Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hoe Frankrijk geld verdient aan oorlog en fundamentalisten fêteert

  •  
13-04-2017
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
92 keer bekeken
  •  
Rafale

© cc-foto: Bertrand Duperrin

De ‘socialist’ François Hollande had er geen enkele moeite mee dat voor tientallen miljoenen gevechtsvliegtuigen aan Saoedi-Arabië werden verkocht.
Net zo belangrijk als de vraag wie de kandidaten zijn bij een verkiezing, is de vraag welke onderwerpen tijdens de verkiezingsstrijd worden aangesneden – en welke niet. Wanneer er op het moment, tijdens de debatten in Frankrijk die aan de verkiezing van de nieuwe president voorafgaan, één onderwerp is dat onder de tafel wordt geschoven, is dat de wapenexport. Niet dat in andere landen van dit onderwerp nu zo’n kwestie wordt gemaakt. Toch zou je mogen verwachten dat althans in Frankrijk in deze tijd van heftig politiek palaveren aan de wapenhandel enige aandacht werd geschonken, om de simpele reden dat het hier om een van Frankrijks meest lucratieve sectoren gaat.
Sinds 2012 is de omzet van deze handel verviervoudigd. In het jaar 2016 oversteeg het cijfer de 20 miljard. Wanneer je dit vergelijkt met de resultaten van de andere sectoren van de Franse economie, dan kun je rustig stellen dat op economisch vlak de wapenexport de grote troefkaart is geweest van het presidentschap van François Hollande.
Saoedi-Arabië Ik moet denken aan de grote leidsman van het Franse socialisme, aan de man die in het collectieve bewustzijn van de Fransen wordt beschouwd als het lichtende voorbeeld van de politicus die de socialistische principes gestand deed, Jean Jaurès. Hij was een overtuigde en voortvarende pacifist. Om deze reden werd hij vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog door een fanatieke nationalist vermoord.
De ‘socialist’ François Hollande had er daarentegen geen enkele moeite mee dat er tijdens zijn presidentschap voor tientallen miljoenen gevechtsvliegtuigen van het type Rafale, uit de fabrieken van Dassault, aan een land als Saoedi-Arabië werden verkocht. Hij moet heel goed hebben geweten dat Saoedi-Arabië in de oorlog die het voert tegen Jemen (waarbij sinds 2015 al meer dan 4000 burgerslachtoffers zijn gevallen) maling heeft aan de internationale verdragen die het gebruik van sommige wapens aan banden leggen.
Volgens Amnesty International heeft Saoedi-Arabië zeer recentelijk nog gebruik gemaakt clusterbommen. Niet alleen was president Hollande hiervan op de hoogte, maar hij is ook opgetreden als een de facto-wapenhandelaar. De afgelopen jaren heeft hij meerdere bezoeken aan de Saoedi’s gebracht – één doel: wapens verkopen. Geld in het laadje, de handhaving van 165.000 banen in de wapenindustrie, daar zijn mooie principes in zijn ogen blijkbaar niet tegen bestand, en daarvoor zijn we ook bereid onze buitenlandse politiek naar om te buigen.
De kritiekloze Atlantische politiek van François Hollande, en van zijn ministers van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius en Jean-Marc Ayrault, heeft hier ongetwijfeld mee te maken: we zijn mét het Atlantische blok twee handen op één buik met de petro-monarchieën, en we zijn daarom samen tégen het blok Syrië, Rusland en Iran – omdat de Saoedi’s dat nu eenmaal zijn. Dat de Saoedi’s een achterlijke versie van de islam begunstigen en met hun petrodollars financieren, en dat deze stroming voedingsbodem blijkt te zijn voor terrorisme dat ook in Frankrijk toeslaat (Charlie Hebdo, Bataclan…) – tja…
Hollande – Macron Onlangs, tijdens een interview op de radio, heeft presidentskandidaat Emmanuel Macron aangekondigd dat in het geval hij de volgende president zou worden, hij de banden met Qatar zal beperken. De banden met dat rijke olielandje stammen uit de tijd van president Sarkozy die de Qatarese investeerders met open armen in Frankrijk ontving: ze mochten komen opkopen wat ze maar wilden. ‘Qatari Holding’ bezit onroerend goed in de duurste wijken van Parijs, luxehotels, heeft aandelen in grote en kleinere bedrijven, financiert Frans voetbal.
Er gingen destijds geruchten rond die zeiden dat Qatar in de arme buitenwijken van Parijs ook verenigingen financierde die bewust de islamisering van de jeugd in de hand werkten. Geruchten zijn vaak – terecht of onterecht – genoeg om weerzin te wekken. Veel Fransen zagen dit alles als een verderfelijke vorm van inmenging, Sarkozy werd er niet populairder door. Toen François Hollande hem opvolgde, raakte de Qatarese kwestie op de achtergrond. Emmanuel Macron kwam er laatst op terug. En dit was enigszins verrassend. Wat nu veel Fransen hoog zit, is niet zozeer Qatar, als wel de nauwe band met Saoedi-Arabië. En dat is een zure vrucht van Hollande’s presidentschap. Toen de interviewster hierop wees, was het antwoord: “Zo ontzettend veel heeft Frankrijk niet verkocht aan de Saoedi’s…”
Het is wel duidelijk – en dit is één voorbeeld naast veel andere – dat Emmanuel Macron de favoriet is van de ‘clan’ Hollande. Macron begon zijn campagne met de uitgave van een boek getiteld ‘Revolution’, hij stelde zich voor als de grote tegenstander van het systeem (‘l’homme anti-système’), maar gaandeweg bleek dat hij braaf in het vaarwater vaart van de rechtervleugel van de sociaaldemocratie: zijn programma is op neoliberale leest geschoeid. De Duitse minister van Financiën, Dr Schaüble, is met hem ingenomen, en dat zegt genoeg. Hij zal niet de fout maken die Hollande beging toen hij tijdens zijn vlucht naar het hoogste ambt verklaarde dat ‘de financiële wereld zijn tegenstander’ was. Daarmee zou hij als ex-bankier bij Rothschild toch te ongeloofwaardig overkomen.
Als de Fransen het roer om willen draaien, dan moeten ze het niet bij Emmanuel Macron zoeken. Hopelijk zoeken ze het niet bij Le Pen. Wie overblijven? François Fillon, Philippe Mélenchon, Benoit Hamon. Wat dit voor de wapenexport betekent? Tijdens een debat op de televisie waarin sprake was over de opvang van asielzoekers in het land heeft Mélenchon gezegd dat het zaak was het probleem bij de bron aan te pakken: waarom slaan Irakezen en Syriërs en anderen op de vlucht? Omdat in hun landen oorlogen woeden. Waarom oorlog? Misschien omdat wij bij oorlog gebaat zijn, de wapens die wij exporteren, die zijn er toch niet om in een bloempot te worden gestopt…
Wapenhandel In onze wereld, waarvan wordt gezegd dat het één grote vrije markt is geworden, is het gegeven wapenhandel nogal paradoxaal, wanneer je erbij stilstaat. Toegegeven, volkomen vrij is de markt niet. Hier en daar zijn er nog barrières, in de vorm van verdragen bijvoorbeeld, die aan de commercie van bepaalde goederen perk en paal stellen. Het wapenhandelsverdrag is daar een voorbeeld van. Het is door de meeste landen ondertekend, waarna het op 24 december 2014 in werking trad. In dit verdrag wordt bepaald dat er geen wapens mogen worden verkocht aan staten of rebellengroepen die oorlogsmisdaden plegen.
In hoeverre hier concreet rekening mee wordt gehouden, is een ander verhaal. Frankrijk houdt er geen rekening mee wanneer het gevechtsvliegtuigen aan Saoedi-Arabië verkoopt. Maar afgezien hiervan, afgezien van dergelijke verdragen die de vrije handel enigszins inperken, het blijft een feit dat de wapenhandel deelt uitmaakt van een wereldmarkt, en dat deze wereldmarkt overwegend functioneert dankzij het zelfregulerend mechanisme van de vrije concurrentie. En ja, daar schuilt een paradox.
Voor de eerste denkers van het liberalisme betekende de vrije markt een waarborg voor vrede. Liberale denkers grijpen graag terug op de metafoor van de ‘onzichtbare hand’ die Adam Smith in zijn ‘The wealth of nations’ te berde bracht. Volgens hen verwijst deze metafoor naar de opvatting die zegt dat een vrije, onbelemmerde markt als vanzelf een harmonieuze samenleving tot stand brengt. De mens heeft zijn welbegrepen eigenbelang maar te volgen, het mechanisme van de onbelemmerde concurrentie zal op den duur, wanneer het juiste evenwicht van vraag en aanbod is bereikt, de voorwaarden scheppen voor een vreedzame maatschappij.
De eerste liberale denkers hadden het graag over de ‘zachte handel’ (Montesquieu: ‘le doux commerce’) – zacht voor zover je de handel vrijlaat en beschermt tegen de hardhandige hand van de staat. Want wanneer staten zich met de handel inlaten, dan komt het in de regel tot oorlog. Aldus de eerste liberale denkers. Ja maar – ja maar, wanneer het om de handel gaat van oorlogswaar? Van wapens? Wanneer de vrije handel op den duur vrede brengt, en ons dus voor oorlog vrijwaart, waarom handelen we dan nog in wapens?
Ik vraag me weleens af of het gegeven van de wapenhandel niet domweg het mooie dogma van de vrije handel logenstraft. Zolang de vrije handel de handel in wapens omvat, is de vrije handel beslist geen ‘onzichtbare hand’ die op den duur harmonie brengt. En nog nooit heeft de handel in oorlogstuig dusdanig gigantische proporties aangenomen als in onze tijd. Nee, het gegeven wapenhandel maakt duidelijk dat we de markt wel degelijk flink aan banden hebben te leggen, en dat kan alleen van staatswege gebeuren. De wapenhandel is het graf van het liberale denken.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.