Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het besluit van PGGM is geen boycot of sanctie

  •  
16-01-2014
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
55 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
De Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem maken simpelweg geen deel uit van het territorium van de staat Israël
Het besluit van pensioenfonds PGGM om te stoppen met beleggingen in Israëlische banken die Israëlische nederzettingen financieren is geen boycot en ook geen sanctie van Israël.
PGGM’s standpunt richt zich tegen ondernemingen die bijdragen aan de bezetting van Palestina en aan het bouwen van nederzettingen op Palestijns grondgebied. Pensioenfondsen in de VS, Noorwegen, Zweden en Nieuw Zeeland zijn PGGM enkele jaren terug al voorgegaan.
De Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem maken geen deel uit van het territorium van de staat Israël. Die gebieden worden door Israël bezet. Dat is in strijd met alle internationaal recht, evenals het overbrengen van Israëls eigen bevolking naar die gebieden via nederzettingen. De VN-Veiligheidsraad heeft dat in meerdere resoluties duidelijk gemaakt en het Internationaal Gerechtshof in 2004. Uitspraken van deze instellingen dienen door alle VN-lidstaten te worden opgevolgd. Praktisch de hele wereldgemeenschap, inclusief de VS en de EU, onderstreept daarom sinds jaren dat de bezetting illegaal is en dat nederzettingen een ernstig obstakel vormen voor vrede tussen Israël en de Palestijnen.
Ook is het niet juist dat PGGM voor Israël andere criteria zou hanteren dan voor andere landen. Er zijn er die proberen aan te tonen dat de situatie Israël/Palestina identiek is aan die betreffende China/Tibet, Cyprus/Noord-Cyprus en Marokko/Westelijke Sahara. De Israëlische bezetting van Palestijns gebied is echter in alle opzichten letterlijk uniek: er is geen land ter wereld dat – en bovendien al bijna vijftig jaar – een ander volk bezet houdt, dat zo vaak door de VN-Veiligheidsraad en het Internationaal Gerechtshof is veroordeeld en dat al zo lang met grote aandrang wordt opgeroepen bezetting en nederzettingbouw te beëindigen.
Het internationaal recht verplicht landen om een internationaal illegale situatie niet te erkennen, om mee te werken, die te doen ophouden en om geen steun te geven die ertoe bijdraagt dat die situatie blijft voortbestaan. De jarenlange mondelinge en schriftelijke veroordelingen van Israël door de VS, de EU en andere landen hebben niet geleid tot een beëindiging van de bezetting en de nederzettingbouw. Daarom is de internationale gemeenschap verplicht maatregelen te nemen die wél effect sorteren. Het stoppen van investeringen in ondernemingen die bijdragen tot het in stand houden van de nederzettingen is een eerste maatregel die concreet effect kan hebben. Zo besloot de Europese Commissie in juli 2013 met haar zgn. ‘Richtlijnen’ geen EU steun meer te geven aan Israëlische ondernemingen die hun zetel hebben, of activiteiten uitoefenen, in nederzettingen.
Een bijkomende verplichting van internationaal recht is dat landen er voor moeten zorgen dat hun bedrijven geen steun geven aan het voortbestaan van een internationaal illegale situatie. Een ontmoedigingsbeleid zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk dat voeren, en zoals de Europese Unie dat voorbereidt, is een eerste stap in die richting, wetgeving kan een volgende zijn.
Daarnaast hebben bedrijven nog een eigen verantwoordelijkheid. Overeenkomsten zoals die binnen de VN en de OESO uit 2011, onderstrepen steeds duidelijker de verantwoordelijkheid van bedrijven om wereldwijd mensenrechten te respecteren.
Criticasters van het PGGM-besluit zouden er beter aan doen ook het internationaal recht te volgen en actief bij te dragen aan het snel bereiken van een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen.
Dit artikel is geschreven met medewerking van Michel Waelbroeck, emeritus hoogleraar Europees Recht in Brussel.

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.