Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Gaat het weer een beetje, meneer van Boxtel?

  •  
03-10-2015
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
56 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Een sterk staaltje framing van een confuse NS-topman
Door een tekort aan treinen wordt het in 2016 ‘even dringen op het spoor’. Bij het horen van die opmerking, die de nieuwe NS-topman Roger van Boxtel donderdag in het tv-programma Nieuwsuur deed, gingen mijn haren al direct recht overeind staan. Als frequente NS-reiziger heb ik nu al geregeld te maken met typische NS problematiek zoals: sein- en wisselstoringen, een tekort aan zitplaatsen en treinen die niet helemaal volgens het spoorboekje rijden. Of wacht, soms helemaal niet rijden. De kersverse NS-topman doet in Nieuwsuur nogal badinerend over problematiek waar zijn reizigers, uw klanten meneer van Boxtel, in 2016 mee te maken krijgen.
Maar het gebrek aan empathie, inzicht en gezond verstand heeft zijn grens, na het maken van de eerste opmerking, dan nog niet bereikt. Meneer van Boxtel lanceert namelijk terloops ook nog een lumineus plan. Onderwijsinstellingen zouden hun lestijden moeten aanpassen om het groeiende aantal studenten en scholieren te kunnen vervoeren. Na het horen van dit ‘plan’ weet ik eigenlijk niet goed of ik boos moet worden of keihard moet lachen. Ik schiet onverhoopt eerst in een lachstuip om vervolgens alsnog boos te worden nadat van Boxtel dreigt met “[…]  anders is de kans op een zitplaats bijzonder klein”.
Oké meneer van Boxtel, als we dan echt spierballentaal gaan verkondigen dan nu de keiharde feiten. Uw bedrijf, de NS, heeft voor meer dan twee miljard euro aan nieuwe treinen besteld, maar het duurt nog tot eind 2016 voordat die in gebruik kunnen worden genomen. Ondertussen moeten veel oude treinen, de zogenaamde apenkoppen, in het voorjaar al worden afgeschreven. En dan zou je, althans dat hoop je dan, van een professioneel en klantvriendelijk bedrijf mogen verwachten dat met dit aanstaande tekort efficiënt en adequaat wordt omgegaan. En de reizigers geen problemen ondervinden van zaken waar zij niet verantwoordelijk voor zijn. Maar niet bij de Nederlandse Spoorwegen. De topman dekt zich een halfjaar van tevoren al in voor mogelijke problemen en vraagt op voorhand om ‘begrip’ van zijn reizigers. Van Boxtel sluit zijn betoog net zo badinerend af als die begon door te zeggen: “We moeten er even doorheen met elkaar.” Ik vroeg mij, na het zien van Nieuwsuur, serieus af of alles wel goed ging met de bovenkamer van de heer van Boxtel.
Allereerst heb je voor begrip goodwill nodig, in dit geval van de NS-reizigers, maar meneer van Boxtel heeft wel een hele aparte manier om begrip te verkrijgen. Hij framed de problematiek zo dat de lestijden van onderwijsinstellingen de schuld zijn van het tekort aan zitplaatsen bij de NS. Of eigenlijk het hele onderwijssysteem dat blijkbaar te goed functioneert en teveel scholieren en studenten aflevert. Het moet ook niet gekker worden, hè?! Toch meneer van Boxtel?
De NS-topman lijkt nu al te zijn vergeten voor wie hij eigenlijk werkt namelijk de betalende reizigers die in ruil voor een prijzig treinkaartje graag comfortabel en snel van A naar B reizen. Reizigers die vaak op weg zijn naar een belangrijke bestemmingen zoals studie, werk of bijvoorbeeld een begrafenis.
Kortom: Van Boxtel heeft zich in zijn eerste tv-optreden als NS-topman niet van zijn beste kant laten zien. En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Misschien is het een idee voor meneer van Boxtel om zich zo ergens in het voorjaar van 2016 in de ochtendspits aan te sluiten bij een groep studenten. Als hij dan geluk heeft kan hij zijn reis vervolgens zittend doorbrengen op weg naar de gezamenlijke eindbestemming: de collegebanken. Daar kan hij zijn gebrek aan kennis en vaardigheden wat bijspijkeren. We hebben allemaal kunnen zien dat het nodig is.

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.