Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Herstel de beroepseer

  •  
26-04-2013
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
'Gevoelens van nietswaardigheid los je niet op met maandelijks een paar tientjes extra salaris, niet alleen tenminste'
Hoewel de landelijke weerzin tegen graaiers al groot is, zal die volgend jaar vermoedelijk alleen maar verder toenemen. Want zoals het er nu naar uitziet, gaat de semi-publieke sector in 2014 namelijk op de nullijn. In zekere zin draait hij op voor het gelag bij de SNS-bank eerder dit jaar.
“Onbestaanbaar”, vindt de socioloog Dick Pels. In zijn boek ‘De economie van de eer’ (2006) pleit hij voor andere inkomensverhoudingen. Máár, voegt hij daar onmiddellijk aan toe, misschien is herstel van de beroepseer nog wel belangrijker. “Daar hebben het verpleegkundig personeel, de politieman en de onderwijzer op den duur het meest aan.”
Het is volgens Pels maar de vraag of de hoogte van de topsalarissen voor boosheid zorgt. Veel zwaarder weegt dat de verhouding tussen beloning en prestatie zoek is. Bestuurders krijgen hun geld toch wel, ook als ze hebben gefaald. Om hun rug hangt, in de woorden van Pels, een ‘gouden parachute’.
Daardoor is er de afgelopen jaren een onschendbare klasse ontstaan (een ‘staatsadel’, zoals socioloog Pierre Bourdieu het noemt) die zich grotendeels onttrekt aan wetmatigheden waar de gewone man wel aan onderhevig is. Voor hem géén riante wachtgeldregeling bij ontslag en dat heeft kwaad bloed gezet. ‘De arrogantie van dikke ikken aan de bovenkant,’ aldus Pels in zijn boek, ‘wordt gespiegeld door de deemoedigheid en het gevoel van nietswaardigheid aan de onderkant’.
Gevoelens van nietswaardigheid los je niet op met maandelijks een paar tientjes extra salaris, niet alleen tenminste. De echte uitdaging is om werknemers het gevoel van waardigheid weer terug te geven. Of hun zelfrespect, zoals Pels het formuleert. In zijn boek gaat hij op zoek naar een economie waarin het accent verschuift van geld naar (beroeps)eer.
Zelfrespect is ons symbolisch kapitaal Wanneer respecteren we onszelf het meest? Sommige dingen moeten nu eenmaal gebeuren, omdat de baas het wil. Maar in andere gevallen stellen werknemers er eer in om hun werk zo goed mogelijk te doen, dus los van het inkomen dat ze er elke maand voor ontvangen.
In de loop van de eeuwen is deze beroepstrots ietwat ondergesneeuwd geraakt, onder meer onder invloed van het christendom. De enige glorie is die van God, zei de zeventiende-eeuwse bisschop Bossuet. Voor de oude Grieken daarentegen was eerzucht – ‘thymos’ in het Grieks – nog geen vies woord. De laatste jaren wordt deze traditie herontdekt, onder meer door Francis Fukuyama en Peter Sloterdijk.
De Griekse filosoof Plato situeert de ‘thymos’ in de borststreek. En inderdaad, als we in ons werk iets doen waar we trots op zijn, gaat het gloeien in de borst. Omgekeerd doet het daar pijn als we falen. In het eerste geval is sprake van trots, in het tweede geval van schaamte. “Maak meer gebruik van het zelfrespect van mensen dan nu het geval is”, raadt Pels aan. “Zoek naar manieren om het eergevoel actiever te prikkelen. Daar zou een theater van publieke lof en blaam behulpzaam bij kunnen zijn.”
Eerst de blaam. Hoe kan die worden ingezet om de heersende graaicultuur te corrigeren? Het is waar dat de bestuurlijke kaste zijn zaakjes goed geregeld heeft. Toch nuanceert Pels de veronderstelling dat geld de enige drijfveer zou zijn bij de bestuurlijke kaste. Ook zij geeft er dikwijls blijk van dat ze hechten aan een goede naam. Een storm van verontwaardiging kan hen doen afzien van misplaatste beloningen. Zo dwongen klanten van ING de top van deze bank, die nog steeds staatssteun krijgt, af te zien van een bonus. Kennelijk kan het financiële gewin de reputatieschade niet zomaar compenseren.
Natuurlijk blijft deze aanpak ook vaak zonder resultaat. Zo heeft de actie ‘Geef terug!’ van journalist Jelle Brandt Corstius, die Pels volledig onderschrijft, er vooralsnog niet toe geleid dat voormalig SNS-topman Sjoerd van Keulen zijn bonussen terugbetaalt. Toch valt van deze aanpak misschien wel meer effect te verwachten dan van de vrijblijvende Code Tabaksblat die een paar jaar terug is ingesteld. Anders dan zulke gedragcodes maakt ‘naming en shaming’ namelijk gebruik van iemands eergevoel. “Het is een bewijs te meer”, zegt Pels, “dat de economie van de eer effectief kan worden ingezet als sturingsmechanisme en als beloningsprikkel naast traditionele prikkels van materiële aard.”
Overigens is dit mechanisme net zo goed toepasbaar op andere sectoren in de samenleving. In zijn boek verwijst Pels naar de jaarlijkse ranglijst van goede en slechte scholen, die Trouw jarenlang publiceerde en die vaak, onbedoeld, inspeelt op het zelfrespect van directeuren en onderwijzers. Valt de score tegen, dan is dat voor een school een aansporing om aan de slag te gaan. Klimmen op de ranglijst is zogezegd een erekwestie geworden.
Herstellen van beroepseer Dan de lof. Op welke manier kan deze volgens Pels helpen de beroepseer van het verpleegkundig personeel, de politieman en de onderwijzer te herstellen? Daarmee is het namelijk povertjes gesteld. De vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON), in 2006 opgericht door onder anderen filosoof Ad Verbrugge, spitst zich toe op de situatie in het onderwijs. Ze wijst op de demotiverende werking van ‘de bureaucratische schil’ die steeds dikker is geworden. Docenten dreigen tot ‘lesboeren’ te devalueren. Van beroepseer naar ‘beroepszeer’ – dat is de route die de afgelopen decennia is afgelegd.
Wellicht dat minder managers het beroepszeer verlicht, maar dit is slechts één kant van de medaille. Hun beroepséér hebben docenten er nog niet mee terug. Daartoe suggereert Dick Pels om de loftrompet te steken als iemand in zijn beroep getuigt van excellentie – juist in Nederland, waar eeuwen van calvinisme hebben geleerd dat iedereen zijn plicht heeft te vervullen. Iets doen we met andere woorden omdat het móet, niet omdat we er een pluim voor krijgen.
“Tijd voor een trendbreuk”, vindt Pels. “Laten we het gewoon benoemen als iemand excelleert. Stel een mooie prijs in of loof een onderscheiding uit.” Er kan een geldbedrag aan verbonden zijn, maar het primaire oogmerk is niet de aanvulling van iemands inkomen. De bedoeling is dat zijn ‘symbolische kapitaal’ groeit, zoals Pels zelfrespect ook wel noemt.
Employee of the month Een concreet voorbeeld is de Leraar van het Jaar. Sinds een paar jaar wordt die gekozen voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Vanaf dit jaar komt daar een categorie bij: de Leraar van het Jaar in het speciaal onderwijs.
“Heel goed”, zegt Pels over een initiatief als de Leraar van het Jaar. Toch is het ‘nieuwe prijzen’ volgens hem geen panacee en moet het niet geïdealiseerd worden. Zo ligt er inflatie van op de loer. “Te veel prijzen en onderscheidingen doet de waarde ervan afnemen. Het risico is dat de ontvangers er hun schouders over ophalen in plaats van zich gerespecteerd te voelen.”
Des te belangrijker om er met zorg mee om te gaan. Zo moet het ook niet blijven bij enkel een eervolle vermelding. De echte toppers in het onderwijs kunnen gebruik maken van de promotiebeurs die het mede mogelijk maakt dat ze hun dissertatie kunnen schrijven. Kwaliteit mag immers best erkend worden, is de achterliggende gedachte. Goed toegepast kan het instrument, aldus Pels, ertoe bijdragen “dat de ‘eer van het werk’ weer de plaats krijgt die zij verdient”.
Dit is het eerste artikel dat we hebben overgenomen van de serie Respect & Werk , die de komende maanden in Trouw verschijnt, en zal uitmonden in een symposium op 11 juni, dat Trouw samen met Instituut Gak organiseert. De dag is kosteloos. Voor meer info over inschrijving voor het symposium: http//www.trouw.nl/respect.
Bij de serie organiseert Trouw een blogwedstrijd met 1000 euro aan prijzengeld. Lees er alles over op bovenstaand webadres.

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.