Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hongerige wolf Hilversum verslindt eigen kind

  •  
22-12-2012
  •  
leestijd 15 minuten
  •  
110 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Langlees opinie: Hoe een waardevol instituut ten onder dreigt te gaan door mythes en politieke spelletjes
Van het Mediafonds heeft bijna geen kijker ooit gehoord. Toch is het instituut essentieel voor de tv-kijker die smacht naar kwaliteit. De politiek maakte er korte metten mee. Hier wordt in detail beschreven hoe dat in z’n werk ging en waarom het vreselijk is. Dat kan niet anders dan uitgebreid. Een vurig betoog van Ingeborg Beugel als langlees opinie van 3500 woorden. Gemiddelde leestijd circa 13 minuten.
Tijdens WOII wilde de Britse minister van Financiën al het geld voor Kunst & Cultuur wegbezuinigen om de oorlog ook daarmee te bekostigen. Winston Churchill antwoordde: ‘Then what are we fighting for?’
Dinsdag 18 december zou het Mediafonds wegbezuinigd worden. Net zoals daarvoor het Metropole Orkest. ‘Zou’, want terwijl ik dit stuk schreef, waren er elk uur nieuwe ontwikkelingen. Daarover straks meer.
Iedere Nederlander kent het Metropole Orkest. Van het Mediafonds hebben weinigen gehoord. Toch is het verdwijnen van beide instellingen even achterlijk, autodestructief, blasfemisch, desastreus, onbegrijpelijk en oerdom. Ik zal uitleggen waarom. En hoe politieke spelletjes worden gespeeld.
Het Metropole Orkest – één van de beste ter wereld, dat honderdduizenden mensen inspireert, ‘verheft’, en waar dit afglijdende kikkerland internationaal nog een beetje sier mee kon maken – zou al in augustus niet meer bestaan. De afbraak van het Mediafonds gaat langer duren. Binnenkort zal Den Haag beslissen dat het vanaf 31 december 2016 voorgoed de deuren zal moeten sluiten. 
Krenten in de pap Een orkest kan je wellicht iets ‘makkelijker’ –  pijn in buik – naar huis sturen: kantoren en bibliotheek sluiten, organisatorische en PR-afdelingen dicht, instrumenten inpakken, al die mooie bladmuziek en foto’s van beroemde optredens in vuilniszakken, en RAUS! 
Bij het Mediafonds ligt het iets ingewikkelder. Het vervult namelijk al 25 jaar een kerntaak voor de gehele Nederlandse Publieke Omroep (NPO, verder ‘publieke omroep’):
“ Het Mediafonds verstrekt subsidie voor de productie en/of de ontwikkeling van radio- en televisieprogramma’s en programmamateriaal (e-cultuur) ten behoeve van de landelijke en regionale publieke omroepen. Het gaat om culturele producties die bijzonder zijn, van hoogwaardig artistiek gehalte en overwegend van Nederlandse origine. Voor de regio geldt daarenboven dat er een zeker regionaal belang is.”
Letterlijk van de website.
Met andere woorden: het Mediafonds, na zorgvuldige selectie, minutieuze toetsing en uitgebreide evaluering, zorgt bij uitstek voor de ‘Krenten-In-De-Pap-Programma’s’ die we met z’n allen bij de publieke omroep kunnen zien. Ook regionaal. Het gaat om diepgaande, originele, bijzondere, artistieke, journalistieke en af en toe ‘moeilijke’ (want oh, oh, soms moet je er als kijker bij nadenken!) documentaires, hoogwaardig drama, e-cultuur (vernieuwing!), animatie en jeugdfilms. Toe maar. 
En daar zitten dus net zoals honderden muzikanten, technici en organisatoren, hele beroepsgroepen achter: scenarioschrijvers, onafhankelijke makers en regisseurs, buitenproducenten, producers, camera- en geluidmensen van hoge kwaliteit, topeditors, filmlabs, tekenaars, kostuummakers, componisten, name them. Die kan je niet zo maar in een paar maanden opdoeken, nee, daar trekt het kabinet gelukkig twee jaar voor uit. 
Ondertussen kan er nagedacht worden over hóe de taken van het Mediafonds overgeheveld zullen worden naar de publieke omroep. 
Want waarom zou de publieke omroep, de enige afnemer van de door het Mediafonds gesubsidieerde producties, niet zèlf aan toetsing en selectie kunnen doen? Ook daarover straks meer.
Grachtengordel-mythe Er moet rigoureus bezuinigd worden. Een apart fonds, met eigen werknemers, in een deftig gebouw in de Amsterdamse grachtengordel, in plaats van een organisatie binnen de bestaande publieke omroep op het mediapark in Hilversum, dat is in deze moeilijke tijden maar luxe, geldverspilling en onacceptabel volgens cultuur-minachtend Den Haag. 
En: VVD-staatssecretaris Sander Dekker heeft onderzocht dat van de 16 miljoen euro die het Mediafonds jaarlijks krijgt, maar liefst twee miljoen helemaal niet naar documentaires, drama en bijzondere radio- en tv-programma’s gaat, maar aan overhead wordt besteed. 
Last but not least: de directeur van het Mediafonds, Hans Maarten Van den Brink, zou onlangs geroepen hebben dat hij bereid zou zijn Mediafonds-producties in de toekomst ook aan commerciële afnemers aan te bieden. Vooral dat laatste was voor Martijn van Dam (al vele jaren media- en publieke omroep-portefeuillehouder van de PvdA) dé reden het Mediafonds op te heffen, 
‘Want dat belastinggeld is en blijft voor de publieke omroep’, meende hij stellig. Wat dacht Van den Brink wel niet. Allemaal terecht, zou je zeggen.
Ik weet, voor buitenstaanders is het een ingewikkeld insidersverhaal, maar ik ga bovenstaande punt voor punt weerleggen. Alleen dan wordt duidelijk hoezeer de politiek de boel verdraait, en zichzelf tegenspreekt.
Wat betreft de huisvesting van het Mediafonds.
Ooit zetelde het fonds aan de Korte Leidse Dwarsstraat. Donker, klein, benauwd. Het is vier jaar geleden verhuisd naar de Herengracht 609. Licht, groot, ruim. Het schitterende gebouw is eigendom van Ilse Desmet, kleindochter van de beroemde Nederlandse filmerpionier Jean Desmet. Zij wenste pertinent dat het pand een culturele bestemming kreeg, liefst ‘iets met film’, om haar opa te eren. Ze stelde het tegen een zeer lage huur aan het Mediafonds ter beschikking. Het fonds heeft flink bezuinigd door het mooie gebouw te betrekken; de huurprijs is dus een vorm van mecenaat.
Bovendien zijn allerlei publieke omroep-werkgroepen evenals die van de IDFA altijd welkom om daar, wanneer ze maar willen, gratis te vergaderen of voor van alles en nog wat bijeen te komen. Ook worden de ruimtes voor workshops en gastcolleges gebruikt in het kader van het ‘flankerend beleid’ van het fonds. De publieke omroep bestaat vooral uit treurige gebouwen – enkele uitzonderingen daargelaten – op een zaaddodend industrieterrein in Hilversum. Daarbij is het Mediafondspand een verademing van internationale allure, op een historische locatie, en dat voor een weinig geld. Voor publieke omroep-medewerkers is het een inspirerende bevrijding daar af en toe te mogen zitten.
Overhead-overdrijving Dan de over de balk gesmeten twee miljoen aan overheadkosten.
Wat blijkt? Ongeveer 1,3 miljoen wordt inderdaad aan overhead besteed, de rest aan ‘flankerend beleid’: die workshops, gastcolleges, congressen, name it. Heel belangrijk voor die ‘wondere wereld’ die dankzij het Mediafonds bestaat, want het bevordert, behalve de internationale festivals en –prijzen, internationale contacten en bezorgt in den vreemde een zekere culturele status aan Nederlands drama en documentaire. Maar nu komt het: die 1,3 miljoen overhead – zonder flankerend beleid -, is slechts 8,1 procent van het totale budget van het Mediafonds.
De vergelijking met de publieke omroep is ontstellend. Daar bedragen de overheadkosten maar liefst 17,5 procent van het totale budget van de publieke omroep. Zonder ‘flankerend beleid’. (Zou dat ook komen door de extreem hoge, boven de balkenendenorm salarissen van al die directeuren en managers met lease auto’s, onderdirecteuren, secretaresses, en van publieke omroep presentatoren met in deze tijden indecent hoge salarissen als Pauw, Van Nieuwkerk, Hertsenberg van de grote omroepen en zelfs Rosenmöller van de straatarme IKON?) Na de bezuinigingen die nu worden doorgevoerd, zal dat 16 procent worden. 
8,1? Dat is nog altijd ongeveer de helft van – binnenkort – de publieke omroep. 
Als je dus echt wilt bezuinigen, kan je beter de hele publieke omroep overhevelen naar het Mediafonds.
Commercieel verzinsel Tot slot het verguisde statement van de Mediafondsdirecteur, dat binnenkort ook andere afnemers dan de publieke omroep, oh help, zelfs private, voor Mediafondsproducties in aanmerking komen – hetgeen vooral voor de PvdA een dealbraker was. Na enig rondvragen en een paar uitspraken checken blijkt het allemaal anders te liggen. 
Het vorige kabinet wilde, in het kader van de toenmalige bezuinigingen, dat het Mediafonds zou fuseren met het Stimuleringsfonds voor de Pers. Het was een voorstel, nog geen wetsvoorstel, maar een duidelijk streven, waar de PvdA het toen mee eens was. De directeur van het Mediafonds, die nu eenmaal altijd moet doen wat Den Haag zegt, wilde het indertijd best proberen, maar trok aan de alarmbel. Hij waarschuwde dat dán de deur naar commerciële afnemers open zou staan, omdat het Stimuleringsfonds allang, by law, aan private partijen levert.
De logische consequentie van een fusie zou zijn dat Mediafondsproducties dan ook bij niet-publieke omroep afnemers terecht zouden komen. Inderdaad, niet de bedoeling, vond ook Hans Maarten van den Brink. Maar als het van Den Haag moet, dan moet het. Of een Mediafondsdirecteur persoonlijk voor of tegen is, maakt immers niets uit.
Hoe gaat zoiets in de politiek? Het verhaal ging als een Chinees fluisterspelletje rond buzzen. Het Stimuleringsfonds voor de Pers verdween in de overlevering, en woorden die hij nooit heeft gezegd werden in de mond van Van den Brink gelegd. En juist die nooit uitgesproken woorden werden één van de belangrijkste argumenten voor Martijn van Dam, mede, tegen zijn wil, gedwongen door de VVD, om korte metten te maken met een kwart eeuw kennis en expertise van het Mediafonds.
Excuses per DM Eigenlijk kwam Hans Maarten van den Brink er pas afgelopen weekeinde achter welke verbasteringen werden rondgebazuind. Hij was onthutst. Direct en regelmatig contact hebben de beide heren niet. Het kostte de Mediafondsdirecteur meer dan een jaar om op bezoek te mogen komen bij het Tweede kamerlid dat nooit tijd had – hetgeen net zoveel te denken geeft over Van den Brink als over van Dam, maar dat terzijde. Dus ging Van den Brink twitteren. Openbaar. Van Dam bood persoonlijk zijn excuses aan en beloofde dat argument voortaan nooit meer te gebruiken. Per DM (privé twitterbericht).  Niet openbaar. Zelfs al ís een directeur van alles te verwijten, dan stuur je hém weg, in plaats van zijn falend beleid als argument te gebruiken om een belangrijk instituut geheel op te heffen. Baasjes zijn vervangbaar, het Mediafonds allerminst.
Tja.
Ik kan alleen maar concluderen dat voor zover VVD en PvdA argumenten hebben om sluiting van het Mediafonds te rechtvaardigen, ze allemaal onwaar of misplaatst zijn. ‘Voor zover’, want de kersverse VVD-staatssecretaris Sander Dekker bekende een paar weken geleden tegen Van den Brink dat hij had getracht om van het kabinet goede argumenten te krijgen om te kunnen onderbouwen waarom het Mediafonds moest sterven, maar daar niet in was geslaagd. Einde gesprek.
Volgt u het nog en wordt u er ook zo moedeloos van?
Terug naar nu.
Elitaire, esoterische creatievelingen Het Mediafonds wordt hoe dan ook opgeheven, dat heeft de regering besloten. Ook al is er is bijna geen fonds in Nederland te vinden dat met zo weinig geld zoveel kwaliteit en internationale uitstraling genereert. Er moet nog gestemd worden, maar er is een Kamermeerderheid. Toen dit bekend werd, was de publieke omroep – die al vijfentwintig jaar aast op het geld van het Mediafonds – er als de kippen bij om te roepen dat zíj de taak van de het Mediafonds wel zou overnemen en uit haar eigen, inmiddels totaal verschraalde budget, die veertien miljoen van het fonds, uiteraard zonder overhead en flankerend beleid, zou slepen. De publieke omroep stond onmiddellijk op als beschermvrouwe van de kwetsbare en in verdrukking geraakte drama en documentaire. Wow. Iedere leek die dit hoort denkt: waarom niet? Dat minuscule clubje elitaire, esoterische creatievelingen, dat toch aan de publieke omroep levert, huppakee, naar Siberisch Hilversum, net als de rest. 
Kennelijk denkt niemand erover na waarom al 25 jaar een onafhankelijk instituut, juist búiten de publieke omroep, programmavoorstellen van hoogwaardige artistieke, journalistieke en innovatieve kwaliteit beoordeelt, selecteert subsidieert en na gedane arbeid evalueert – dat laatste is uniek en daar zou de publieke omroep wat van kunnen leren.
Indertijd werd geoordeeld dat al die omroepen, met hun verzuilde management-soep en structurele omroepbelangen niet zelf in staat waren om juist díe kerntaken – ja, kerntaken! – van de publieke omroep uit te voeren. 
Is de publieke omroep dan nu zoveel verbeterd?  Nee.  Integendeel.  Er is nog steeds een archaïsch-ondoorzichtige bestuursbrij van veel te veel omroepen, met steeds meer managers met een boekhouders- mentaliteit en steeds minder makers die uitmunten in kennis, journalistiek vakmanschap, originaliteit en creativiteit. 
Heeft u wel eens geprobeerd om onze publieke omroep  – een verklontering van verzuilde omroepen in plaats van bijvoorbeeld een heldere BBC-structuur, met één dunne laag ‘directie’, daaronder een forse laag eindredacteuren en programmamakers, zonder afhankelijk te zijn van reclame inkomsten en daardoor niet vergiftigd door ‘kijkcijferterreur’ – aan een willekeurige buitenlander uit te leggen?  Daar heb je drie dagen voor nodig. 
Dan snappen ze het nog niet.
Door de mammoetbezuinigingen van 300 miljoen zijn veel omroepen eindelijk gedwongen te fuseren: NCRV/KRO, AVRO/TROS, VARA/BNN. Dat worden reuzenomroepen oude stijl, naast VPRO, MAX, EO en NOS en NTR in afgeslankte vorm, die ‘solo’ blijven. De beschouwelijke omroepen zonder leden verdwijnen. We gaan zowaar van eenentwintig naar acht omroepen. Nog steeds een hybride polder-oplossing voor het Hilversumse probleem. Ik kan de oorlog en territoriumstrijd tussen al die Hoge Dames en Heren die moeten verdwijnen maar willen blijven zitten, nu al uitschrijven. Die hebben echt wat anders aan hun kop dan het zorgvuldig uitvoeren van de taken van het Mediafonds in de nabije toekomst.
Wat betreft diepgaande documentaires en vernieuwende programma’s is de publieke omroep door de jaren heen zelfs enorm verslechterd. De kijker verdrinkt in populaire programma’s die de commerciëlen net zo goed kunnen maken, als Boer Zoekt Vrouw, Strictly Come Dancing, De Reünie, Het Mooiste Meisje van de Klas, TV Show, Lingo, etc. 
Vijandige kijkcijferterreur De huidige omroep is momenteel ronduit ‘documentaire-vijandig’ te noemen. Vanwege de kijkcijferterreur en het belang van een ‘marktaandeel’ worden populaire programma’s op prime time geplaatst, en minder bekeken programma’s naar de randen van de nacht geprogrammeerd. (Bij onze buren, wordt iedere dag op prime time van CANVAS een documentaire uitgezonden, maar daar doen ze net als in Engeland niet aan reclame en dus is er geen sprake van kijkcijferterreur.) Zelfs VPRO’s Tegenlicht, het enige documentaire programma op ‘bijna prime time’, dreigt nu ’s avonds laat te worden uitgezonden, verdreven door een kijkcijferkanon.
Je moet aan slapeloosheid lijden of werkloos zijn zodat je ‘s ochtends nergens naar toe moet, wil je bij de publieke omroep documentaires van niveau kunnen zien. 
Er zijn maar een paar omroepen die De Documentaire een warm hart toedragen: NTR, VPRO en NCRV. Juist de omroepjes met een indrukwekkende documentaire geschiedenis zoals de HUMAN en boven alles de IKON, worden opgeheven.
Een paar jaar geleden werd er ook al fors bezuinigd, en ook toen, net als nu, verzekerde de publieke omroep de politiek en de publieke opinie dat ondanks de bezuinigingen ‘kwaliteit en diepgang gegarandeerd zouden blijven’. Journalistiek, educatief, artistiek en cultureel. Ook toen, kerntaken van de publieke omroep. Het tegendeel gebeurde.
Ik was toen in vaste dienst bij de IKON. Het eerste dat wij makers te horen kregen was dat we zoveel mogelijk zonder geluidsman en met zo min mogelijk hooggekwalificeerde, dus relatief ‘dure’ cameramensen moesten werken. Een directe aanslag op de kwaliteit van documentaire en reportage. Het  ‘intellectuele’ achtergrond-actualiteitenprogramma FACTOR – waar we veel tijd aan research en vorm besteedden – sneuvelde vrijwel direct. En zo ging het ook bij de andere omroepen. De publieke omroep had loze beloften gedaan. Geen politieke haan in Den Haag die er naar kraaide. 
Zou deze zelfde omroep, in deze meedogenloze bezuinigingsfase, met deze kijkcijfergeilheid-mentaliteit, de rol en het erfgoed van het Mediafonds naar behoren kunnen overnemen? Gelooft u het?
Zoals Jair Stein, radio programmamaker bij de VPRO, het in een brandbrief aan de nieuwe staatssecretaris verwoordde: “ Het Nederlandse radio- en televisie landschap zal verworden tot een woestijn. De combinatie van de giga-bezuiniging op de publieke omroep en het afschaffen van het Mediafonds maakt elke belofte van kwaliteit belachelijk. En dat is nog de grootste gotspe. Dat je serieus kunt blijven volhouden voor kwaliteit te staan, terwijl je die tegelijk op alle fronten afbreekt” .
Don Quichot Maandag 17 december, een etmaal voor bijltjesdag, bezetten regisseurs, buitenproducenten, onafhankelijke makers, en in drama en documentaire gespecialiseerde technici het Mediafonds – hun ‘baarmoeder’. Het was een ontroerend initiatief van Dutch Directors Guild (DDG). De ‘commissioners’ – eindredacteuren van publieke omroep-documentaire programma’s – schitterden door afwezigheid. Dat viel op. Zelfs makers van wie een subsidieaanvraag ooit door het Mediafonds was afgewezen, gaven acte de presence. En ook Ally Derks, de directeur van de IDFA, van wie alle ‘publieke-omroep-commisioners’ hopen dat ‘hun’ film daar ooit mag schitteren.
Het was een Don Quichot-actie, een laatste stuiptrekking, een onherroepelijke zwanenzang. ‘Het gaat niet om het Mediafonds, het gaat om veel meer’, herhaalde filmmaker Eddy Terstall onvermoeibaar tegen allerlei perslieden.
Nee, de bezetting ging niet om ‘baantjes’. Het ging om kerntaken van de publieke omroep: hoogstaande, nationale en internationale prijzen winnende, documentaire en drama producties voor radio en tv. Kortom, om het voortbestaan van een belangrijk segment van de Nederlandse cultuur, een audiovisueel deel van de ziel van onze samenleving.
Als de namen van gesneuvelde mensen bij een natuurramp of terroristische aanslag, werden urenlang de titels van door het Mediafonds bewerkstelligde producties voorgelezen. Een verpletterende, eindeloze lijst spraakmakende titels van 25 jaar Mediafonds. (Zie de websites van DDG en Mediafonds). Er waren BN’ers van documentaire & drama. Hedy d’Ancona was er en ze speechte vurig. Ze sprak cynisch over de zichzelf-tegensprekende regering. Die heeft namelijk gezworen niet nóg meer op ‘kunst’ te bezuinigen, terwijl veel door het Mediafonds gesubsidieerde producties nu juist onder ‘kunst’ vallen. En ze foeterde woedend-eloquent tegen haar eigen partij: “De taken van het Mediafonds overhevelen naar de huidige publieke omroep, is als een geitje aan een hongerige wolf geven, en dan tegen die wolf zeggen: we vertrouwen erop dat je met dit geitje speelt, er respect voor hebt, het beschermt, en niet zult verslinden.”
Utopie in Hilversum Hoe nu verder?
Zelfs het Mediafonds is er, gezien het fait accompli van opheffing, in principe niet ‘tegen’ (sic!) dat de publieke omroep zijn taken overneemt.  Bezuinigingen, nieuwe tijden, ellende, maar ook nieuwe kansen. Op voorwaarde dat de overheveling van de taken van het Mediafonds gewetensvol door de publieke omroep zal worden uitgevoerd. Bij voorkeur door een mean & lean , niet stroperige, organisatie binnen de publieke omroep, die zo mogelijk nog beter dan het Mediafonds zal functioneren. Yès!
Die utopie heeft geen schijn van kans zonder een echte discussie over de werkelijke taak van onze omroep, en zonder een nieuwe definiëring van kerntaken, genres (hoogstaand drama, diepgaande journalistieke en artistieke documentaire, e-cultuur, jeugdprgramma’s, etc.) en quota’s (hoeveel procent moet de publieke omroep naast alle populaire kijcijferkanonnen volgens de politiek, dus de wet, van de totale publieke zendtijd daar aan besteden), vastgelegd door Den Haag.
En de omroep zal in de toekomst officieel verantwoording af moeten leggen aan de politiek en het publiek, anders kan ze weer ongestraft loze beloftes doen. Niet alleen het Mediafonds met z’n 25 jaar kennis en expertise, maar ook alle buitenproducenten en onafhankelijke regisseurs, eisen nu een plek aan de onderhandelingstafel. Terecht.
Want laat één ding duidelijk zijn: de publieke omroep bestaat niet alleen uit omroepen in gebouwen op ’t mediapark in Hilversum. Volgens de huidige wet wordt 25 procent van de totale zendtijd van de publieke omroep – vertaald naar geld, is dat 16,5 procent van het generieke budget van diezelfde omroep – ingevuld door buitenproducenten en onafhankelijke makers, meestal via ook het Mediafonds.
Zij zijn wat betreft het vervullen van de kerntaken hèt zout in de ‘inhoudelijke-publieke-omroep-pap’. Bovendien genereren zij per jaar ruwweg 130 miljoen – de extreem minimale 14 miljoen van het Mediafonds inbegrepen – aan geld buíten de omroep. Met andere woorden: tot nu toe had de publieke omroep niet 830 miljoen euro per jaar aan totaal budget, maar dankzij de buitenproducenten en –makers 960 miljoen. Na de bezuinigingen zal de publieke omroep over slechts 530 miljoen beschikken, waardoor het aandeel van 130 miljoen van de buitenproducenten en makers relatief veel groter zal zijn. Bovendien bieden deze laatste aan om in de toekomst nóg meer geld te genereren, om een deel van het wegbezuinigde geld te compenseren. Hulde!
Het is gezien deze keiharde feiten meer dan logisch dat deze groep een essentieel onderdeel zal uitmaken van die broodnodige nieuwe definitie voor de publieke omroep, ook al bevinden hun kantoren en werkplekken zich niet op dat mediaterrein in Hillywood.
Redding Heel even leek het er op dat noch de publieke omroep, noch de politiek die positie van het Mediafonds en al die buitenproducenten en -makers wilde erkennen, laat staan deze partijen bij het creëren van een nieuwe organisatie binnen de publieke omroep zelfs maar te betrekken. Maar Martijn van Dam leek daar onlangs, tijdens een  gesprek met buitenproducenten en makers, toch wel oren naar te hebben. En de staatssecretaris wenst nu, na diverse gesprekken met diverse partijen, een ‘verkenning naar de toekomst van de publieke omroep’. 
Hèhè.  Een nieuwe, betere definitie van de publieke omroep gloort aan de horizon.
En godzijdank diende de SP, met andere oppositiepartijen, een motie in om Sander Dekker ertoe te bewegen het Mediafonds tenminste bij die ‘verkenning’ te betrekken. Nog beter zou zijn eveneens de facto te eisen dat behalve het Mediafonds ook buitenproducenten en -makers mee mogen praten. Aan het Mediafonds daarbij het voortouw te nemen.
Omdat de motie over het opheffen van het Mediafonds nu is aangehouden, en drie maanden later in 2013 pas weer op de agenda zal staan, heeft de SP-motie wellicht een kans.
Hoop! Terwijl ik dit schreef werd ook bekend dat het Metropole Orkest tot 2017 kan blijven bestaan, en dat de IKON met de EO in zee gaat. 
Hoop! Het enige en laatste dat na de opening van de Doos van Pandora op de bodem overbleef… Moge Den Haag het licht zien. Het is tenslotte bijna Kerstmis.
Zoals Rudy Kousbroek in ‘Anathema’s 9’ schreef over de Moderne Kunst – vervang dat door ‘samenleving’, ‘politiek’ of ‘publieke omroep’: “ Een publieke omroep die niet erkent dat er mensen zijn die beter weten en dieper kunnen schouwen, is Up Shit Creek Without A Peddle.” De publieke opmroep bevindt zich daar al. Big time. De onafhankelijke producenten en makers én het Mediafonds waren en zijn haar Peddle. Beste politiek: gooi die roeispaan niet weg!
Volg Ingeborg ook op Twitter – Facebook

Meer over:

opinie, media
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.