Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Glenn Helberg en de taal van de macht

  •  
07-08-2017
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
181 keer bekeken
  •  
glenn
In een democratische en vrije maatschappij die het racisme wil overstijgen, heeft niemand een tolk of een zaakwaarnemer nodig om gehoord te worden
Daar zat hij, Glenn Helberg, artistiek, gesoigneerd, charmant en welbespraakt in het standaard-Nederlands. Aan het eind van de voorstelling toonde hij iets, maar niet teveel van de latin lover, door met een smeltende Janine Abbring de dansvloer te betreden. Geen salsa, geen merengue natuurlijk, maar een keurige, trage foxtrot.
Dat was een heel andere, een totaal andere manier van doen dan die van de Antilliaanse mannen in ons winkelcentrum. Zij praten anders. Hun habitus verschilt drastisch van wat Hellberg te zien gaf. Ze maken een wat gestrande indruk.
Glenn Helberg wist hoe hij televisiekijkend Nederland moest overtuigen. Hij nam de tijd. Hij gaf een indrukwekkend college over de menselijke psyche en over de eenheid van lichaam en geest. Hij legde met gevoel en ijzeren logica tegelijk het wezen uit van het racisme en hoe de ontmenselijkte slavenmaatschappij van de Cariben nog steeds doorwerkt in het zelfbesef. Van iedereen trouwens. Niet alleen van de tot slaaf gemaakten. Geen speld tussen te krijgen. Dat is inmiddels zichtbaar geworden want aan de rechterzijde van het socio-culturele spectrum zijn de botte bijlen tevoorschijn gehaald.
Toch mag een kanttekening niet ontbreken. Ergens halverwege het programma verzette Glenn Helberg zich tegen het feit dat de blanke Nederlandse manier van doen aan mensen van andere afkomst in ons land wordt opgelegd. Hij illustreerde dit met een filmpje waarin Curaçaos winkelpersoneel werd geleerd om blanke klanten een stevige hand te geven en recht in de ogen te kijken. Dat opleggen van die manier van doen ziet men ook nog eens aan voor integratie. Het treurigste voorbeeld is de verklaring die minister Asscher nieuwkomers in den lande dwingt te ondertekenen.
Elke samenleving kent een taal van de macht en een bijbehorende habitus. Om in Nederland serieus te worden genomen moet je je denkbeelden en je voorstellen in het standaard-Nederlands kunnen formuleren. Dat niet alleen, er hoort ook een bepaalde manier van presentatie bij. Wie spreekt met het verkeerde accent of op een te luide, dan wel te zachte toon, wordt niet gehoord. Gedrag op vergaderingen of bijeenkomsten is aan strenge regels gebonden. Datzelfde geldt voor de lichaamstaal in het dagelijks leven. Het heeft mij bijvoorbeeld – eerste generatie uit een arbeidersmilieu die mocht doorleren – moeite gekost om me dat allemaal eigen te maken en dan had ik nog het voordeel dat ik voornamelijk door het aanpassen van mijn accent en het onthouden dat het niet “hij heb” is het standaard-Nederlands aardig wist te benaderen. Tegelijk moest ik afkomen van de in mijn kring algemene gedachte dat je het best afstand kon houden tot iedereen met een stropdas om, vooral als die op stadhuizen en directiekantoren werkten. Het beloofde weinig goeds als die je naam leerden kennen. Met vallen en opstaan is dat gelukt.
Toch kun je nog steeds aan mij zien en horen dat ik niet uit Kralingen, Wassenaar of Aerdenhout komt. Ondanks streepjespak, stropdas en pochet, vlaggen op de proletarische modderschuit. “Waarom noem je dat een modderschuit?” zal Glenn Helberg nu vragen en hij heeft gelijk. Theoretisch wel. Praktisch niet. Om de taal en de habitus van de macht ter discussie te stellen, moet je die eerst zelf leren beheersen. Anders blijf je op de drempel staan. Niet voor niets heeft de geweldige Franse socioloog Pierre Bourdieu het over cultureel kapitaal.
In een daadwerkelijke democratie, die ook nog eens ernst maakt met de eliminatie van racisme, krijgt iedereen kans om zich dit cultureel kapitaal te verwerven zoals Glenn Helberg dit van huis uit heeft meegekregen want zijn wiegje was vast geen stijfselkissie.
Dit cultureel kapitaal, dit vermogen om op te treden zoals Glenn Helberg dat deed op de witte televisie van het vaderland, hoeft niet tot de kern van je wezen te behoren. Het is een middel om op gelijke voet te communiceren met mensen die jouw thuistaal en thuiscultuur niet delen. Er zit een groot stuk theater in. En met gebruikmaking van deze vaardigheden is het dan weer mogelijk om begrip en respect te eisen voor wat je van huis uit eigen is.
Dus: in een democratische en vrije maatschappij, die het racisme wil overstijgen, heeft geen enkele burger een tolk of een zaakwaarnemer nodig om gehoord te worden, tenzij daarvoor heel specialistische inhoudelijke kennis nodig is, bijvoorbeeld van wet en recht. Maar dan heb je een verdediger, geen vertaler.
Onthoud niemand het cultureel kapitaal waar hij recht op heeft. Glenn Helberg zelf toonde door zijn optreden aan hoe onmisbaar dat is in dit land en in deze eeuw.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.