Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Gaat Nederland zich sterk maken voor vrouwen in productieketens?

  •  
23-03-2020
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
Photo_by_Mona_Mijthab,_July_2011_(6349812257)

© Textielfabriek in Bangladesh, cc-foto: Mona Mijthab

Wanneer we vrouwen blijven vergeten bij wetgevende processen zullen we de ontstane achterstand niet makkelijk meer inhalen
Deze internationale vrouwendag klonk er weer brede steun voor gendergelijkheid en bescherming van vrouwenrechten, ook uit monde van D66-minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Kaag. Op internationale vrouwendag vieren we de overwinningen die zijn behaald op weg naar gendergelijkheid, zoals bijvoorbeeld stemrecht voor alle vrouwen. Tegelijkertijd staan we stil bij de obstakels die nog overmeesterd moeten worden om te zorgen dat gendergelijkheid een realiteit wordt voor iedereen wereldwijd. Een groot obstakel is het misbruik, de intimidatie en de mensenrechtenschendingen die vrouwen ondervinden in productieketens. Nederland heeft nu de kans om als eerste land ter wereld wetgeving aan te nemen om gendergelijkheid te bevorderen in productieketens. Zullen zij de kans grijpen, na deze internationale vrouwendag, nu de ChristenUnie minister Kaag de gelegenheid biedt voor een schot op open doel met hun voorstel voor een wettelijke ondergrens voor bedrijven die internationaal opereren?
Wetgeving die bedrijven dwingt om vrouwenrechten te respecteren in hun ketens is hard nodig voor vrouwen als Margaret. Margaret woont in Kankoyo, een buurt nabij de stad Mufulira, Zambia. Haar huis staat op 100 meter van een kopermijn. Deze mijn heeft haar alleen lasten en nooit lusten, zoals bijvoorbeeld een baan, opgeleverd. Haar familie lijdt en haar kinderen zijn doodsbang door de ontploffingen gelinkt door de mijnbouwactiviteiten. Ook hebben ze gezondheidsproblemen door de uitstoot van chemische stoffen, is de omgeving vervuild, stort het dak van hun huis in en is de tuin verwoest. Alle extra zorg voor haar familie en het vinden van schoon water komen op Margaret’s schouder terecht. De mijn antwoordt Margaret en haar gemeenschap dat ze alleen te maken hebben met de mijnbouwactiviteiten, en niet met de huizen en infrastructuur in de omgeving. De gemeenschap is te arm om juridische stappen te ondernemen tegen het bedrijf. Het verhaal van Margaret is exemplarisch voor de situatie van veel vrouwen wereldwijd.
In productieketens wereldwijd worden vrouwen onderbetaald en ondergewaardeerd. Mensenrechtenschendingen gelinkt aan bedrijfsactiviteiten, zoals landroof en vervuiling, komen nog te vaak voor en hebben gedifferentieerde gevolgen voor vrouwen vanwege bestaande genderongelijkheid. Dit blijkt uit het nieuwe ActionAid-rapport ‘ We mean Business, Protecting Women’s Rights in Global Supply Chains’ dat bijvoorbeeld laat zien hoe vrouwen in textielfabrieken in Bangladesh te maken krijgen met seksueel geweld en intimidatie. Of vrouwen in Guatemala die van hun land verdreven worden door palmolieplantages, palmolie bestemd voor export naar Mexico, Duitsland en Nederland. Het nieuwe initiatiefvoorstel van de ChristenUnie door Joël Voordewind maakt hier een einde aan.
Voordewind’s voorstel past in de bredere trend van Europese overheden, die hun verantwoordelijkheden onder internationale wetgeving vervullen en bedrijven verplichten om mensenrechten te respecteren in ketens wereldwijd. Dit is een upgrade van het Nederlandse beleid dat tot nu toe bestaat uit vrijwillige en vrijblijvende initiatieven. Voordewind erkent dat deze initiatieven achterblijvende bedrijven onvoldoende motiveren, vandaar zijn ‘bodemwet’. Frankrijk ging Nederland al voor met deze wetgeving en ook Duitsland en Finland gingen aan de slag. Ondanks dat Frankrijk in internationale fora te koop loopt met hun feministische buitenlandbeleid is hun wet gender-blind. Dit is een groot probleem, want wanneer we vrouwen blijven vergeten bij deze wetgevende processen zullen we de ontstane achterstand niet makkelijk meer inhalen.
Het wetsvoorstel van de ChristenUnie is baanbrekend in deze zin.  Zo lezen we in het voorstel dat “bedrijven moeten nagaan of hoe potentiële of daadwerkelijke negatieve gevolgen [van hun activiteiten] kunnen verschillen voor vrouwen en hier opvolging aan geven”. In antwoord op de ChristenUnie gaf minister Kaag aan eerst alle voorbereidende onderzoeken en evaluaties af te wachten. Het Ministerie wil het graag in één keer goed doen en met een goed uitgedacht, complementair beleid komen, zo is de redenering. Ook op internationaal vlak stelt Nederland zich afwachtend op. Daar ligt nu een kans om middels het VN-verdrag ‘mensenrechten & bedrijfsleven’ vrouwenrechtenschendingen door bedrijven wereldwijd te voorkomen.
De grote vraag is waarom? Waarom nóg langer wachten nu de ChristenUnie deze geweldige kans voorlegt? Dat deze minister vrouwenrechten belangrijk vindt weten we, ze maakte gendergelijkheid namelijk één van de speerpunten van haar beleid. Dat er grote problemen zijn voor vrouwen in ketens is ook al lang duidelijk. En dat vrijwillige maatregelen tekortschieten blijkt keer op keer.  Uit een recent rapport van Corporate Benchmark die onderzocht in hoeverre bedrijven rekening houden met mensenrechten bij hun activiteiten, blijkt dat minder dan 50% van de grote bedrijven in landbouw, mijnbouw, ICT en kleding en textiel dit doet. 68% van bedrijven geeft zelf aan dat vrijwillige maatregelen te kort schieten, zo blijkt uit een grootschalig onderzoek door de Europese Unie.
Er ligt een schot voor open doel die zo ingekopt kan worden en die een overwinning voor vrouwenrechten in productieketens zou betekenen. Wij zeggen, kabinet treuzel niet langer en schiet!
 
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.