Hoe het middeltje voor pijnvrij vrijen ontstond

Ivan Wolffers schrijft elke dag een gezond weetje, gebaseerd op onderzoeken met merkwaardige en soms ongelofelijke uitkomsten. Door de weetjes van Wolffers leer je van alles over bijvoorbeeld verschillende ziektes, medicijngebruik en gezond afvallen, maar ook over de vaak komische verschillen tussen mannen en vrouwen.

De ontwikkeling van medicijnen gaat soms via een wonderlijk traject en als een middel uiteindelijk voor gebruik goedgekeurd wordt dan is het soms voor een heel andere indicatie dan waarvoor het ooit bedacht is. Dat lijkt ook het geval te zijn met een medicijn dat deze week werd goedgekeurd voor gebruik door de Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit, de Food and Drug Administration (FDA): ospemifene (de soortnaam). Het komt in de handel als Osphena. Het was bedoeld als middel om osteoporose (botontkalking) bij vrouwen in de overgang te voorkomen, maar het mag nu gebruikt worden als middel bij pijn bij het vrijen.

Het komt vaak voor. Wie had kunnen denken dat acetylsalicylzuur – de stof uit de wilgenbast die al door de Romeinen gebruikt werd om pijn te stillen – eens gebruikt zou worden om het bloed te verdunnen, bij de preventie van hartaandoeningen en als mogelijk preventie van kanker van de dikke darm? Allemaal werkingen die pas eeuwen later ontdekt werden.

En wat te denken van sildenafil – het actieve bestanddeel van Viagra? Het werd ontwikkeld als mogelijk medicijn ter voorkoming van angina pectoris, maar bleek niet zo effectief. Toen echter het onderzoek werd afgebroken en de mannelijke proefpersonen werden gevraagd de onderzoeksmedicijnen weer in te leveren wilden ze het niet omdat ze de bijwerking zo prettig vonden: ze kregen er een betere erectie door. Zo gaat het verhaal tenminste, want ik twijfel vaak aan zulke smakelijke anekdoten die de wereld in geholpen lijken te zijn om de verkoop te bevorderen. Wat deden de mannen trouwens die de placeboversie van het medicijn slikten toen ze gevraagd werden hun medicijn in te leveren? Hoe dan ook, we danken er een effectieve erectiebevorderaar aan.

En dan nu het verhaal van een medicijn uit de groep oestrogeen-achtige stoffen, die mogelijk een gunstig effect zouden kunnen hebben op de preventie van osteoprose. In 2003 wisten onderzoekers al te vertellen dat het een gunstig effect kan hebben op het slijmvlies van de vagina zonder dat het zorgde voor groei van het baarmoederslijmvlies en dus werd geconcludeerd dat het een gunstig bijwerkingenprofiel kon betekenen.

Die vondst is nu de basis voor het nieuwe medicijn dat vrouwen in de overgang die last hebben van pijn tijdens het vrijen zou moeten helpen.

Vroeger schreven artsen dan oestrogeen voor, maar daar zijn we nu te slim voor want we weten dat het bij bepaalde categorieën vrouwen zorgt voor een grotere kans op borstkanker en meer hart- en bloedvataandoeningen. Daarom deze vervanger, waar we nog nauwelijks iets over weten? En zouden klachten bij het vrijen bij vrouwen in de overgang nu echt werkelijk alleen maar te maken hebben met de biologie?

Volg Ivan Wolffers ook op Twitter Het vorige weetje: Seks na de bevalling

Het nieuwe boek van Ivan Wolffers is: Het gezonde lifestyleboek