Groeten uit Soweto Amsterdam
• 21-08-2010
• leestijd 2 minuten
Zelfs zonder werkbezoekje had meneer Dominicus kunnen beseffen dat krottenwijken in Afrika onvergelijkbaar zijn met groeikernen aan de rand van Amsterdam
Hoe gaat Amsterdam toeristen lokken naar andere wijken dan het centrum? Door die wijken nieuwe hippe namen te geven, zoals Amsterdam Docklands, Groene Plantage, ‘Bruisende Smeltkroes’, Little Amsterdam en ‘Kinetisch Noord’. Dit bedenk ik niet, vandaag staat het op de voorpagina van Het Parool. Voor de Bijlmer en Nieuw-West zijn er nog even geen trendy namen voorradig, maar de stadspromotor trekt alvast een vergelijking met het Zuid-Afrikaanse township Soweto. Wat een lul(koek).
Dit tragisch stukje citymarketing (‘naar de mensen toe’) komt uit de koker van de Amsterdam Tourist & Convention Board (ATCB). De vijf genoemde namen hebben betrekking op respectievelijk het Oostelijk Havengebied, de Plantagebuurt/ Watergraafsmeer, De Pijp, Oud-West en Amsterdam-Noord. Westerpark heet vooralsnog gewoon Westerpark, voegt Het Parool er fijntjes aan toe.
De gemeente probeert al tien jaar het toerisme buiten het centrum te stimuleren en denkt daar nu dé oplossing voor te hebben gevonden.
Het Parool citeert Hans Dominicus van de afdeling onderzoek en ontwikkeling van de ATCB:
De grachtengordel is top, maar daarbuiten staan de mooiste monumenten. Als de toerist niet de fiets pakt, ziet hij niets van de Amsterdamse School. (…) Rotterdam promoot al jaren zijn moderne architectuur, terwijl wij oneerbiedig gezegd alleen maar die oude zooi aanboden.
Aan het einde van het Parool-artikel (weggelaten uit de samenvatting online) licht Dominicus toe dat er nog geen namen zijn bedacht voor de stadsdelen die vooral negatief in het nieuws zijn, Nieuw-West en de Bijlmer. Vervolgens trekt hij een vergelijking met Soweto, want ‘toeristen in Zuid-Afrika gaan ook in de townships kijken’.
Ik heb die laatste passage een paar keer gelezen en me telkens afgevraagd: is deze man zelf wel eens in de gewraakte stadsdelen geweest? Zelfs zonder werkbezoekje (marketeers noemen dat aanmatigend ‘buurtsafari’) had meneer Dominicus toch kunnen beseffen dat krottenwijken in Afrika onvergelijkbaar zijn met groeikernen aan de rand van Amsterdam. En hoe stelt hij zich zo’n toeristische aanprijzing dan voor: “Aapjes kijken in de wijk van Mohammed B.” of iets dergelijks?
Ik nodig meneer Dominicus graag uit voor een buurtsafari in Nieuw-West. Als hij durft.