Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Gemeenten krijgen niet meer, maar juist mínder te zeggen

  •  
18-03-2014
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Dat terwijl de decentralisatie juist de indruk geeft dat het andersom zou zijn
De laatste weken is er in de media breed aandacht gegeven aan potsierlijke spotjes, posters, en stuntjes waarmee lokale politici zich in de kijker proberen te spelen. Condooms waarop de PvdA beweert ‘keihard de beste te zijn’, autostickers waarop de VVD aangeeft dat rechts per definitie voorrang zou moeten hebben, de Sosjaal van de SP die warmte had moeten bieden in de koude maartmaand, kortom de creativiteit kende nauwelijks grenzen.
De echte potsierlijkheid moet echter vooral gezocht worden in de wijze waarop de landelijke politiek de gemeenteraden feitelijk alle mogelijkheden uit handen slaat om de bevolking lokaal  te representeren.
Het klinkt prachtig, de Rijksoverheid die ervoor kiest de gemeenten ‘meer verantwoordelijkheden te gunnen’. Medebestuur zou zo een kerntaak worden van het lokale bestuur. Gemeenten krijgen taken toebedeeld op het gebied van werkgelegenheid en bijstand, op het gebied van sociale werkvoorzieningen, op het gebied van de jeugdzorg, en over het al dan niet toelaten van bijvoorbeeld megastallen in het landelijk gebied. Maar in plaats van meer zeggenschap, krijgt de gemeente vooral minder te zeggen, nadat er tal van nieuwe taken over de schutting van de gemeente zijn gegooid door de Rijksoverheid. Het zijn vrijwel zonder uitzondering hoofdpijndossiers waarvoor het Rijk geen oplossing heeft of die in elk geval tal van knelpunten bevatten. De gemeenten krijgen veel minder budget beschikbaar voor de uitvoering van taken dan het Rijk zelf beschikbaar had en waarmee de Rijks- en provinciale overheden al niet of nauwelijks rondkwamen.
Er moet dus meer gebeuren voor minder, terwijl de gemeenten aangeven voor veel van die taken niet klaar te zijn omdat ze de expertise en de capaciteit missen om tot een goede uitvoering te komen.
Ongeveer 80% van de gemeentelijke budgetten kwam al uit Den Haag, waarmee de gemeente al relatief eigen beslissingsbevoegdheid had. De lokale heffingen zoals OZB en rioolheffing worden met name voor onderhoud van gemeentelijke wegen, plantsoenen en rioleringen gebruikt, zodat er maar een paar procent op de gemeentelijke begroting overblijft waarover de gemeenteraad in alle vrijheid kan beslissen en beschikken.
Een praktisch voorbeeld kan duidelijk maken hoezeer de gemeenteraad straks met handen en voeten gebonden is. Waar de landelijke overheid niet tot deugdelijke kaders voor de bouw van megastallen kon komen, werd die bevoegdheid voor het gemak aan gemeenten gedelegeerd. De gemeente Horst aan de Maas  zag bijvoorbeeld geen bezwaar in de bouw van een Gigastal in Grubbenvorst voor 1 miljoen kippen en 35.000 varkens met een eigen slachterij en mestverwerking. Bezwaren van omwonenden – de Q-koorts epidemie nog vers in het geheugen- werden weggewimpeld. De stal zal er komen. Gemeenten zijn niet opgewassen tegen ondernemingen van deze omvang. In 2004 raakte de provincie Gelderland in korte tijd door haar fondsen heen toen ze binnen anderhalf jaar 250.000 euro aan juridische kosten en de gemeente Buren moest zelfs een miljoen investeren in kosten voor procedures tegen de Knorhof, een megastal die vele malen kleiner is dan die in Grubbenvorst moet worden.
Ondernemers kunnen gemeenten letterlijk kapot procederen. Gedeputeerde Aalderink (VVD) zei daarover destijds: “De Knorhof is een vrijstaat waar je met de ME naartoe zou moeten om orde op zaken te stellen.”
De ambtelijke staf van een gemeente als Horst aan de Maas kan projecten van een omvang als deze nauwelijks beoordelen. Daarom komen de gemeenten tot ‘gemeenschappelijk regelingen’ met een groot aantal andere gemeenten waarmee taken geclusterd worden.
Komt een wethouder van Horst aan de Maas in de gemeenteraad met een voorstel, dan is dat in veel gevallen al vergaand voorgekookt in het overleg met pakweg 20 andere gemeenten. De gemeenteraad heeft nauwelijks middelen de wethouder bij of terug te sturen, omdat al het voorwerk al verricht is in samenspraak met 20 andere wethouders en de gezamenlijke ambtelijke staf.
De verenigingen van griffiers, raadsleden, rekenkamers en verschillende hoogleraren hebben de onwerkbaarheid van die situatie al aangegeven, maar de decentralisatie lijkt niet te stoppen. Kennelijk hoopt de landelijke politiek op versnelde fusies tussen gemeenten, als gevolg van het onvoldoende werken van gemeenschappelijke regelingen.
Raadsleden krijgen zo steeds minder te zeggen, hun functie wordt uitgehold door de decentralisatie die juist de indruk gaf dat ze meer te zeggen zouden krijgen.

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.