Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het werkelijke debat moet gaan over het neoliberalisme

  •  
25-02-2021
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
699 keer bekeken
  •  
49390291577_cf5a773be9_k

© cc-foto Loz Pycock

In het neoliberalisme gaat de politiek voornamelijk over cultuurgebonden kwesties, zoals de taal en de zeden, nationale feestdagen, het dragen van de nikab, luidruchtige groepen op straat, enz
De term neoliberalisme is een aanduiding van de wereldwijde trend om de invloed van commerciële bedrijven te vergroten en de directe invloed van de staat te verminderen door zoveel mogelijk te privatiseren. De verwachting is dat de samenleving dan beter, effectiever en efficiënter functioneert. Het neoliberalisme legt de nadruk op regulering door maatschappelijke krachten. Daardoor gaat men voorbij aan het gegeven dat die krachten niet evenredig over alle bevolkingsgroepen of individuen zijn verdeeld. En daarmee worden wezenlijke maatschappelijke problemen onvoldoende onderkend.
Het neoliberalisme is inmiddels tot alle geledingen van de samenleving doorgedrongen. Het leidt onvermijdelijk tot polarisatie, waarin zaken op scherp worden gezet omdat groepen met verschillende belangen in het maatschappelijk krachtenveld tegenover elkaar komen te staan. Dat zien we in het politiek maatschappelijk debat waar thema’s als vluchtelingen, migratie, zwarte piet, slavernij, man/vrouw verhoudingen, genderneutraliteit als probleem worden gepresenteerd, wat de verdeeldheid in de samenleving voedt.
Zelfs ons boegbeeld Van Dissel liet zich verleiden tot de uitspraak dat de coronaproblemen in de verpleeghuizen veroorzaakt worden door een laag opleidingsniveau van de medewerkers. Maar de problemen in de verpleging en de verzorging worden veroorzaakt door lage lonen, slechte arbeidsvoorwaarden, tekorten in adequate hulpmiddelen, marktgericht management en bureaucratische controle.
Het neoliberalisme is niet enkel een politieke stroming, het is doorgedrongen in al onze maatschappelijke systemen en in het denken van de mensen. Zo kijkt de globalistische meritocratische elite neer op de lager opgeleide of minder gefortuneerde medeburgers, die zelf verzuimd zouden hebben hun kansen te benutten. Voor de elite is het leven maakbaar als je maar in jezelf investeert en participeert in hoger onderwijs, innovaties, ondernemerschap en technologie.
Bankiers, verzekeraars, communicatiebedrijven en nutsbedrijven houden de mensen in hun greep met contracten die men wel aan moet gaan en waar men vervolgens aan gebonden is. Vrijwel alle burgers worden gedwongen om mee te doen met de hoofdstroom van ons huidige economisch denken, dat gericht is op groei, globalisering, verhoging van efficiency en schaalvergroting. Daarin past de gewoonte dat arbeiders nauwelijks meeprofiteren van een positief ondernemingsresultaat, terwijl er wel loonoffers worden gevraagd als het slecht gaat. Het zijn vooral de CEO’s en de aandeelhouders die de winsten opstrijken. Zo worden de rijken rijker, terwijl de armen maar een klein graantje mee mogen pikken.
De samenleving is de afgelopen 20 jaar door het neoliberalisme op zijn kop gezet door de privatisering en het stimuleren van marktwerking bij maatschappelijke basisvoorzieningen zoals onderwijs, zorg, energievoorziening, afvalverwerking, infrastructuur of openbaar vervoer. In al deze sectoren is enerzijds kostenbesparing op arbeid en anderzijds de controlebureaucratie toegenomen, met als gevolg meer werkdruk en minder dienstverlening.
Inmiddels gebruikt het neoliberaal systeem de moderne media als publiciteitsmachines. De media moeten als output hoge kijk- luister- of leescijfers behalen, wat voortdurend wordt gemonitord. Om het gewenste resultaat te bereiken wordt gezocht naar sensatie en polarisatie, waarvoor zo nodig nieuws wordt gemaakt. De media mogen niet te kritisch zijn ten aanzien van de heersende stroming. Dus de markt wordt verheerlijkt, ook vanwege de reclame-inkomsten, en de overheidsbureaucratie mag aan de kaak worden gesteld.
Door de invloed van de media en vertegenwoordigers van de neoliberale stroming zijn heersende mantra’s: vrije handel creëert welvaart, technologie lost problemen op, religie is uit de tijd (behalve de religie van de groei-economie), verlaging van belasting is goed voor ons allemaal, er moeten prikkels worden gegeven om aan het werk te gaan, vooral financiële prikkels, iedereen moet voor zichzelf opkomen.
In het neoliberalisme gaat de politiek niet langer over de eerlijke verdeling van middelen tussen arm en rijk, maar voornamelijk over cultuurgebonden kwesties, zoals de taal en de zeden, nationale feestdagen, het dragen van de nikab, luidruchtige groepen op straat, enz. Verschillen in cultuur of opvoeding zouden dan ten grondslag liggen aan de verslechtering van wijken en buurten, in plaats van de armoede en de maatschappelijke tweedeling. Toch is de beschikbaarheid van betaalbare woningen en de vermarkte toegang tot basisvoorzieningen in steden als Amsterdam of Rotterdam de belangrijkste oorzaak van verpaupering. Een fatsoenlijke woning is slechts voor de minderheid van de bevolking beschikbaar, en het is voor veel mensen lastig de weg te vinden in de doolhof van voorzieningen en de criteria voor gebruik.
Het neoliberalisme verdraait de feiten door van het gebrek aan middelen een cultuurprobleem te maken. Een minderheid van de Nederlanders, namelijk de hoger opgeleiden en kapitaalkrachtigen dragen het cultuuraspect graag uit, en weten zich gesteund door een politieke meerderheid. De partij die dit spel de laatste 10 jaar het beste weet te spelen is de partij voor vrijheid en democratie. Deze partij gaat gemakshalve voorbij aan het feit dat kapitaalmigratie de samenleving veel meer schaadt dan arbeidsmigratie of de instroom van andere culturen.
De sociale gedachte zoals Martin Luther King die 50 jaar geleden verwoordde is nog steeds waardevol: “het gaat om het smeden van een brede coalitie van werkenden zonder acht te slaan op ras, geslacht of geloof. Wat we met elkaar delen is de behoefte aan gezond voedsel, schone lucht, goede woningen, onderwijs, prettig werk, een redelijk inkomen, goede zorg, inspraak en medezeggenschap.” Wie dit niet onderkent laat zich onderwerpen aan de meedogenloze wetten van het grootkapitaal.
Daar tegenover staan de uitgangspunten van een samenleving waarin de menselijke waarden centraal staan. Het gaat om de gedachten dat economie geen doel is, maar middel, dat het niet om kwantiteit van output gaat maar om zinvolheid en kwaliteit van werk, dat het korte termijn resultaat plaats moet maken voor lange termijn denken en handelen, en dat we samen voor de uitdaging staan om de aarde leefbaar te houden en de grote verschillen in beschikbare middelen op te heffen. Samenwerken, samen leren, en samenleven is daarom de kern van een aanpak die het neoliberalisme kan keren.
Raf Daenen, docent maatschappelijke ontwikkeling. Mede auteur van boek “Perspectief op een maatschappij in crisis; Samen leren, samen werken en samen leven”.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.