fotogenieker) wil hij niet. Vandaag wil hij het hele ijsje niet. Op schoot bij Rob gooit hij zijn hoofd telkens achterover als ik probeer er een schep in te duwen. Ik kijk om me heen. De mensen aan de tafeltjes moeten wel denken dat ik mijn zoon vergiftig. In de deuropening van de ijssalon staat de Italiaanse eigenares wijdbeens toe te kijken. Als ik afreken, zegt ze: ‘Ik vind het knap hoor, hoe jullie het doen.’ Ik weet niet precies wat ze met ‘doen’ bedoelt.
Later die week stuurt Jobs begeleidster geweldige plaatjes van Job in zijn rolstoel die over zijn gezicht wordt gelikt door een paard. Het is haar paard, waar zij hem helemaal mee naartoe heeft genomen. Dit weekend kunnen we lui zijn: de foto voor maandag is binnen.