Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Geschiedenis hoort geen ‘hosanna’ te zijn maar ook geen ‘kruisigt ons’

  •  
14-09-2017
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
555 keer bekeken
  •  
Lieve_Pietersz._Verschuier_-_Het_kalefateren_van_een_schip

© Lieve Verschuier (1627–1686) Het kalefateren van een fluitschip. Collectie Rijksmuseum.

Ewald Vanvugt verzamelt in Roofstaat alle zwarte bladzijdes maar dat is niet het hele verhaal
Topnotch heeft een bekorte editie uitgebracht van Ewald Vanvugts “Roofstaat”, want je kunt van jongeren niet meer verwachten dat zij de oorspronkelijke turf ter hand nemen. Dit ondanks de prettige schrijfstijl van de auteur. In dat boek, waarvan de eerste editie al een hele tijd terug verscheen, worden alle zwarte bladzijdes van de Nederlandse geschiedenis verzameld.
Ewald Vanvugt begon als journalist met een grote belangstelling voor Indonesië. Al in de jaren zeventig ontdekte hij dat het beroemde “Daar werd wat groots verricht” de lading van de Nederlandse koloniale geschiedenis niet dekte. Zo publiceerde hij uitgebreid over het monopolie dat het Nederlands Indisch gouvernement had op de productie en de verkoop van opium. Vanvugt wil maar zeggen: de Cosa Nostra is er niks bij.
Roofstaat is een verzameling van alle smeerlapperij die hij  bij zijn uitgebreide onderzoekingen naar het vaderlands verleden ontdekte. Niet alleen in de oost maar ook in de west. Het is een uitermate belangwekkend boek. Alles wat Vanvugt schrijft, is oo k waar. Het is belangrijk dat docenten geschiedenis deze kant van de Nederlandse geschiedenis in hun lessen belichten.
Maar het is niet de hele waarheid.  Gezien het feit dat de war on drugs overal ter wereld tot grote ellende en nederlagen voor overheden leidt, mag de vraag worden gesteld of zo’n overheidsmonopolie in principe niet het minste was van twee kwaden.
Ondanks Jan Pieterszoon Coen, ondanks het slavenfort van Elmina, ondanks Witte de With die zijn matrozen afbeulde, kennen wij toch een gouden eeuw. De Republiek der Zeven Verenigde Provinciën was onmiskenbaar zo ongeveer het vrijste land van Europa met een uitermate rijk artistiek en intellectueel leven. De levensstandaard van de gewone man was hoger dan elders in ons werelddeel. Datzelfde gold voor de geletterdheid.
Technologisch was de Republiek alles en iedereen vooruit, zoals het duidelijkst zichtbaar werd in de Zaanstreek met zijn duizend molens. Mede dankzij het fluitschip – een Nederlands ontwerp – konden schippers uit onze havens op een gegeven moment tachtig procent van het totale Europese zeetransport voor hun rekening nemen. Michiel de Ruyter was in zijn tijd een soort popster, wiens verrichtingen in heel Europa met grote belangstelling en sympathie werden gevolgd. Hij stond bekend als Bestevaer omdat hij een voor zijn tijd menselijk commandant was, die er voor zorgde dat zijn matrozen aan boord goed te eten hadden.
Het stadhuis op de Dam in Amsterdam was het grootste niet-religieuze en niet-monarchale bouwproject van de eeuw. Het is een verleden om trots op te zijn, ook al maakt alles wat Ewald Vanvugt in zijn Roofstaat verzamelde onlosmakelijk deel uit van onze vaderlandse geschiedenis en de werkelijkheid van de gouden eeuw. Nogmaals; dat maakt daar deel van uit.
Vlak na de Duitse inval in 1940 ontstond er in Nederland een grote vraag naar vaderlandse literatuur. Uitgeverij Elsevier gaf daarom aan de joodse historicus Jacques Presser de opdracht een publieksgeschiedenis te schrijven van de Tachtigjarige Oorlog. Hij had de tijd. Hij was immers door maatregelen van de bezetter ontslagen. Het boek kon uiteraard niet onder Pressers  naam verschijnen. (Lieve kinderen, zoek zelf op waarom). Daarom tekende daarvoor de jonge B.W. Schaper, die in 1960 te Leiden hoogleraar algemene geschiedenis zou worden. In het eerste legale nummer van Vrij Nederland, na de bevrijding, kreeg Presser meteen de eer die hem toekwam.
Via Boekwinkeltjes.nl is dat boek nog gemakkelijk te vinden en het wordt tijd dat er weer eens een heruitgave op de markt komt, uiteraard met een extra hoofdstuk waarin  het een en ander over  nieuwe inzichten van de laatste zeventig jaar.
Presser is niet mals. De Tachtigjarige Oorlog is dan ook het verhaal van helden en schurken. De auteur laat zien, om het Wilhelmus te parafraseren, met hoeveel bloed, geweld, onrecht en hypocrisie de tirannie uit onze landen verdreven werd. Maar ook dat het daadwerkelijk ging om het verdrijven van de tirannie.
In de onderduik schreef Presser daarna een kritische geschiedenis van de Verenigde Staten en een even kritische biografie van Napoleon waarin hij grote vraagtekens zet bij de heldenstatus van de keizer.
Geschiedschrijving hoort geen “hosanna” te zijn maar ook geen “kruisigt ons”. Wie de bekorte Vanvugt op zijn boekenplank plaatst met niets er naast, doet zichzelf tekort. Advies: kijk ook eens naar Arie vanan Deursens werk, om te beginnen Het Kopergeld van de Gouden Eeuw. Ten overloede: wat van Deursen schrijft, is ook waar.
 

Meer over:

geschiedenis, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.