Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Geen geld, wel geluk

  •  
18-08-2010
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Waarom is het fantastisch als Nederland en Amsterdam de organisatie van het WK of de Olympische Spelen op zich nemen? Als zo’n evenement meer geld kost dan dat het oplevert, kunnen we dat geld dan niet beter aan andere zaken besteden? Het antwoord is nee
“Weinig zaken verbinden zo als sport”. Dit zegt Bert van Oostveen, de nieuwe voorzitter van de KNVB, in Voetbal International. Van hem is een dergelijke uitspraak niet zo verwonderlijk. Het WK in Zuid-Afrika heeft echter bijna alle criticasters de mond gesnoerd: elke wedstrijd weer zat bijna iedere Nederlander voor de televisie samen met buren, vrienden of collega’s te juichen en te vloeken. De halve finale en de finale waren de best bekeken programma’s aller tijden. Ook de Amsterdamse politieke rel van de zomer was gerelateerd aan het voetbal: mochten cafés nu wel of niet grote schermen buiten zetten?
Er is in Nederland altijd groot enthousiasme ten tijde van grote sportevenementen. Dit geldt niet alleen voor het WK Voetbal, maar ook voor de Olympische Spelen. Het is dan ook een goed dat Nederland, met Amsterdam als hoofdstad, haar best doet om deze evenementen binnen te halen. Het WK Voetbal in 2018 of 2022, de Olympische Spelen in 2028: het zou fantastisch zijn als Nederland deze mag organiseren.
Stelselmatig wordt echter de verkeerde reden aangevoerd voor het organiseren van grote sportevenementen. Het meest gebruikte argument is wel dat WK’s en Olympische Spelen geld in het laatje brengen. Iedere keer rekenen gastlanden zich rijk. Achteraf blijkt dit helaas bijna nooit te kloppen.
Het toerisme dat speciaal op het sportevenement afkomt, drukt het ‘gewone’ toerisme weg. Sporttoeristen geven gemiddeld minder uit dan gewone toeristen. Na het evenement komt het  gewone toerisme bovendien maar langzaam op gang. Investeringen van sponsoren en citymarketing worden tevens voorgespiegeld als goudmijn, maar vallen achteraf stelselmatig tegen.
Amsterdam doet hier lustig aan mee. Toen de Giro d’Italia, de Italiaanse wielerronde, was binnengehaald, rekende toenmalig wethouder van Sport, Carolien Gehrels, de gemeenteraad voor dat dit evenement maar liefst 25 miljoen euro zou opleveren. Er zouden bovendien 300.000 wielerliefhebbers op af komen: zij zouden kwistig hun euro’s (en ponden) spenderen in Amsterdam. Niets bleek echter minder waar.
Een onafhankelijk onderzoeksbureau concludeerde dat slechts de helft van de verwachte mensen op het evenement waren afgekomen, en dat de Giro 15 miljoen euro minder had opgeleverd dan door de gemeente was ingeschat. Tegelijkertijd waren de kosten van de organisatie flink overschreden: met wel 30 procent.
Gehrels zocht een stok om mee te slaan: de economische crisis had een aantal sponsors afgeschrikt. Bovendien hadden door die crisis veel buitenlandse toeristen niet de dure reis naar Amsterdam gemaakt. En als ze dat wel hadden gedaan, dan gaven ze minder uit tijdens hun verblijf hier. Die economische crisis kwam echter niet als een duiveltje uit een doosje: de crisis was al lang en breed aan de gang toen bekend werd dat Amsterdam de Giro mocht organiseren.
Je kan het Gehrels – en de nieuwe wethouder Sport Eric van der Burg, die ook consequent hamert op de economische voordelen – nauwelijks kwalijk nemen. Net als zoveel andere beleidsmakers lijden ze aan chronisch optimisme en overschatting als het gaat om de inkomsten van een sportevenement. Toch is het al bekend sinds de jaren ’90, toen door de Amerikaanse econoom en basketbalcoach Ron Baade voor het eerst grootschalig onderzoek werd gedaan naar de economische effecten van sportevenementen, dat de dromen over sportieve goudmijnen vaak luchtkastelen blijken.
Waarom is het dan toch fantastisch – zoals ik dit stuk begon – als Nederland en Amsterdam de organisatie van het WK of de Olympische Spelen op zich nemen? Als zo’n evenement meer geld kost dan dat het oplevert, kunnen we dat geld dan niet beter aan andere zaken besteden? Het antwoord is nee. Zo’n evenement maakt de gastheer misschien niet veel rijker, maar het zorgt wel voor een toename van iets veel belangrijkers: geluk en sociale cohesie. Uit onderzoek blijkt dat in zeven van de acht gastlanden die het EK organiseerde het geluk van de inwoners significant toenam. Bij WK’s is die toename van geluk zelfs langdurig: twee jaar na het evenement zijn de inwoners nog steeds een stuk vrolijker.
Dit geluk wordt voor een groot deel veroorzaakt door een toename van de nationale trots (‘kijk eens wat mijn land allemaal kan organiseren’). Juist nu, in tijden waarin de diverse bevolkingsgroepen verder uit elkaar dreigen te raken, zal de organisatie van een groot sportevenement wonderen kunnen verrichten. Het is daarvoor echter wel noodzakelijk dat de politiek ophoudt met het voorspellen van gouden bergen. De berichtgeving over de Giro, en vooral de verkeerde financiële inschatting van de gemeente, heeft de steun van Amsterdammers voor dergelijke evenementen niet doen toenemen. Bovendien is het tamelijk armoedig om slechts te hameren op de economische voordelen als de immateriële voordelen zoveel groter zijn. Geluk kan je niet kopen, maar je kan het wel een handje helpen: door het organiseren van het WK en de Olympische Spelen.
Dit stuk is eerder verschenen op de website van Evelien van Roemburg en in het Parool van 17 augustus

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.